Nederlandse onderzoeksinstellingen negeren de mentale gezondheid van boeren en tuinders en hun families. Dat zegt Johan Weerkamp. Hij sluit aan op de vele berichten en geluiden over depressies en zelfmoordgevallen onder boeren, ook onder Nederlandse.
Aan universiteiten en hogescholen wordt onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten van de producten die door de agrarische sector worden voortgebracht. Ook staan de gezondheid en het welzijn van de dieren die worden gehouden breed in de belangstelling. Voorts is er aandacht voor de gezondheid van de leefomgeving. Maar er is niet één leerstoelgroep of onderzoeksinstituut van Wageningen UR waar de geestelijke gezondheid van boeren en tuinders een thema is. Hetzelfde geldt voor de agrarische Hogescholen in Dronten, Leeuwarden en ’s-Hertogenbosch.
Geen professor, universitair onderzoeker of lector die dat onderwerp bestudeert.
In Engeland wordt jaarlijks een tweewekelijkse campagne gehouden onder de naam ‘Mind your head’ om het taboe rond mentale gezondheid te verminderen met als doel de stijgende trend van depressie en suïcide om te buigen. Door betrokkenen bij deze campagne wordt samen met de Universiteit van Liverpool onderzoek gedaan naar de geestelijke gezondheid van boeren en tuinders.
In onderzoek van de Farm Safety Foundation kwam naar voren dat 81% van de boeren jonger dan 40 jaar, geestelijke gezondheid als het grootste verborgen probleem ziet waarmee de sector te kampen heeft. (81 per cent of farmers under the age of 40 saw mental health as the biggest hidden problem facing the sector, schrijft Farmers Guardian).
In Nederland wordt wel onderzoek gedaan naar fysieke en geestelijke gezondheid van werknemers in de agrarische sector, waaronder dan veelal ook de verwerkende sector wordt meegenomen. Het Nederlandse Centrum voor Beroepsziekten en Stigas doen daar verslag van. De conclusie luidt dat het met de arbeidsveiligheid van werknemers redelijk goed gesteld is. Informatie over de mentale en fysieke gezondheid van boeren en tuinders en hun gezinnen ontbreekt.
Minister Schouten blijkt een bewindspersoon met een warm hart voor mensen. In november 2018 heeft ze een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin ze onder meer zegt te zullen onderzoeken of suïcide in de beroepsgroep agrariërs kan worden geregistreerd. Daar is nog weinig voortgang mee gemaakt en ook zijn er geen initiatieven om de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg voor boeren en te vergroten.
Mijn zorg is dat boeren niet naar de psychiater (en vaak ook niet naar de dokter) gaan en dat er te weinig passende zorg beschikbaar is. De dokter en de psychiater snappen de problemen van boeren en tuinders niet. Boeren en tuinders begeleiden bij de zaken die hen depressief maken, vergt kennis van hun specifieke omstandigheden. Om hen te kunnen begeleiden, vermoed ik dat de hulp van veel mensen nodig is. De minister moet zorgen dat er werk wordt gemaakt van specifieke zorg en de regie houden.
Johan Weerkamp is agrarisch adviseur, coach en begeleider.
Dit artikel afdrukken
Geen professor, universitair onderzoeker of lector die dat onderwerp bestudeert.
In Engeland wordt jaarlijks een tweewekelijkse campagne gehouden onder de naam ‘Mind your head’ om het taboe rond mentale gezondheid te verminderen met als doel de stijgende trend van depressie en suïcide om te buigen. Door betrokkenen bij deze campagne wordt samen met de Universiteit van Liverpool onderzoek gedaan naar de geestelijke gezondheid van boeren en tuinders.
In onderzoek van de Farm Safety Foundation kwam naar voren dat 81% van de boeren jonger dan 40 jaar, geestelijke gezondheid als het grootste verborgen probleem ziet waarmee de sector te kampen heeft. (81 per cent of farmers under the age of 40 saw mental health as the biggest hidden problem facing the sector, schrijft Farmers Guardian).
In Nederland wordt wel onderzoek gedaan naar fysieke en geestelijke gezondheid van werknemers in de agrarische sector, waaronder dan veelal ook de verwerkende sector wordt meegenomen. Het Nederlandse Centrum voor Beroepsziekten en Stigas doen daar verslag van. De conclusie luidt dat het met de arbeidsveiligheid van werknemers redelijk goed gesteld is. Informatie over de mentale en fysieke gezondheid van boeren en tuinders en hun gezinnen ontbreekt.
Vrijwel alles rond de primaire agrarische sectoren wordt gemonitord. Aantallen, trends, verwachtingen rond diergezondheid, dierwelzijn, inkomens, bodemleven, mineralenproductie, biodiversiteit, mechanisatie, automatisering... Van de geestelijke gezondheid van boeren en tuinders weten we feitelijk nietsVrijwel alles op en rond de primaire agrarische sectoren wordt gemonitord. Aantallen, trends, verwachtingen rond diergezondheid, dierwelzijn, inkomens, bodemleven, mineralenproductie, biodiversiteit, mechanisatie, automatisering, etcetera, etcetera, worden bestudeerd en geanalyseerd. Maar van de geestelijke gezondheid van boeren en tuinders weten we feitelijk niets. Ja, er zijn veel aanwijzingen, signalen en ervaringen over hoe het met boeren en tuinders gaat. Die signalen zijn, aansluitend bij kennis die uit het buitenland komt (Engeland, Frankrijk, Duitsland en de VS), verontrustend. Met Nederlandse cijfers kunnen we die signalen niet onderbouwen. Jammer, want het wordt tijd.
Minister Schouten blijkt een bewindspersoon met een warm hart voor mensen. In november 2018 heeft ze een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin ze onder meer zegt te zullen onderzoeken of suïcide in de beroepsgroep agrariërs kan worden geregistreerd. Daar is nog weinig voortgang mee gemaakt en ook zijn er geen initiatieven om de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg voor boeren en te vergroten.
Mijn zorg is dat boeren niet naar de psychiater (en vaak ook niet naar de dokter) gaan en dat er te weinig passende zorg beschikbaar is. De dokter en de psychiater snappen de problemen van boeren en tuinders niet. Boeren en tuinders begeleiden bij de zaken die hen depressief maken, vergt kennis van hun specifieke omstandigheden. Om hen te kunnen begeleiden, vermoed ik dat de hulp van veel mensen nodig is. De minister moet zorgen dat er werk wordt gemaakt van specifieke zorg en de regie houden.
Johan Weerkamp is agrarisch adviseur, coach en begeleider.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Als docent bij Aeres Hogeschool heb ik het voorrecht een student te gaan begeleiden die op dit onderwerp een afstudeerscriptie wil gaan schrijven.
Er is inderdaad geen formele onderzoekslijn op dit vlak, gelukkig weet ik wel dat er heel veel heel persoonlijk gesprekken zijn tussen studenten onderling en ook studenten en hun mentoren of docenten. Die gesprekken monitoren wij niet, ik kan dus geen aantallen geven, wel weet ik dat het actief aandacht krijgt, ik ben blij met mijn collega's die daarin als mentor actief een rol vervullen, onzichtbaar op de achtergrond.
Tegelijk is het goed om de vraag te stellen of het genoeg is en actief de ruimte te blijven creeren voor gesprek van hart tot hart.
Een onderwerp wat we daarin steeds nadrukkelijker in beeld hebben is de complexiteit waarin de nieuwe generatie boeren stapt. De jonge boeren moeten over veel competenties beschikken om een bedrijf te kunnen leiden. Ze hebben dan ook nog de 'opdracht' het bedrijf zo te ontwikkelen dat er antwoorden zijn op de grote uitdagingen waar we met onze voedselproductie voor staan.
Deze over de bui zien hangen is nog beter van Geertje op Faceboek en wordt in fruitteeltkringen heel veel geliked en gedeeld. Link: https://www.facebook.com/firmavanderaarde/posts/2298332433724968
Geertje, dank voor je openhartige, duidelijke, scherpe en bovendien genuanceerde reactie!
Van mij had het een 2e artikel mogen worden. Misschien is het ook wel een goed idee om er een reeks van te maken.
Het is goed om het onderwerp psychische gezondheid van agrariërs op de agenda te zetten. Ik vind alleen de toon van dit artikel ingewikkeld omdat er een toon van wij / zij in zit. Er wordt geïnsinueerd dat op allerlei gebied wel onderzoek wordt gedaan in de agrarische sector maar dat de boer zelf wordt vergeten. Daar zal niet alleen de wetenschap een aandeel in hebben. Als gezondheidszorgpsycholoog en vrouw van een fruitteler voel ik me betrokken bij het onderwerp. Ik heb natuurlijk ook geen harde cijfers, maar het lijkt me aannemelijk dat er sprake zal zijn van psychische klachten en het is ook aannemelijk dat dit binnen de agrarische sector meer dan gemiddeld is. Het gevoel klem te zitten in je situatie is een belangrijke factor bij het ontstaan van psychische klachten en ook bij het ontstaan van suïcidaal gedrag (ook denken aan zelfdoding valt onder suïcidaal gedrag).
Het lastige van deze discussie is dat er nu gewezen wordt naar de wetenschap terwijl ik zelf heb gemerkt dat zelfs de vertegenwoordigers van de beroepsgroep zelf hier geen aandacht aan willen besteden. Ik heb meerdere keren contact gezocht met de Nederlandse Fruittelersorganisatie (NFO) met de vraag om dit onderwerp op de agenda te zetten met als doel dat mensen signalen gaan herkennen en met elkaar in gesprek durven gaan. Helaas heb ik niets vernomen op mijn schrijven. Het blijft zo een taboe onderwerp.
Ik denk dat als je een groot onderzoek wil doen naar de psychische gezondheid van agrariërs dat je in ieder geval de organisaties achter je moet hebben. LTO is wel in een pilot gestapt met 113 online. Voor het zichtbaar maken zal een grote groep agrariërs vragenlijsten moeten invullen. Data verzamelen achteraf is ingewikkeld in verband met privacy. Het is dus niet zo dat binnen een GGZ-instelling zo maar data gegeven kunnen worden van boeren met psychische klachten, of dat de huisartsen die informatie mogen geven. Bij het invullen van vragenlijsten is bekend dat je als onderzoeker weinig respons krijgt (los van de doelgroep).
Belangrijker dan de cijfers is een verandering bij de mensen zelf en vooral dat psychische klachten bespreekbaar worden. Ruim 40 % van de algemene Nederlandse bevolking krijgt eens in zijn leven te maken met psychische klachten. Het is geen teken van zwakte, het kan ons allemaal overkomen. Maar wanneer zelfs een telersorganisatie het onderwerp niet bespreekbaar wil maken, dan blijft het taboe bestaan. (Hierbij moet ik wel zeggen dat het natuurlijk mogelijk is dat de NFO dit wel op de agenda heeft staan, alleen niet op mijn mails wil reageren.)
Verandering werkt beter van binnen uit. Binnen de sector en tussen de mensen onderling moet het bespreekbaar worden wanneer er zorgen zijn. De verschillende organisaties moeten met elkaar het onderwerp terugkerend bespreekbaar maken in de vakbladen waarbij de agrariërs die zelf te maken hebben gehad met psychische klachten een belangrijke rol kunnen spelen. Daarbij is het herkennen van signalen door de erfbetreders natuurlijk ook heel belangrijk.
Maar vooral beste boeren; wacht niet op cijfers van de minister en zit niet te mopperen dat de wetenschap niet ziet hoe zwaar het is. Praat in plaats van over het weer ook eens over je stemming met elkaar. Die boodschap breng je beter over vanuit de eigen organisaties.
Ik heb besloten vanuit mijn eigen bedrijf WTE Support in de tweede helft van juni een Infodag (middagbijeenkomst) over het onderwerp ondersteuning bij psychische problemen van agrariërs te organiseren. Dit is ook een manier die mij past om dit onderwerp goed op de noodzakelijke agenda te zetten. De opzet zal op hoofdlijnen niet veel anders zijn dan de eerdere door mij georganiseerde Infodagen over bijv. ondernemerschap in de fruitteelt, agrarische directvermarkting en cider/fruitdistillaten. Enkele sprekers, wat korte presentaties, soms een minibeurs met staantafels en volop ruimte voor uitwisseling en netwerken. Omdat het altijd veel werk is en voor niets de zon opgaat, reken ik wel een normaal bedrag voor deelnemers. In de komende weken zal ik het programma gaan opstellen en daarna volgt een uitnodiging. Een aantal potentiële sprekers vanuit mijn netwerk zal ik zelf benaderen maar suggesties voor het programma zijn altijd welkom (via persoonlijk bericht of wte@fruitadvies.nl)