Aanstaande donderdag presenteert de Europese Commissie regelgeving die de positie van de boer in de voedselketen sterker moet maken. Foodlog maakt bij deze de nieuwe spelregels alvast openbaar. Joost de Jong geeft zijn mening over hun effectiviteit. Minder dan gering, luidt zijn oordeel.
In het krachtenveld tussen boeren en supermarkten komt de komende tijd verandering. Op 12 april komt de Europese Commissie met een richtlijn om in te grijpen in de machtsverhoudingen in de voedselketen. Zeer tot ongenoegen van de supermarkten: “Het boerenprobleem in Europa los je niet op door supermarkten overal de schuld van te geven” twittert het CBL, de organisatie van supermarkten.
"Boeren worden de dupe van de zwakke machtspositie in de voedselketen." Dat beeld hebben de landbouworganisaties in Europa met hun ijzersterke lobby neergezet. Reden voor het Europees Parlement om in 2016 te pleiten voor wetgeving zodat boeren eerlijke verkoopwaarden tegemoet kunnen zien. Zij wijst erop dat er wel wetgeving is om consumenten tegen supermarkten te beschermen, maar die ontbreekt voor zwakke leveranciers zoals de boeren tegenover die supermarkten.
"Oneerlijke handelspraktijken moeten worden tegengegaan." Dat vond ook de Commissie Veerman in 2016, die op verzoek van de Europese Commissie een advies uitbracht. Wetgeving is volgens Veerman daarvoor onontbeerlijk. Daarmee kan het afdwingen van afspraken ondersteund worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor het afrekenen binnen een bepaalde termijn. ‘De boeren zijn de meest kwetsbare schakel in de voedselketen. Risico’s in die keten zijn niet gelijk verdeeld’, oordeelt vervolgens de Landbouwraad, de landbouwministers van alle 28 landen. Die risico’s moeten volgens de Raad beter verdeeld worden. Zij vragen aan de Europese Commissie om wetgeving om oneerlijke handelspraktijken te voorkomen.
Het front van voorstanders van wetgeving is inmiddels uitgebreid met de Europese Voedings-en Drankindustrie, die vinden dat ze ook de dupe worden van de steeds groter supermarktketens. Dat zou je toch niet verwachten van bedrijven als Unilever, Coca-Cola, Nestlé, Mars en consorten. Die hebben sterke merken die elke supermarkt in zijn schappen wil hebben. Veel NGO’s zoals SOMO, Milieudefensie, Oxfam doen inmiddels ook een beroep op de Commissie om afschrikwekkende sancties in te voeren tegen machtsmisbruik door supermarkten. Volgens hen moet een Europese aanpak voorkomen dat supermarkten hun inkoopafdelingen verplaatsen naar landen met minder strenge regels.
Supermarkten
“Wetgeving zal alleen maar leiden tot hogere prijzen voor de consument. Er ontbreekt elk bewijs voor de noodzaak van nieuwe wetgeving, waardoor we wetgeving krijgen die niet gebaseerd is op wetenschappelijke onderbouwing”, schrijft Eurocommerce, de Europese koepel van supermarkten. Volgens Eurocommerce zijn in contracten altijd voorzieningen opgenomen om partijen te beschermen tegen te late betalingen en wordt in contracten met buitenlandse leveranciers altijd opgenomen onder welke jurisdictie naleving kan worden afgedwongen. Een Europese aanpak is volgens hen niet noodzakelijk omdat in 18 landen al voorzieningen zijn getroffen.
Ook het Nederlandse CBL wendt zich namens onder meer Albert Heijn, Jumbo en Lidl tot de Europese Commissie: “Zo hebben boeren met ‘must have’ producten per definitie een zeer sterke positie in de keten”. Het CBL pleit voor vastere ketenrelaties die vertrouwen en zekerheid bieden aan alle schakels.
“Een vrijwillige gedragscode is flinterdun”, vond CDA Tweede Kamerlid Geurts in een Initiatiefnota uit 2016. Hij pleitte voor een onafhankelijke toezichthouder, een voedselscheidsrechter. Het vorige kabinet wees zijn voorstel af: “Boeren en tuinders produceren van bepaalde producten meer dan de markt kan opnemen. Dit leidt tot prijsbederf. Deze lage prijzen voor boeren en tuinders zijn in het algemeen het gevolg van een te groot aanbod”. De regering citeerde een SEO onderzoek als onderbouwing: “dat zelfregulering de meest aangewezen route is om problemen met oneerlijke handelspraktijken bij inkoopmacht tegen te gaan”. In 2014 schreef de WUR “dat er niet direct aanleiding is tot zorg of aanvullend onderzoek”.
Het nieuwe kabinet begint al een draai te maken. In het Regeerakkoord heeft het over de ongelijke machtsverhoudingen in de voedselketen. Anticiperend op de Europese richtlijn heeft LNV aan de WUR om nieuw onderzoek gevraagd. 10.000 boeren hebben afgelopen maand een enquête ontvangen om te melden of ze ervaring hebben met oneerlijke handelspraktijken. Het kan toch niet zo zijn dat alleen op basis van beelden van boeren beleid gemaakt wordt.
Effectiviteit
In de Europese voorstellen wordt het instellen van een toezichthouder gezien als de manier om de positie van boeren te versterken. Een dergelijke instelling zal boeren naar mijn mening niet veel helpen. De Franse president Macron beseft dat ook. Hij zei onlangs tegen 1.000 jonge boeren dat ze eerst hun huiswerk moeten doen en hun ketenorganisatie moeten verbeteren. In Nederland heeft de zuivelsector met een sterke coöperatie als Friesland Campina dat beter geregeld. Zij verwerkt meer dan 80% van de Nederlandse melk. Door de sterk op export gerichte landbouw is men minder afhankelijk van de Nederlandse supermarkten.
Voor het inkomen van boeren is het nodig dat de keten beter georganiseerd wordt. Dat biedt meer soelaas dan een nieuwe toezichthouder. Zolang boeren alleen grondstoffen leveren aan de levensmiddelenindustrie wordt het nooit wat. Ongedifferentieerde bulkproducten zoals melk, graan en aardappelen kan iedereen in de wereld produceren waardoor boeren een zwakke marktpositie hebben. De toegevoegde waarde van de verwerking en branding van hun producten ontstaat verderop in de keten. Dat vereist ook een duidelijker merkenstrategie waardoor het voor supermarkten moeilijker is om dat product niet in het schap te hebben.
De wetgevende voorstellen van de Europese Commissie brengen boeren daarom niet datgene wat ze verwachten. De steun die boeren krijgen van de Europese Commissie is een Pyrrusoverwinning. Het voorstel van de Europese Commissie is geen oplossing voor lage prijzen waar ze regelmatig mee geconfronteerd worden.
Dit artikel afdrukken
"Boeren worden de dupe van de zwakke machtspositie in de voedselketen." Dat beeld hebben de landbouworganisaties in Europa met hun ijzersterke lobby neergezet. Reden voor het Europees Parlement om in 2016 te pleiten voor wetgeving zodat boeren eerlijke verkoopwaarden tegemoet kunnen zien. Zij wijst erop dat er wel wetgeving is om consumenten tegen supermarkten te beschermen, maar die ontbreekt voor zwakke leveranciers zoals de boeren tegenover die supermarkten.
"Oneerlijke handelspraktijken moeten worden tegengegaan." Dat vond ook de Commissie Veerman in 2016, die op verzoek van de Europese Commissie een advies uitbracht. Wetgeving is volgens Veerman daarvoor onontbeerlijk. Daarmee kan het afdwingen van afspraken ondersteund worden. Dat geldt bijvoorbeeld voor het afrekenen binnen een bepaalde termijn. ‘De boeren zijn de meest kwetsbare schakel in de voedselketen. Risico’s in die keten zijn niet gelijk verdeeld’, oordeelt vervolgens de Landbouwraad, de landbouwministers van alle 28 landen. Die risico’s moeten volgens de Raad beter verdeeld worden. Zij vragen aan de Europese Commissie om wetgeving om oneerlijke handelspraktijken te voorkomen.
Het front van voorstanders van wetgeving is inmiddels uitgebreid met de Europese Voedings-en Drankindustrie, die vinden dat ze ook de dupe worden van de steeds groter supermarktketens. Dat zou je toch niet verwachten van bedrijven als Unilever, Coca-Cola, Nestlé, Mars en consorten. Die hebben sterke merken die elke supermarkt in zijn schappen wil hebben. Veel NGO’s zoals SOMO, Milieudefensie, Oxfam doen inmiddels ook een beroep op de Commissie om afschrikwekkende sancties in te voeren tegen machtsmisbruik door supermarkten. Volgens hen moet een Europese aanpak voorkomen dat supermarkten hun inkoopafdelingen verplaatsen naar landen met minder strenge regels.
Supermarkten
“Wetgeving zal alleen maar leiden tot hogere prijzen voor de consument. Er ontbreekt elk bewijs voor de noodzaak van nieuwe wetgeving, waardoor we wetgeving krijgen die niet gebaseerd is op wetenschappelijke onderbouwing”, schrijft Eurocommerce, de Europese koepel van supermarkten. Volgens Eurocommerce zijn in contracten altijd voorzieningen opgenomen om partijen te beschermen tegen te late betalingen en wordt in contracten met buitenlandse leveranciers altijd opgenomen onder welke jurisdictie naleving kan worden afgedwongen. Een Europese aanpak is volgens hen niet noodzakelijk omdat in 18 landen al voorzieningen zijn getroffen.
Ook het Nederlandse CBL wendt zich namens onder meer Albert Heijn, Jumbo en Lidl tot de Europese Commissie: “Zo hebben boeren met ‘must have’ producten per definitie een zeer sterke positie in de keten”. Het CBL pleit voor vastere ketenrelaties die vertrouwen en zekerheid bieden aan alle schakels.
Zolang boeren alleen grondstoffen leveren aan de levensmiddelenindustrie wordt het nooit wat. Ongedifferentieerde bulkproducten zoals melk, graan en aardappelen kan iedereen in de wereld produceren waardoor boeren een zwakke marktpositie hebbenVoedselscheidsrechter
“Een vrijwillige gedragscode is flinterdun”, vond CDA Tweede Kamerlid Geurts in een Initiatiefnota uit 2016. Hij pleitte voor een onafhankelijke toezichthouder, een voedselscheidsrechter. Het vorige kabinet wees zijn voorstel af: “Boeren en tuinders produceren van bepaalde producten meer dan de markt kan opnemen. Dit leidt tot prijsbederf. Deze lage prijzen voor boeren en tuinders zijn in het algemeen het gevolg van een te groot aanbod”. De regering citeerde een SEO onderzoek als onderbouwing: “dat zelfregulering de meest aangewezen route is om problemen met oneerlijke handelspraktijken bij inkoopmacht tegen te gaan”. In 2014 schreef de WUR “dat er niet direct aanleiding is tot zorg of aanvullend onderzoek”.
Het nieuwe kabinet begint al een draai te maken. In het Regeerakkoord heeft het over de ongelijke machtsverhoudingen in de voedselketen. Anticiperend op de Europese richtlijn heeft LNV aan de WUR om nieuw onderzoek gevraagd. 10.000 boeren hebben afgelopen maand een enquête ontvangen om te melden of ze ervaring hebben met oneerlijke handelspraktijken. Het kan toch niet zo zijn dat alleen op basis van beelden van boeren beleid gemaakt wordt.
Effectiviteit
In de Europese voorstellen wordt het instellen van een toezichthouder gezien als de manier om de positie van boeren te versterken. Een dergelijke instelling zal boeren naar mijn mening niet veel helpen. De Franse president Macron beseft dat ook. Hij zei onlangs tegen 1.000 jonge boeren dat ze eerst hun huiswerk moeten doen en hun ketenorganisatie moeten verbeteren. In Nederland heeft de zuivelsector met een sterke coöperatie als Friesland Campina dat beter geregeld. Zij verwerkt meer dan 80% van de Nederlandse melk. Door de sterk op export gerichte landbouw is men minder afhankelijk van de Nederlandse supermarkten.
Voor het inkomen van boeren is het nodig dat de keten beter georganiseerd wordt. Dat biedt meer soelaas dan een nieuwe toezichthouder. Zolang boeren alleen grondstoffen leveren aan de levensmiddelenindustrie wordt het nooit wat. Ongedifferentieerde bulkproducten zoals melk, graan en aardappelen kan iedereen in de wereld produceren waardoor boeren een zwakke marktpositie hebben. De toegevoegde waarde van de verwerking en branding van hun producten ontstaat verderop in de keten. Dat vereist ook een duidelijker merkenstrategie waardoor het voor supermarkten moeilijker is om dat product niet in het schap te hebben.
De wetgevende voorstellen van de Europese Commissie brengen boeren daarom niet datgene wat ze verwachten. De steun die boeren krijgen van de Europese Commissie is een Pyrrusoverwinning. Het voorstel van de Europese Commissie is geen oplossing voor lage prijzen waar ze regelmatig mee geconfronteerd worden.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Tjsonge, daar gaan we weer hoor. Ook de supermarkten zitten dicht tegen hun kostprijs aan (2 a 3% winst op de omzet). Ik denk niet dat daar veel te halen cq te onderhandelen is. De boeren moeten hun prijzen richting supermarkt gaan verhogen. Hoe dan? :-)
1. Betere organisatie in de sector. Samen sterk. 2. Beter managen van de overproductie (zo klein mogelijk en innovatieve verwerkingen) 3. Differentiatie.
Als de olieprijs laag wordt, spreken de landen van de OPEC af dat ze de olieproductie terugschroeven en zo de prijs omhoog drijven. Als boeren met elkaar besluiten we gaan minder produceren dan is het kartelvorming wat niet mag.
"Wetgeving zal alleen maar leiden tot hogere prijzen voor de consument"
Wat is er daar zo erg aan? De consument besteedt al decennia lang steeds minder aan eten, procentueel gezien. Blijkbaar is er ergens een grens(gebied) waaronder de boeren het steeds moeilijker krijgen. Als (als!) de consument iets meer betaalt en de boer kan daardoor uit de kosten komen, is dat dan geen goede optie?
Mij lijkt dat er drie oorzaken zijn van lage prijzen die boeren vangen:
a. Hun zwakke positie in de keten
b. Hun voortdurende (en verklaarbare) neiging tot overproductie
c. Goedkope importen van overzee.
De Europese Commissie doet alleen iets aan a. Op zich terecht, lijkt me.
Maar als het werkt en de boeren inderdaad hogere prijzen krijgen, zal b alleen maar erger worden en zullen de prijzen weer gaan dalen.
Aan c doet de Commissie niks. Integendeel, de EU onderhandelt o.a. met Mercosur over liberalisering van de handel, die de prijzen verder omlaag zal drukken.
Dus is het een structurele oplossing? Ja voor onderscheidende ketens, mits hij wordt gekoppeld aan productiebeheersing binnen die keten. Maar nee voor boeren die niet in zo'n keten zitten. Hen rest weinig anders dan nog meer overproductie. Of stoppen.
En van c krijgen alle boeren last.
Jan Peter #1 : zeker wel eens met je aanbevelingen richting boeren. Maar verkijk je niet op die "magere" winstmarge van de supermarkten. Vergeet niet hun ijzersterke positie vwb cashflow: alle verkopen cash, alle inkopen op krediet. Ook dat ze hun liquidity diverse malen over de kop kunnen jagen: voordat een leverancier betaald wordt is de cash al diverse keren weer uitgegeven en terugverdiend, iedere keer met die 3% erbovenop. Heb er maar geen meelij mee, hoor. Een betere maatstaf zou zijn hun return on capital (excuus voor de Engelse termen, ik heb landbouw geleerd in Wageningen, maar de zakenwereld in de (Engelstalige) "school of hard knocks").