Het duurde even, maar er komen reacties op het recent gepubliceerde vetonderzoeken-onderzoek. Professor Edith Feskens (WUR) wijst de gedachte af dat de jonge Australische onderzoeker Steven Hamley de Nederlandse Gezondheidsraad zou dwingen tot heroverweging van de officiële dieetadviezen inzake verzadigd vet. Dat laatste suggereerde Dennis Zeilstra op Foodlog. Hamley toonde aan dat er geen deugdelijke feitelijke bewijzen tegen verzadigd vet zijn.
Feskens geeft haar reactie in antwoord op vragen van het Wageningse Universiteitsblad Resource. Op de vraag wat ze vindt van Hamley’s conclusie antwoordt ze dat de onderzoeken die gedaan zijn naar de kwalijkheid van verzadigd vet onvoldoende uitsluitsel geven omdat er geen "voldoende grote interventiestudies zijn gedaan". Niettemin concludeert Feskens: "Hamley concludeert dat deze vervanging niet leidt tot een lager risico op hart- en vaatziekten, noch op sterfte. Dat vind ik wel erg kort door de bocht. Hart- en vaatziekten zijn brede begrippen. Daar spelen zoveel factoren mee. Als je bijvoorbeeld sterfte als gevolg van hart- en vaatziekten in verband wilt kunnen brengen met verzadigde vetzuren, dan heb je hele grote groepen mensen nodig, die je over een lange periode (tot de dood) volgt. Dit is in praktijk gewoon niet haalbaar. Dus op basis van de huidige studies kan je hier inderdaad niks over zeggen."
LDL
Volgens Feskens moet het echte bewijs tegen verzadigd vet elders gevonden worden. Feskens: "We weten ook dat vervangen van verzadigde vetten door meervoudig onverzadigde vetzuren het “slechte” LDL-cholesterol verlaagt. En dat een verhoogd LDL- cholesterol leidt tot hart- en vaatziekten, staat als een paal boven water."
Feskens noemt de conclusies van Hamley het intrappen van een open deur omdat we nu eenmaal te weinig eenduidige feitelijke kennis hebben. Ze beveelt aan de oude literatuur er nog eens op na te slaan. Daaruit zou blijken dat officiële vetadviezen zoals de Gezondheidsraad die geeft niet te hoeven worden aangepast.
Gesprek tussen gepassioneerde doven
Onlangs verscheen op Foodlog een artikel van emeritus professor Frits Muskiet dat moest aantonen dat het cholesterolargument waarop Feskens haar gelijk baseert is gebaseerd op onjuiste, want tegen de biologie indruisende interpretaties van feiten.
Het gesprek over vet blijft het meest lijken op een intensief en gepassioneerd gesprek tussen doven. Vandaag reageerde Hamley op Twitter zelf op het artikel in Resource. Hij wijst het argument van Feskens via cholesterolverlaging af omdat het geen bewijs tegen verzadigd vet is en er geen bewijs tegen verzadigd vet bestaat. Daarom houdt hij vast aan het doen van deugdelijk onderzoek. Er is geen onderzoek dat aantoont dat verzadigd vet mensen kwaad doet. Strikt genomen, zegt professor Feskens dat ook.
De vettendiscussie is een voorbeeld van de noodzaak om beter na te denken over de betekenis van voedingswetenschappelijke inzichten. Daarom ontwikkelde Foodlog met 15 wetenschappers (in- en outsiders) de cursus PHILOSOPHY OF NUTRITION.
Dit artikel afdrukken
LDL
Volgens Feskens moet het echte bewijs tegen verzadigd vet elders gevonden worden. Feskens: "We weten ook dat vervangen van verzadigde vetten door meervoudig onverzadigde vetzuren het “slechte” LDL-cholesterol verlaagt. En dat een verhoogd LDL- cholesterol leidt tot hart- en vaatziekten, staat als een paal boven water."
Feskens noemt de conclusies van Hamley het intrappen van een open deur omdat we nu eenmaal te weinig eenduidige feitelijke kennis hebben. Ze beveelt aan de oude literatuur er nog eens op na te slaan. Daaruit zou blijken dat officiële vetadviezen zoals de Gezondheidsraad die geeft niet te hoeven worden aangepast.
Gesprek tussen gepassioneerde doven
Onlangs verscheen op Foodlog een artikel van emeritus professor Frits Muskiet dat moest aantonen dat het cholesterolargument waarop Feskens haar gelijk baseert is gebaseerd op onjuiste, want tegen de biologie indruisende interpretaties van feiten.
Het gesprek over vet blijft het meest lijken op een intensief en gepassioneerd gesprek tussen doven. Vandaag reageerde Hamley op Twitter zelf op het artikel in Resource. Hij wijst het argument van Feskens via cholesterolverlaging af omdat het geen bewijs tegen verzadigd vet is en er geen bewijs tegen verzadigd vet bestaat. Daarom houdt hij vast aan het doen van deugdelijk onderzoek. Er is geen onderzoek dat aantoont dat verzadigd vet mensen kwaad doet. Strikt genomen, zegt professor Feskens dat ook.
De vettendiscussie is een voorbeeld van de noodzaak om beter na te denken over de betekenis van voedingswetenschappelijke inzichten. Daarom ontwikkelde Foodlog met 15 wetenschappers (in- en outsiders) de cursus PHILOSOPHY OF NUTRITION.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Twee opmerkingen:
1). Feskens schrijft o.a.: "...transvetten zijn nog slechter voor hart- en bloedvaten dan verzadigde vetten en zouden het beeld kunnen vertroebelen". Nog slechter. Feskens blijft er dus bij dat verzadigde vetten slecht zijn voor hart- en bloedvaten. Maar tegelijk zegt ze: "...op basis van de huidige studies kan je hier inderdaad niks over zeggen".
Waar is dat zo hard gevelde oordeel dat verzadigde vetten slecht zijn voor hart- en bloedvaten dan toch op gebaseerd?
2). Volgens Freskens is het advies niet alleen op deze RCT's gebaseerd, maar ook op de invloed op LDL cholesterol. Dat moge zo zijn, maar de Gezondheidsraad neemt in haar oordeel wel degelijk mee dat er evidence uit interventie-onderzoeken leek te zijn.
De Gezondheidsraad is bovendien wat inconsistent als het gaat om LDL cholesterol en haar aanbevelingen:
* Er is bijvoorbeeld ook evidence (waarvan de bewijskracht door de Gezondheidsraad als 'groot' wordt ingeschat) dat het vervangen van niet-soja eiwit door 30g soja eiwit (incl. isoflavonen) per dag het LDL cholesterol met 0,20 mmol/l verlaagt. Dat is precies net zoveel als wanneer 10en% boter door zachte margarine wordt vervangen. Toch is er geen spoortje van aanbeveling over te vinden in de Richtlijnen Goede Voeding.
* Eveneens met grote bewijskracht stelt de Gezondheidsraad vast dat één ei per dag het LDL cholesterol met 0,10 mmol/l verhoogt, maar tegelijk acht ze het verband met coronaire hartziekten klein en doet ze geen concrete aanbeveling over de consumptie van eieren, en suggereert slechts om de consumptie te monitoren.
* Iets dergelijk geldt voor koffie, waarbij volgens de Gezondheidsraad ongefilterde koffie het LDL cholesterol verhoogt (ongeveer 0,20 mmol/l bij vier kopper per dag), terwijl meta-analyses van observationele onderzoeken waarin zowel gefilterde als ongefilterde koffie werd gebruikt een verlaging van het risico op coronaire hartziekten met ca. 10% liet zien bij twee tot vier koppen per dag. Hierbij komt de Gezondheidsraad met een soort tussenoplossing om dan maar te adviseren om ongefilterde koffie door gefilterde te vervangen.
Kortom, alleen de aanwijzing over LDL cholesterol wordt door de Gezondheidsraad niet consistent doorgezet, zelfs niet als de effectgrootte ongeveer hetzelfde is. Soms leidt het tot een advies, soms half, en soms niet. Het lijkt erop dat juist de vermeende aanwezigheid van aanwijzingen uit interventieonderzoeken ervoor gezorgd heeft dat de Gezondheidsraad een concreet en eenduidig advies over de vervanging van harde door zachte vetten geeft. Maar die interventieonderzoeken kunnen nu dus van tafel, want de RCT's gingen geen van allen over enkel de vervanging van verzadigd door onverzadigd vet, terwijl Hamley's meta-analyse van die RCT's die dat het dichtst benaderden geen effect op het risico op coronaire hartziekten laat zien.
Er is geen bewijs maar dat bewijst niets.
Correct. 'Absence of evidence is not evidence of absence', luidt een gezegde. In de logica is daar veel over geschreven. Wikipedia vat het hier en hier uitstekend samen.
Eigenlijk gaat deze hele discussie daarover: degene die de ene bril opzet ziet die non-absence waarvoor geen evidence is zus en de ander zo. Degene die niet zo in het vak zit (= geen bril heeft) zegt: 'dit gaat helemaal nergens over, er is geen evidence; kijk toch eens goed uit je doppen'. De mensen met de bril zeggen dan terug: 'je snapt het niet, daarom zie je het niet.'
John Ioannides' kritische werk rond dit soort 'bewijs' en de denkwerelden ('evidence' omdat we toch denken dat iets het geval is) waarmee het ontstaat en weer verdwijnt, is een - de facto - hilarische debunk van precies dat dove gesprek.
Dat we weinig weten is niet erg. Dat wetenschappers er zo bekrompen mee omgaan, is verschrikkelijk. Je kunt nl. wél verder komen als je veel losser in je bril gaat zitten. Ergo: wetenschappers frusteren de vooruitgang in de wetenschap door als Don Quichotes' elkaars brillen te bestrijden in plaats van op zoek te gaan naar de werkelijkheid.
Interessant het verzadigd vet onderzoek. Wellicht wat prematuur. Zeker in het licht van het afstoten van de margarine tak door Unilever. Wellicht zijn er meer onderzoeken gaande waar voorkennis reeds naar buiten is gelekt.
Naar mijn idee moet het onderzoek zich toespitsen op het gezondheidseffect van transvetzuren. Er zou best wel eens een groot verschil in gezondheidseffecten kunnen zijn in transvetzuren die ontstaan door het chemisch hardingsproces en die ontstaan door de productie van de herkauwers, zoals melkvet.
Dick, het kan wel zo zijn dat "absence of evidence is no evidence for absence" , maar het is goed gebruik om, zolang er geen bewijs voor het tegendeel is, uit te gaan van de nulhypothese, dwz er is geen effect, cq ons wondermiddel werkt niet. Je eindigt anders met een wetenschappelijke reus op lemen voeten. Onderzoekers zullen streng moeten zijn voor de lievelingstheorietjes die ze ter wereld hebben gebracht. Het doet pijn, maar wie zijn kind lief heeft, spaart de roede niet.