Brussel probeert boeren en het platteland in Europa tevreden te stemmen door het inkomen van boeren prioriteit te geven boven een ijzeren heinige implementatie van het nieuwe groene beleid. Dat betreuren uiteraard maatschappelijke organisaties. Positief is echter dat er oor is ontstaan voor de broodnodige harmonisatie van de eisen waaraan geïmporteerd voedsel moet voldoen en de vaak hogere standaarden die gesteld worden aan voedsel dat in de EU wordt geproduceerd. Als die niet gelijk worden getrokken, is eerlijke concurrentie op het gebied van milieu en voedselveiligheid onmogelijk.

Milieudruk per hectare
Terwijl de Europese Commissie het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) herziet en de bijkomende regels die de landbouw moesten vergroenen versoepelt, staat Nederland voor zijn eigen, nationale uitdagingen. Dat verklaart ook de beperkte Nederlandse animo voor de Europa-brede boerenprotesten van begin dit jaar. Onze boeren en het ministerie van Landbouw kunnen al vele jaren niet tot een oplossing komen voor milieu-uitdagingen die domweg te maken hebben met de te hoge productiviteit van de Nederlandse landbouwsector per eenheid grond. Die veroorzaakt water- en bodemproblemen door een hoge milieudruk per hectare.

EU-regels die dateren van ver voor de Green Deal maken dat Nederlandse boeren nu in de problemen zitten op dit punt. Die regels worden niet herzien door Brussel. Denk vooral aan de Nitraatrichtlijn (1991), Kaderrichtlijn Water (2000) en de Sustainable Use Directive voor gewasbescherming (2009, die uiteindelijk niet vervangen is door de ambitieuze pesticidenreductie-wetgeving SUR die behoort tot de recente groene Timmermans aanpak).

Zelfs een toekomstig rechts kabinet zal er jaren over doen om het kader zo aan te passen dat de klok kan worden teruggedraaid. Maar dat zal zelfs een verrechtste EU niet pikken
Mest
Hoewel de waterproblematiek op dit moment politiek even niet speelt, komt die nog bovenop het mestdossier dat nu - zoals we alweer een tijd geleden voorspelden - het lot van de dierhouderij in ons land zou bepalen. Er moeten 400.000 melkkoeien uit, wordt gezegd. Op anderhalf miljoen dieren is dat een heel groot aantal, met grote consequenties voor de zuivelfabrieken in ons land. Volgens een recente discussie op Foodlog zou het om wat minder kunnen gaan omdat de mestplaatsingsruimte bij de akkerbouw onderschat wordt. Niettemin zit landbouwminister Piet Adema met zijn handen in het haar. Hij moet met de pet in de hand naar Brussel maar weet zelf niet wat hij Brussel kan bieden omdat het mestdossier een typisch Nederlands probleem is vanwege ons grote mestoverschot. Dat hebben Den Haag en de boerenorganisaties te lang laten lieren. De Europese Commissie zal er weinig begrip voor tonen, misschien wel juist niet omdat ze al genoeg cadeautjes heeft uitgedeeld en boeren in de EU stiekem vinden dat hun Nederlandse collega's al veel te lang meer mochten dan zij.

Nederland staat buitenspel in Brussel
Na het wegstrepen van grote delen van de Green Deal, besloot de EU afgelopen week tot een drastische reductie van de administratieve lasten van boeren in de EU. Boeren met minder dan 10 hectare worden zelfs vrijgesteld van controles die vaststellen of ze voldoen aan milieueisen en kunnen toch aanspraak maken op subsidies uit het Gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dat zijn enorme aderlatingen die het beleid jaren terugzetten. Maar Nederlandse boeren profiteren er niet of nauwelijks van.

De Nederlandse landbouwminister Piet Adema probeert bij de EU ruimte te vinden om de veehouderij niet drastisch te hoeven inperken. De inzet van Renure, stikstofkunstmest gemaakt van echte mest, moet hem helpen, maar de Europese Commissie twijfelt. Hoewel Renure technisch door het Europese Parlement inmiddels als een innovatie wordt gezien, ziet de Commissie er een sluiproute in om een niet-grondgebonden melkveehouderij in Nederland in de benen te houden. En dat was nou juist niet de bedoeling. Nederland stond op milieugebied (vervuiling door uitspoeling) al ver voor de boerenprotesten in Den Haag van 2019 buiten spel en staat dat nog steeds, ook al past de EU de regels aan.

Daarnaast heeft Nederland nog twee uitdagingen.

Dierenwelzijn
De Wet Dieren is zo vergaand, dat de Nederlandse dierlijke productie ver boven de eisen in andere landen van de interne markt komt te liggen. Dat betekent dat elk ander EU-land een concurrentievoordeel op onze boeren krijgt, terwijl zij van export op de interne markt afhankelijk zijn. Dat kan de Nederlandse politiek willen, maar zal een zo radicale krimp op alle terreinen van de dierhouderij betekenen dat die ophoudt te bestaan. Een gang naar Brussel om die ontwikkeling tegen te houden zou absurd zijn, omdat de Wet Dieren een geheel Haagse aangelegenheid is.

De facto is de VHR-richtlijn (een natuurmaatregel) in Nederland misbruikt als tegenmaatregel voor de labbekakkerige uitvoering van de milieurichtlijnen van de EC
Stikstof als invulling Vogel- en Habitatrichtlijn
Daarnaast zitten we natuurlijk nog altijd met onze Nederlandse invulling van de VHR, de Vogel- en Habitatrichtlijn, die bestaat uit een richtlijn die al dateert van 1979 (en werd aangepast in 2009) en een richtlijn uit 1992. De als VHR bekend staande twee richtlijnen zeggen dat de toestand van aangewezen vogelsoorten in robuuste natuurlijke habitats niet mag verslechteren.

In Nederland hebben we dat - ook weer als geheel Haagse aangelegenheid - vertaald in stikstofnormen die onhaalbaar zijn gebleken en een vergunningsbeleid hebben opgeleverd waarvan de berekenende instantie zelf heeft verklaard dat haar methode daar ongeschikt voor is, nadat ook een commissie van experts dat al eens had duidelijk gemaakt maar de politiek daar geen gevolg aan had gegeven. Ook op dat gebied zit Den Haag met zijn handen in het haar vanwege wetgeving die niet zomaar aan de kant kan worden geschoven vanwege VHR-verplichtingen aan Brussel.

Maar de manier waarop die verplichtingen wet zijn geworden is een geheel Haagse aangelegenheid waarbij Brussel opnieuw niet kan helpen. Volgens Nico Gerrits hebben groene krachten binnen het ministerie en bij natuurorganisaties die vertaling naar hun hand gezet. Anders gezegd, omdat die krachten hun kans zagen en weinig voortgang zagen op het gebied van de andere richtlijnen pakten ze de VHR aan om Nederlandse boeren te dwingen aan milieu-eisen te voldoen. Hoewel het moeilijk te bewijzen is, mag de lezer er van uitgaan dat de VHR, een richtlijn voor natuurbescherming, in Nederland misbruikt is als tegenmaatregel voor de labbekakkerige uitvoering van de milieurichtlijnen van de EC.

Zooitje
De situatie is zo langzamerhand een zooitje geworden waarin provinciale overheden inmiddels aan de lopende band boeren voor de bus moeten gooien door handhavingsverzoeken van stikstof-NGO MOB. In afwachting van een nieuw kabinet is de situatie onoplosbaar.

Terwijl de EU zich beweegt richting het versoepelen van de administratieve lasten van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het oplossen van concurrentiële achterstand op niet-EU producten en het versoepelen van vele Green Deal-maatregelen zitten Nederlandse boeren met problemen die onze opeenvolgende regeringen en zij zelf hebben laten ontstaan en groeien tot ze onbeheersbaar werden. Zelfs als een toekomstig rechts kabinet dat zou willen, dan zal het er jaren over doen om het kader zo aan te passen dat de klok kan worden teruggedraaid. Maar dat zullen vervolgens zelfs een verrechtse Europees Parlement, Europese Commissie en EU Landenraad hoogstwaarschijnlijk niet pikken omdat Nederland zich dan buiten een al decennia geldende orde zou plaatsen.
Dit artikel afdrukken