Het voorgestelde verbod werd ingediend door de Groenen en een deel van de Zwitserse Socialistische Partij. Het werd gisteren met 63% van de stemmen verworpen en behaalde in 25 van de 26 kantons van het land geen meerderheid.

In het voorstel werd gevraagd om in de Zwitserse grondwet het 'Recht op waardigheid' van op de boerderij gehouden runderen op te nemen en intensieve veehouderij te verbieden. Daartoe moest een minimale hoeveelheid buitentijd voor dieren en de ruimte "om waardig te leven" op boerderijen worden vastgelegd.

De Zwitserse regering en het parlement vroegen de bevolking om het voorstel te verwerpen, met als argument dat het land al een van de strengste dierenbeschermingswetten ter wereld heeft.

Volgens de indieners van het verbod zou de invoer van agroindustriële producten uit het buitenland ook verboden moeten worden. Tegenstanders beweerden dat het verbod juist geleid zou hebben tot meer import van industrieel geproduceerde dierlijke producten, vanwege de tekorten en hoge prijzen die zullen ontstaan.

De Zwitserse autoriteiten waarschuwden dat het verbod op intensieve landbouw de consument flink zou treffen door duurder vlees en duurdere zuivel en eieren.

Als de uitslag van de volksraadpleging positief was geweest, zou het verbod op intensieve veehouderij ongeveer 3.300 bedrijven hebben gedwongen hun productieproces vergaand te veranderen. Naar schatting zou deze verandering ongeveer €1,2 miljard per jaar hebben gekost.

Zwitserse milieuactivisten stelden een periode van maximaal 25 jaar voor om de overgang naar een niet-intensieve veehouderij te realiseren in het op vier na rijkste land ter wereld.

In 2018 wezen Zwitserse kiezers een voorstel voor voedselsouverniteit af. In 2021 wees het land in een referendum een vergaande ban op het gebruik van chemische gewasbescherming af. Niettemin haalden de supermarktformules Coop en Migros producten die waren gemaakt met Bayer-producten uit de schappen.
Dit artikel afdrukken