Willen we een duurzame voedselproductie, dan moeten we niet alleen boeren afrekenen op hun ecologische voetafdruk, maar ook de sociale en economische gevolgen van beleid meenemen in besluitvorming. Simpel gezegd: boeren moeten een toekomst hebben en fatsoenlijk betaald worden. Als we dat goed voor elkaar hebben, zullen boeren makkelijker meewerken aan het verlagen van hun ecologische voetafdruk van voedselproductie.
De ecologische voetafdruk van plantaardige alternatieven voor dierlijke producten is vrijwel altijd lagerGrote verschillen
Zoals hierboven aangeven, moeten we in mijn ogen duurzaamheid van voedselproductie breder interpreteren dan de ecologische voetafdruk. Tegelijkertijd is er wel een probleem met die voetafdruk van voedselproductie. Zeker in Nederland is die erg groot. Het advies aan consumenten om de voetafdruk van hun consumptie te verlagen, kan in veel gevallen samengevat worden tot de boodschap dat we meer plantaardig en minder dierlijk zouden moeten eten. In beginsel ben ik het daar mee eens.
Dierlijke producten hebben gemiddeld een grotere ecologische voetafdruk dan plantaardige producten. Tegelijk moet je niet vergeten dat er grote verschillen zitten in de voetafdruk van verschillende plantaardige producten. Zo is de broeikasgasemissie van een liter amandeldrink maar 70% van die van sojadrink, terwijl het waterverbruik van amandeldrink ruim 10 keer zo groot is. Wel scoren beide producten beter op beide parameters dan koemelk. Dit geldt ook voor andere plantaardige alternatieven voor dierlijke producten: hun voetafdruk is vrijwel altijd lager.
Voedingswaarde
Plantaardige producten verschillen onderling dus sterk in hun ecologische voetafdruk, maar scoren qua voetafdruk vrijwel altijd beter dan het corresponderende dierlijke alternatief. Maar dat is niet het hele verhaal.
Het is belangrijk je te realiseren dat plantaardige producten niet altijd dezelfde voedingswaarde hebben. Als we weer het voorbeeld gebruiken van de plantaardige melkalternatieven, dan bevat sojadrink in de meeste gevallen een enigszins vergelijkbare hoeveelheid eiwit als koemelk, terwijl amandeldrink tot wel 10 keer minder eiwit bevat. Daarnaast is niet elk plantaardig eiwit even goed bruikbaar voor ons lichaam, en ook zitten er verschillen in gehaltes aan vitamines en mineralen. Uiteindelijk moet je daarom in mijn optiek kijken naar de verhouding tussen voedingswaarde en voedselafdruk om een duurzame keuze te kunnen maken.
Wie melk, of andere dierlijke producten, wil vervangen door plantaardige alternatieven, moet dan ook rekening houden met het feit dat niet elk alternatief even voedzaam is.
Je moet kijken naar de verhouding tussen voedingswaarde en voedselafdruk om een duurzame keuze te makenMelk, en andere dierlijke producten, zijn een heel makkelijke manier om veel kwalitatief goed eiwit, vitamines en mineralen in één keer binnen te krijgen. Die voedingswaarde kun je niet zo makkelijk door één plantaardig product vervangen. Dat betekent niet dat je per se tekorten oploopt als je niets van dieren eet, maar je moet wel meer moeite doen, zeker als je de inname van dierlijke producten sterk wilt verminderen of zelfs naar nul wilt terugbrengen.
Kwalitatief goed eiwit
Ik denk dat de reductie van dierlijke producten in je menu bij kan dragen aan het verlagen van je ecologische voetafdruk. Ook kan het helpen om de voedselkringloop te sluiten. Dat is deels te bereiken door het vervangen van dierlijke producten door plantaardige alternatieven of in toekomst ook door andere alternatieven zoals recombinante alternatieven. Maar daarmee denk ik niet dat we in de toekomst helemaal geen melk meer drinken. Melk draagt bij aan de inname van kwalitatief goed eiwit, vitamines en mineralen en zal die rol naar ik verwacht blijven spelen.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Daar ben ik het mee eens. Ik denk ook dat veel boeren best naar een lagere intensiteit willen, als ze maar fatsoenlijk betaald worden, zodat ze ook met een lagere productie kunnen rondkomen.
Als de veehouderij stukken minder intensief wordt en bijdraagt aan circulariteit op regionaal verband zal zuivel een belangrijke bijdrage blijven leveren. Laten we streven naar regionale (wat mij betreft Europese) zelfvoorziening met kwalitatief hoogwaardige en complete voeding. En laten onze kwaliteitseisen ook gelden voor importvoeding.