In Europa, waar op veel verschillende prehistorische vindplaatsen onderzoek is uitgevoerd, is bewijs gevonden dat kannibalisme teruggaat tot de vroegste menselijke bewoners. Zo'n 20% van de archeologische vindplaatsen, van Homo antecessor tot Neanderthaler, toont aanwijzingen van kannibalisme, wat suggereert dat het geen ongewone praktijk was.

Er zijn 3 redenen te benoemen om elkaar op te eten, volgens New Scientist. De meest voor de hand liggende reden is voedselvoorziening. In tijden van voedselschaarste kan kannibalisme helpen te overleven. Dat deden bijvoorbeeld nog in 1972 de passagiers van het neergestorte vliegtuig in de Andes die hun doden opaten om in leven te blijven (recent nog verfilmd in Society of the Snow). Al was een prehistorische mens niet de meest voedzame maaltijd die je je kunt voorstellen. Naar schatting van de Britse antropoloog James Coles zou een prehistorisch mens zo'n 144.000 kcalorieën opleveren. De grootste caloriebronnen waren vetlagen (50.000) en spieren (32.000). Grotere dieren leverden veel meer op: een mammoet leverde al 3,6 miljoen calorieën op alleen uit de spieren.

Voor de Wari' is het laten ontbinden van het lichaam van een dierbare "oneerbiedig"
Veel van de in de oudheid als voedsel geconsumeerde individuen blijken kinderen zijn. Ook bij onze naaste verwanten, chimpansees en bononos, komt kannibalisme voor als een manier van territoriumverdediging en groepsdynamiek. Agressieve chimpansees vallen geïsoleerde jongen van rivaliserende groepen aan en eten ze op om zo de groepsgrootte te beheersen en in balans te houden met de leefomgeving.

Het eten van mensen kan ook een begrafenisritueel zijn, blijkt uit een recente studie van botten uit de Magdalénien-periode. Menselijke botten werden vaak apart van dierlijke resten bewaard en hadden unieke markeringen die wijzen op rituele handelingen. In deze gevallen was het kannibalisme mogelijk een manier om respect en liefde voor de doden te tonen.

De derde reden voor kannibalisme is van culturele aard. In sommige samenlevingen werd kannibalisme beoefend als deel van sociale of culturele normen, los van overleving of rituelen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij sommige prehistorische Scandinavische samenlevingen, maar ook nog in de 20e eeuw, bij het Braziliaanse Wari'-volk. "Het idee is dat ze het hele lichaam opeten," zegt Silvia Bello. "Dan verbranden ze wat nog overblijft, inclusief de botten, die vervolgens fijngemaakt worden, gemengd met honing en dat wordt ook opgegeten." Voor de Wari' is het laten ontbinden van het lichaam van een dierbare "oneerbiedig".

Volgens de antropologen moeten we onze negatieve opvattingen over kannibalisme overboord gooien. Kannibalisme kan naar huidige maatstaven gelden als een vorm van duurzame voeding. Onze moderne houding en respect voor menselijk leven is echter slecht verenigbaar met de gedachte dat de ene mens als voedsel voor de andere kan dienen.

Dit artikel afdrukken