De dijen vormen het meest voedingsrijke deel van het lichaam, met 13.354 calorieënTe weinig calorieën
Cole koos een andere aanpak. In een artikel in Nature gaat hij uit van de chemische samenstelling en caloriewaarde van het menselijk lichaam. Een gemiddelde man van 50 kilo (in het stenen tijdperk) bestaat voor ongeveer 30 kilo uit spierweefsel. De rest is ingewanden, organen, lichaamsvet en botten. Omgerekend naar calorieën komt dat overeen met 125.822 calorieën in totaal, waarvan 32.376 calorieën aan spierweefsel. De dijen vormen het meest voedingsrijke deel van het lichaam, met 13.354 calorieën. De lever is goed voor 2.569 en het hart voor 650 calorieën.
Eén zou mens slechts voldoende zijn voor een derde van de dagelijkse caloriebehoefte van een stam van 25 personenEr van uitgaande dat een Neanderthaler of een van onze paleolithische voorouders iets meer nodig hadden dan de moderne caloriebehoefte van 2.400 calorieën per dag, zou één mens slechts voldoende zijn voor een derde van de dagelijkse caloriebehoefte van een stam van 25 personen. Cole zet dat af tegen de andere caloriebronnen waar de stam zich op kon richten: een oerrund bevat 367.200 calorieën aan spiermassa alleen al, een wolharige neushoorn 1,26 miljoen en een wolharige mammoet zelfs 3,6 miljoen calorieën aan spiervlees.
Sociale en culturele aspecten
Tel daarbij op dat het waarschijnlijk moeilijker was om op een mens te jagen dan op een dier, "aangezien mensachtigen konden terugvechten, wegrennen of een list verzinnen om aan de jacht te ontkomen", schrijft Cole. Hij denkt dan ook dat onze voorouders geen mensen aten als bestanddeel van hun standaardmenu, maar dat er sociale of cultuuraspecten een rol speelden. In een email aan Time schrijft Cole dat het mogelijk een primitieve vorm van geopolitiek was. Mensachtigen trokken ten strijde om hun leefgebied te vergroten, en daarbij vielen slachtoffers. "Mogelijk werd het vlees nadat er doden waren gevallen opgegeten omdat het zonde zou zijn het te verspillen, of misschien als een waarschuwing", zegt hij. Daar voegt hij aan toe dat we de werkelijke motivatie voor het kannibalisme in de oudheid vermoedelijk nooit met zekerheid zullen ontdekken.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jarno, het is eigenlijk net zoiets als het antwoord op de vraag: waarom worden paarden niet als consumptiedier gehouden?
Ergo wat hebben we aan dit "stukje"
we zijn geen Neanderthalers? (ontkenning) of toch wel?
Nee, Enno, hij geeft wat hij een logisch argument vindt en zegt dat we het nooit echt zullen weten. Kijk maar naar de laatste zin van het stukje.
Dus Cole meent te weten waarom zo'n 200.000 jaar geleden de Neanderthalers af en toe mensenvlees aten. Knap hoor!
Piet Hoogland #2
Ondanks CJD (CreutzfeldJacob) aten oa. Nieuw-Guineeër blijkbaar tot midden 20e eeuw geregeld mensenvlees -vaak genoeg dat er af en toe CJD ontstond.
Blijkbaar is het korte/middellange termijn voordeel (extra bron van hoogwaardig voedsel) groter dan het lange termijn nadeel van een risico op CJD.
Overigens aten de Azteken (waarschijnlijk) nog grotere hoeveelheden mensenvlees; de mensenoffers hadden natuurlijk wel een doel: Een volle maag.