foto: kop van een tong, Biological Records Centre

Afgelopen week reageerde ik wat geprikkeld op het bericht dat er steeds meer gelukkige, duurzame vis wordt .... gekweekt. Naar aanleiding van de European Seafood Exposition in Brussel afgelopen week, kwam ook Mac van Dinther ermee in De Verleiding (Volkskrant, 13/5): vis uit de bio-industrie en nog 'biologisch' en 'duurzaam' ook. Met dat argument blijkt de vis zelfs duurder te kunnen worden verkocht dan wilde. Vanaf deze maand is Schotse kweekkabeljauw te koop bij Tesco's, ruim 10% duurder dan de zwaar overbeviste echte.

Het Vlaamse Nieuwsblad op Zondag meldt een verdere primeur: zeetong uit industriële teelt. Een novum en niet gemakkelijk te bereiken. Tong is nl. een lekkerbek die je niet zomaar van alles kunt voorzetten. De afgelopen tijd zijn pilots uitgevoerd, die zowel qua kweek als qua smaak succesvol zijn verlopen. Volgens Kris Cooreman van het Vlaamse Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (Ilvo) is de smaak niet van wilde zeetong te onderscheiden. Daarom gaat binnenkort in Oostende een commercieel kweekprogramma van start.

Wat Cooreman betreft, is het de start van een groter project, waarin ook aan blauwe kreeft (die beter is dan de Canadese die de groothandels hier meestal leveren) en garnalen moet worden gedacht.

Biologisch en duurzaam?!? Wat krijgen de dieren eigenlijk te eten (slachtafval, visafval, antibiotica ja of nee - het blijft tenslotte een vorm van intensieve teelt)? Ik vind dat er wel erg met die begrippen wordt gegoocheld.

OK, ondanks de sympathieke kop van de tong hierboven, zijn vissen niet zo aaibaar als varkens en andere warmbloedige dieren. Toch begint het zo langzamerhand dringend te worden: heeft er al iemand gedacht aan regulering van deze nieuwe bio-industrie, cq. een kritische benadering daarvan?

Overigens: de Nederlandse concurrentie lag al op de loer!
Dit artikel afdrukken