image
foto: rsaccon

Gisteren zijn Greenpeace-activisten opgepakt in Brazilië nadat ze hadden geprotesteerd tegen verdere uitbreiding van Cargill's soja-plantages in de Amazone-delta.

Hun doel is niet verrassend - de biodiversiteit van het Braziliaanse regenwoud beschermen tegen verdergaande bedreiging, er is tenslotte inmiddels 20% verloren gegaan. De tegenactie wél. Uiteraard was Cargill tegen de protesten en banners 'Cargill Out'. Maar ook de lokale bevolking blijkt tegen: Cargill zorgt voor ontwikkeling en betere financiële omstandigheden. De grondprijzen stijgen. Daar is verder niet veel uitleg bij nodig.

Vandaar een heel ander punt. Greenpeace strijdt op de verkeerde plek voor een in beginsel goede zaak. Doel is uiteraard niet de lokale bevolking iets duidelijk te maken, maar ons hier. Brazilië wordt gebruikt als toneel om hier de kranten en opinie te halen. Toch wel een beetje makkelijk om dat te doen over de rug van mensen die zich óók willen ontwikkelen - en ontzeg hen dat recht maar eens.
De 'goede zaak' wordt te eenvoudig bekeken. Zo krijg je de discussie én actie nooit waar je die wilt hebben: hoe kun je de belangen van mensen (die nu eenmaal altijd meer willen en daarmee ook hun eigen leefmilieu en voeding vervuilen) en de eisen die je stelt aan een gezonde leefomgeving verenigen?

Waarom dit verhaal? Omdat het me gisteren diep trof dat ons doodgewone dagelijkse scharreleitje eigenlijk niet meer te eten blijkt omdat het stijf staat van de dioxines en PCB's. Da's net zo'n vraagstuk: hoe verenig je de vervuilende belangen van mensen met het tegengestelde belang van de natuur waar we zelf part en deel van uitmaken?

Zeker op zo'n druilerige zaterdagse voorjaarsmorgen, zit er een boel filosofie in zo'n eitje ;-)
Dit artikel afdrukken