Het hart van de jongste stikstofdiscussie is een motie van Tweede Kamerlid Harm Holman (NSC) die de regering oproept om een drempelwaarde van 1 mol stikstof per hectare per jaar in te voeren. De motie werd in de Tweede Kamer aangenomen. Holman grijpt terug op een oude norm om de vergunningverlening niet nog langer lam te leggen. Minister Van der Wal erkent de urgentie om de stilstand te doorbreken, maar wijst op de complexiteit en de tijd die nodig is om een dergelijke maatregel zorgvuldig en juridisch houdbaar te implementeren. Holman staat in boerenkringen bekend als 'groen' omdat hij een grondgebonden landbouw wil als tegenwicht tegen de import van veevoer en mestoverschotten. Wat mest en de daarmee gepaard gaande ammoniakproductie aangaat, zijn zijn intenties even natuurzuiver als die van Van der Wal: ook Holman wil overbemesting van de Nederlandse wilde flora en fauna tegengaan.

Van der Wal en TNO
Volgens Van der Wal ligt de uitdaging in het vinden van een wetenschappelijk en juridisch verantwoorde manier om de stikstofdepositie te berekenen. Dat vindt ze niet eenvoudig. Ze benadrukt dat het implementeren van een hogere drempelwaarde de onderliggende problematiek van stikstofemissie niet oplost. Het is volgens haar slechts een deel van een breder beleidskader dat noodzakelijk is om de algehele stikstofuitstoot effectief te reduceren. Holman weet als boer dat 1 mol per hectare ecologisch geen verschil maakt voor de staat van de natuur in Nederland. Dat is geen lompe gedachte. Holman wordt gesteund door de ingenieurs van TNO. Niettemin speelt de werkelijkheid van TNO en Holman voor juristen op ministeries en onder politici geen rol van betekenis. Of omdat zij geen natuurkundig of biochemisch gevoel voor getallen hebben. Of omdat ze leven in een parallelle wereld naast de werkelijke. Die wereld zou je de politieke en juridische wereld kunnen noemen.

Overijssel
De wereld vertaalt zich door in de echte. De provincie Overijssel zit met een praktisch probleem. De provincie moet - als gevolg van processen die zijn aangespannen door stikstof-NGO MOB - de zogeheten PAS-melders aanpakken. Die zijn echter illegaal als gevolg van falend overheidsbeleid. In plaats van legalisatie om die fout te repareren, biedt de provincie veehouders de mogelijkheid om via een emissiereductieplan aan te tonen hoe zij hun stikstofemissie kunnen verminderen. Hun plan moet eventuele juridische overtredingen compenseren teneinde de provincie een formele basis te bieden om af te zien van handhaving.

En zelfs die aanpak is juridisch niet risicoloos. Het is namelijk maar de vraag of de Overijsselse emissiereductieplannen standhouden bij de rechter als MOB besluit er een zaak tegen te starten. Een robuuste data-infrastructuur is volgens de provincie het beste wapen tegen MOB, maar garanties biedt dat niet.

Het gedrag van minister Van der Wal en de provincie Overijssel zijn illustratief voor de juridisering van het stikstofbeheer dat zich los heeft gezongen van iedere feitelijkheid.

Kafka liet zijn lezers begin 20e eeuw zien waar de moderne bureaucratie op basis van regels en juridische processen toe kan leiden
In opdracht van de overheid onderzocht het RIVM welke natuur- en rekenkundige overwegingen een duidelijke fysieke grens bieden waaronder vergunningen voor projecten die stikstofemissies met zich meebrengen geen gevaar voor de Nederlandse natuur kunnen opleveren. In die verkenning is het werk van TNO meegewogen. TNO zegt dat de rekenkundige ondergrens voor stikstofdepositie tussen de 1 en 10 mol per hectare per jaar ligt. Dat komt erop neer dat de modellen waarmee de overheid het RIVM depositie laat berekenen niet te onderscheiden zijn van nul als die ergens tussen de 1 en de 10 mol per hectare ligt. Toch is de door Holman voorgestelde grens van 1 mol volgens de minister een groot probleem voor de Nederlandse natuur. Haar zorgen en de PAS-melders struikelen namelijk al over 0,005 mol. Daarom wil Overijssel - een provincie die zich nou juist durft te verzetten tegen al te mooie of merkwaardige Haagse dromen - dat boeren plannen maken op basis van Van der Wals complexe regelkader, terwijl het ook eens de vraag is of ze juridisch zullen houden.

Kafkaësk
In de 2 romans Der Prozeß (Het Proces) en Das Schloss (Het Kasteel) beschreef de Duitstalige intellectueel en romancier Franz Kafka begin vorige eeuw wat er met mensen gebeurt als de moderne rechtsstaat zich verliest in formalisme. In Der Prozeß wordt het hoofdpersonage, Josef K., zonder duidelijke reden gearresteerd. Hij raakt verwikkeld in een proces. De roman draait om de ongrijpbare aard van juridische schuld. Josef K. wordt beschuldigd van een misdaad, maar hij weet niet wat hij heeft gedaan. Hij wordt geconfronteerd met een ondoorgrondelijke rechtsorde waarin hij niet kan achterhalen hoe hij zich moet verdedigen. Het systeem lijkt absurd en willekeurig. Kafka suggereert dat schuld en wet in deze moderne wereld mensen ethisch vervreemden van het recht en de makers van wetten. Individuen blijken machteloos te worden tegenover de machinaties van de bureaucratie terwijl ze volstrekt zuivere intenties kunnen hebben.

In Das Schloss probeert K. toegang te krijgen tot een kasteel in een afgelegen dorp. Het boek draait om schuld als notie tegenover een onpersoonlijk en ondoordringbaar gezag. K. wordt niet formeel beschuldigd van een misdaad zoals Josef K., maar ervaart een diepgeworteld gevoel van schuld en onvermogen om te voldoen aan de verwachtingen van het kasteel en de bureaucratische machinerie die het vertegenwoordigt. Das Schloss schetst de absurditeit en de ondoordringbaarheid van die machine. Het boek laat zien hoe K.'s werkelijkheid irrelevant is, terwijl hij niet kan ontdekken waarom hij met zijn werkelijkheid niet tot die van het kasteel. kan doordringen. Kafka liet zijn lezers na de eeuwwisseling van de 19e en 20e eeuw zien waar de moderne bureaucratie op basis van heel precieze regels en juridische processen toe kan leiden.

De wereld van de stikstofrekenmodellen en juridische 'zorgvuldigheid' van Van der Wal lijkt de vleesgeworden werkelijkheid van Kafka's door regels geproduceerde absurditeit. Wie ons nationale parlement en de provinciale politiek volgt ten aanzien van het stikstofbeleid en nog wat intellectuele bagage heeft, kan onmogelijk niet denken aan het Kafkaëske Proces en Slot. De ontstane situatie is binnen het Slot - lees: het parlement dat wetten maakt - niet meer op te lossen. Onmogelijk is het echter niet als de makers van het Slot toestaan de vraag te stellen: hoe zouden we het gebouw opnieuw tekenen als we geen vervreemding willen laten ontstaan?

BREDER KADER: NEDERLAND, DUITSLAND, EU

Het stikstofvraagsuk is slechts één onderdeel van de vele wet- en regelgevingskaders waarmee het Nederlandse boerendossier omgeven is. Wie wil weten hoe het dossier er als geheel uitziet, vindt daarover meer in deze recente longread.

Het fenomeen regels, vervreemding en boeren is niet alleen een Nederlands fenomeen (en niet alleen een boeren-issue). Bij de aankondiging van zijn toekomst als politicus in het Europese parlement liet Bram van Hecke, voorzitter van de jonge Vlaamse boeren (De Groene Kring), weten dat zijn keuze vooral wordt bepaald door 'regulitis' vanuit Europa. Om de metafoor van het hierboven gebruikte ondoordringbare Slot door te trekken: hij gaat proberen het euvel wel binnen het Slot aan te pakken. Van Hecke formuleert dat zo: "Ik heb een Europees hart, maar ik ga niet akkoord met alles wat uit de EU-machine komt. Europa is een fantastisch idee. Ik geloof in een steeds sterker Europa, maar het is de bureaucratie die me tegen de borst stoot. Je hoeft geen landbouwer te zijn om die regulitis te merken. Van vrienden uit andere sectoren, zoals garagisten of beenhouwers, hoor ik dezelfde verzuchting. We moeten de vrijheid bewaken, maar wel binnen een kader.”

Met zijn laatste zin lijkt hij te hinten op de opkomst van populistisch rechts als gevolg van de weerzin die in de samenleving ontstaat tegen vervreemdend beleid en regelgeving. Van dat laatste zijn de door burgers gesteunde boerenprotesten in Duitsland vermoedelijk een voorbeeld. Inmiddels is de situatie daar zover dat burgers ook de straat op gaan tegen het succes van de AfD, de Duitse variant van de PVV, omdat ze vrezen dat het Slot het stuur kwijt is. De stoplichtregering van Rood (socialisten, SPD), Geel (liberalen, FDP) en Groen (die Grüne) heeft zelf de massale verrechtsing over zich afgeroepen door slecht bestuur, zegt een tweet op X.

Op NPO1 Radio liet gisteren oud-DSM bestuursvoorzitter Feike Sijbesma weten dat we niet verbaasd moeten zijn dat het publiek boos wordt en de straat op gaat. Er zijn grenzen aan hoe je mensen hun verantwoordelijkheid voor de toekomst kunt laten nemen, zegt Sijbesma. In de metafoor Kafka: de bestuurders van het Slot snappen niet wat ze doen als ze hun electoraat dat te maken heeft met extreme inflatie ook nog eens volop willen laten betalen om klimaatverandering tegen te gaan, er bestuurlijk een potje maken door tegenstrijdige regelgeving en bovendien gaten in de begroting ook nog eens op het publiek afwenden.
Dit artikel afdrukken