Uit onderzoek dat Proveg onder 7.500 Europeanen in 10 landen liet uitvoeren, blijkt dat 51% van de Europese vleeseters actief bezig is om vlees te minderen. In 2021 was dat nog 46%.

Het totale percentage flexitariërs, veganisten, vegetariërs en pescotariërs onder de Europese bevolking ligt, op basis van het onderzoek, op 46%. Opvallend is wel dat het percentage van de Europese consumenten dat zich flexitariër noemt, daalde van 30% in 2021 naar 27% in 2022 (een daling van 10%).

Vertrouwen
Over het algemeen zijn Europeanen plantaardige alternatieven meer gaan vertrouwen in de afgelopen 2 jaar, constateert Proveg. Daarbij spelen vooral de criteria 'veilig' (57%), 'nauwkeurig geëtiketteerd' (56%) en 'betrouwbaar' (55%) een rol. Traceerbaarheid (47%) en algemene integriteit (47%) scoren minder. Opvallend: het vertrouwen in plantaardige en kweek-eiwitten nam toe, dat in eiwitten uit algen en insecten nam af.

alternatieve eiwitten

Er is werk aan de winkel voor de voedingswetenschap en de voedingsindustrie: merken die prioriteit geven aan duidelijke etikettering, transparantie over herkomst en productintegriteit, zullen waarschijnlijk een groter consumentenvertrouwen opbouwen en zo een concurrentievoordeel behalen, zegt de coördinator van Smart Protein, Emanuele Zannini in het ProVeg persbericht. "Dit zal steeds meer consumenten aanmoedigen - ook de meer sceptische - om met meer vertrouwen over te stappen op een beter dieet voor hun gezondheid en voor de planeet."

Voor 47% van de respondenten als geheel is gezondheid de belangrijkste reden om minder vlees te eten. Milieuoverwegingen (29%) en dierenwelzijn (26%) volgen op afstand. Per land zijn er verschillen: zo zijn in Nederland milieu en dierenwelzijn de belangrijkste motivaties, terwijl in Italië gezondheid bovenaan staat.

Kanttekeningen
Het onderzoek roept vragen op. Een week geleden bracht Foodlog het nieuws dat consumenten in Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië en het Chinese Shanghai dierenwelzijn belangrijker vinden dan klimaat.

En in hoeverre duidelijke etikettering en labels de consument gaan helpen met het maken van een gezonde keuze, is ook nog maar de vraag. Vleesvervangers vallen doorgaans in de categorie highly processed foods en die gelden nou niet bepaald als gezond al zijn ze nog zo plantaardig.

Effect van duur vlees
Misschien is er wel een veel eenvoudigere verklaring voor de verminderende vleesconsumptie, al is die minder 'actief' dan de eiwittransitie die ProVeg zo graag ziet. Vlees is de afgelopen jaren immers veel duurder geworden. In Nederland leidde dat tot een 'historisch lage vleesconsumptie', die bij nader inzien niet eens zoveel lager was dan voorheen.

Wageningen denkt er anders over
Wil de eiwittransitie echt aanslaan, dan is in ieder geval bij ons nog heel wat werk aan de winkel constateerde het blad Resource van Wageningen UR eerder deze week. Promovenda Inge Wortel ontdekte dat ze prachtige ontdekkingen kon blijven doen op het gebied van vleesvervangers, maar consumenten willen er niet aan. De WUR blijkt financiers te hebben gevonden die moeten helpen om consumenten toch te verleiden. Er wordt een speciaal instituut ingericht om te doen wat volgens Proveg al gelukt is.

Eenvoudige waarheid
De waarheid over vleesvervangers blijft een heel simpele: de markt groeit, maar heel rustig. Het is net gras. Dat is ook plantaardig en groeit vanzelf, maar eraan trekken helpt niet. Naarmate vlees duurder wordt, vleesvervangers echt lekkerder en goedkoper worden, nemen meer mensen ze na dat ene tegenvallende keertje proberen op in hun routine. Aan dat lekkerder maken wordt hard gewerkt door de bedrijven die boven zijn komen drijven na de overvloedige stroom geld die iedere vleesvervanger start-up kreeg toegegooid kreeg toen het geld tot een jaar geleden gratis was. Op dit moment neemt de overheid - ondanks de hoge rente en inmiddels volwassen vervangerindustrie - de rol van suikeroom, zodat die stroom weggegooid geld toch weer op gang komt.
Dit artikel afdrukken