46% van de uitstoot
Van de 13 zuivelondernemingen zitten er 6 in de Europese Unie (waaronder FrieslandCampina, Arla Foods en Danone), 3 in de Verenigde Staten (zoals de Dairy Farmers of America) en 1 in Nieuw-Zeeland (Fonterra). Samen zijn ze goed voor 46% van de totale melkproductie wereldwijd - maar ook de meeste broeikasgasuitstoot. In deze westerse landen is de landbouw industriëler dan in India. Dat leidt weliswaar tot lagere emissies per liter melk, maar verlaagt de totale emissies niet omdat het voordeel van lagere emissies wordt ingehaald door een veel groter volume waar het publiek ruimhartig en tegen lage prijzen gebruik van maakt. Het rapport is er stellig over: "de emissie per kilo melk verbergt de milieunadelen van overproductie."
De hogere en zogenaamd duurzamere melkproductie door de lagere uitstoot per liter leidde tot meer broeikasgassen en financiële risico's voor het totale boerenbestandAls gevolg van de toegenomen productie in de EU, de VS en Nieuw-Zeeland, dook in 2015-2016 de melkprijs wereldwijd omlaag. Grote melkverwerkers dumpten hun zuivelproducten op de wereldmarkt waardoor de opbrengstprijs onder de kostprijs daalde en kleine en middelgrote melkveehouderijen uit de markt drukte.
De hogere en zogenaamd duurzamere melkproductie door de lagere uitstoot per liter leidde tot meer broeikasgassen en financiële risico's voor het totale boerenbestand. Daarom roepen de onderzoekers van IATP op tot beleidsmatig ingrijpen. Een hogere melkproductie per dier is wel degelijk duurzaam, maar alleen als de totale productie wordt gemaximeerd. Alleen dan zijn de productie en de uitstoot in het gewenste evenwicht te brengen.
Twee jaar geleden publiceerde het IATP ook al een rapport waarin de impact van de veehouderij op het klimaat centraal stond. Ditmaal pleiten de opstellers voor drastische hervormingen in het bestaande beleid. Alleen dan zijn de doelstellingen uit het klimaatakkoord van Parijs te halen.
Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) in de Europese Unie en de ‘Farm Bill’ in de Verenigde Staten bieden daar volgens hen de instrumenten voor: overheid en zuivelaars kunnen productieplafonds afspreken om de prijs van zuivel niet te bederven en niet aan te zetten tot nodeloze en te goedkope consumptie. De onderzoekers zelf geven de voorkeur aan de gedecentraliseerde en lokale zuivelmarkt zoals die nu in India bestaat. Dat is het meest heilzaam voor het milieu en de boeren. De uitstoot per liter melk is weliswaar hoog, maar het negatieve effect daarvan wordt gecompenseerd door een veel lagere consumptie per hoofd van de bevolking.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Natuurlijk zijn andere waarden dan de emissie intensiteit van belang. Maar ik denk niet dat het aan ons, hier ver weg van India, te beoordelen of te bepalen is welke waarde het belangrijkste is bij de ontwikkeling van de zuivelsector in India. Vanuit hier zeggen dat de huidige melkproductie daar wel voldoende is omdat agro ecologische waarden ook belangrijk zijn, vind ik moeilijk te beoordelen. Zeker niet voor een land waar een derde van de kinderen en de helft van de zwangere vrouwen ondervoed is.
In 1995 haalde ik mijn partner op uit Tanzania. Hij had daar een half jaar onderzoek gedaan naar de geschiktheid van sisal als veevoer voor het Tanga Smalholder Dairy Development Program (TSDDP). De sisal markt was jaren eerder in elkaar gestort en vanuit Nederland werd ontwikkelingshulp geboden om daar een zuiveltak op te richten. Er staat de mooiste ligboxenstal en visgraatmelkstal van Tanzania maar is nooit echt in gebruik genomen vanwege de onbetrouwbare stroomvoorziening, melkkoeien die niet bestand waren tegen het tanzaniaanse klimaat en werknemers met een andere arbeidsethos dan in Nederland.
De volgende poging was het TSDDP. Dat bestond uit het opfokken van een resistente melkkoe die bestand was tegen het Tanzaniaanse klimaat en meer melk gaf dan de zeboes. Drachtige kruislingvaarzen, werden, na opleiding, aan de Tanzaniaanse boer uitgeleend. Na afkalving van de vaars konden de boeren de vaars melken, de melk gebruiken voor eigen consumptie en het overschot verkopen. De lening werd ingelost door een gezond kalf aan het project terug te geven. (dit kalf werd opgefokt en indien vaars geinsemineerd en weer uitgeleend). Er deden tientallen boeren aan mee en werd ook een zuivelfabriekje (Tanga Fresh) opgericht om dagelijks de enkele honderden liters te verwerken en lokaal te verkopen.
Tot 2000 had dit project het moeilijk. Nederland bood hulp maar tegelijkertijd drukte goedkope melkpoeder uit het buitenland (ook uit Nederland!) de lokale melk uit de markt en werd echte ontwikkeling tegengehouden.
In 2000 besloot de Tanzaniaanse regering de zuivelmarkt te beschermen en inmiddels verwerkt Tanga Fresh 50.000 liter melk per dag en zijn er 4.500 boeren aangesloten met gemiddeld 1-10 koeien per bedrijf. Melk als motor van ontwikkeling in Oost-Afrika
Of het project duurzaam genoeg is, in de zin van onze westerse klimaat- en ecologische ambities, weet ik niet (in reisverslagen van studenten naar Tanga Fresh lees ik bijvoorbeeld dat er bush wordt ontgonnen voor begrazing). De boeren die bij het project zijn betrokken zijn tevreden. Kinderen kunnen naar school, boeren bouwen huizen van steen en wonen niet meer in lemen hutjes, het platteland ontwikkelt zich en de migratie naar de stad schijnt te verminderen.
Hoe het verder moet in India weet ik ook niet. Maar ik denk wel dat ze daar know how hebben over zuivel en melkveebedrijven. (Eén van de grootste melkveebedrijven heeft een veestapel met 3000 melkkoeien).
Verder vraag me af hoe je steden als Mumbai, New Dehli en Calcutta met tientallen miljoenen inwoners met kleinschalige en lokale melkveebedrijven van zuivel kunt voorzien.
#28 Agro-ecologie stimuleert de melkproductie niet en is niet te meten in het kengetal per kilogram melk. Het is daarom van belang om ook andere kengetallen aan te houden die rekening houden met de natuur. Dat 'ecosystem servicies' niet zijn meegenomen in de per kilo melk berekening haalde ik al eerder aan op Foodlog . Daarom noemt het rapport ook dat het het kengetal 'environmental costs' verbergt.
De regering van India wil de melkproductie niet verhogen met bedrijven van 1 a 2 koeien, ze willen dat doen door in te zetten op een kapitaalsintensief systeem ('industrial system'). Dus zij doen voor een deel ook afstand van de kleinschalige melkveehouderij.
#25 Mooi artikel van Niek Koning, hij noemt de markt ook niet als oplossing. Maar ziet meer heil in het stabiliseren van grondstoffen en het echt ontwikkelen van arme landen zoals hij het omschrijft.
'Ga publieke investeringen in de rurale infrastructuur van die landen co-financieren, zodat ze zich kunnen ontwikkelen en hun bevolkingsgroei afneemt.' -> Ook een kleinere behoefte is dus van belang.
Ik snap dat je het daar niet mee eens bent, Ellen-Maureen! Dat is ook het merkwaardige punt hier: wat betekent die keuze? Ik denk: geen groei. Maar misschien kan Chris daar meer over vertellen.
#26 Dick: Eens met je laatste zin.
Met de eerste niet omdat in India de inefficiënte kleinschaligheid misschien weinig melk oplevert maar gezamelijk juist heel veel: 20% van de wereldwijde melkproductie. Het wereldwijde emissie aandeel ligt nog een stuk hoger omdat de uitstoot per kg melk 2 tot 3 keer zo hoog is als bijvoorbeeld in West Europa. (In 2017 omvatte het productievolume van de Indiase zuivelfabriek Amul 5% van de totaalproductie van de 13 grote zuivelbedrijven terwijl de CO2 emissie 13% van de totale emissie was).
In het rapport staat dat de Indiase regering de ambitie heeft de melkverwerkingscapaciteit te willen verdubbelen voor het jaar 2025. Dat betekent nogal wat wanneer dat gaat gebeuren met 1-2 koeien per bedrijf en er dan niet naar emissie intensiteit wordt gekeken.
Beste allen, het IATP maakt een keuze voor dure en inefficiënte kleinschaligheid die zo weinig melk oplevert dat de inefficiency niet uitmaakt. Net als de oude boer Kok bij Amersfoort.
Het andere punt dat het IATP maakt, is dat efficiency zeker wel zin heeft, als je de productie maar beheerst. Als je dat niet doet - en dat is het geval - dan is duurzaamheid per liter een wassen neus omdat je de productie opjaagt, de marge laat verdampen en de consumptie over zijn natuurlijke grenzen jaagt.