De grootste supermarktketen, met een marktaandeel van 35,9%, slokt de kleinste op, die een marktaandeel van 1,1% heeft. De financiële details van de transactie blijven onbekend, ook moeten de ondernemingsraden van beide bedrijven en concurrentieautoriteit ACM nog instemmen.

Oprichter Jan Linders - oorspronkelijk melkventer - begon in 1963 in het Limburgse Gennep met zijn eerste supermarkt. In de jaren daarna breidde de keten zich uit tot in totaal 63 filialen in Limburg en Noord-Brabant. Die worden niet allemaal omgebouwd tot Albert Heijn-supermarkten: 11 vestigingen worden verkocht, waaronder de winkel in Gennep, op een steenworp van de oervestiging. Daarnaast neemt de nieuwe franchiseonderneming ook 10 Albert Heijn-winkels in Limburg over. Topvrouw Marit van Egmond (Albert Heijn) is "heel blij" met de versterking in het zuiden van het land. Daar ligt het zwaartepunt van Jumbo, die door deze overname terrein verliest in zijn achtertuin. Van Egmond prijst Jan Linders als "een servicegerichte supermarkt waar altijd een extra stap voor de klant wordt gezet".

Voor supermarktwatchers is de overname geen verrassing. Supermarkten moeten de komende jaren flink investeren in "mechanisering, robotisering, data en onlinebezorging", schrijft het FD. Volgens ceo Ferry Moolenschot vragen "de huidige omstandigheden van verregaande digitalisering en snel veranderende klantverwachtingen" om investeringen en innovaties om concurrerend te blijven, waar "Jan Linders zich als zelfstandig bedrijf niet toe in staat acht."

Kleinere ketens hebben daar niet altijd de middelen voor. Het niet kunnen - of willen - investeren in automatisering was de reden dat supermarktketen Deen vorig jaar de keten verkocht.

Wat ook een rol speelt is dat de winstgevendheid van supermarkten onder druk staat door de inflatie, kostenstijgingen bij producenten en opkomst van online boodschappendiensten. Ook zullen de loon- en huurkosten flink gaan stijgen.
Dit artikel afdrukken