Op TerraMadre dag 2011 (zaterdag 10 december) was Studio/K in Amsterdam-Oost het toneel voor een door de Youth Food Movement georganiseerd debat over de toekomst van ons voedsel naar aanleiding van de aanstaande hervormingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU. De verhitte discussie liet zien dat, ondanks consensus over de noodzaak van verduurzaming van ons voedselsysteem, de standpunten van de vertegenwoordigers van SlowFood, het Nederlandse ministerie van EL&I en de Europese jonge boeren organisatie CEJA nog ver uit elkaar lagen.
Onderstaande tekst is een bewerking van de tekst van Jan-Pieter Daems op de website van YFM.
De avond maakte deel uit van de internationale campagne CAP2013, Food for Change van de Youth Food Movement en SlowFood. De avond ging van start met een diner bestaande uit onder meer pompoensoep, geconfijte gans en zuurkool. De aanwezigen, waaronder 20 leden van het internationale YFM netwerk uit Europa, kregen uiteraard een maaltijd bestaande 'good, clean and fair' ingrediënten.
Keuringsdienst van Waarden-presentatoren Teun van der Keuken (foto) en Roland Duong verwelkomden de deelnemers van het debat op het podium:
- Paolo di Croce vanuit SlowFood International
- Monique Remmers (foto), vanuit het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie
- Joris Baecke, boer in Zeeland, bestuurslid van het NAJK en voorzitter van de Europese koepel voor jonge boeren CEJA
Herman Snijders, GLB-expert binnen het ministerie, nam de zaal in zevenmijls-stappen mee door de geschiedenis van het GLB, dat na de Tweede Wereldoorlog bedoeld was om Europa voldoende voedsel te laten produceren om prijsstabiliteit te kunnen garanderen. Die was nodig voor de opbouw van de economie als geheel. Het beleid was succesvol, maar juist door het succes ontstonden problemen. Overschotten moesten met subsidie werden geëxporteerd en verhinderden in andere landen het ontstaan van lokale markten. Er ontstonden conflicten met WTO-regels en burgers stelden steeds meer kritische vragen. Om de vooravond van de aanstaande hervormingen staat de vraag centraal: hoe houden we draagvlak onder de Europese burgerij om jaarlijks 50 miljard Euro aan landbouw te besteden? De EU zet daarom in op verduurzaming ('Greening'). Dat wil de burger immers. En daarom wil de politiek dat er met burgers over landbouwbeleid wordt gesproken.
Paulo di Croce pleitte namens SlowFood voor een radicale verandering in het voedselsysteem, dat volgens hem zowel honger aan de ene kant, als overgewicht en verspilling aan de andere kant tot gevolg heeft. De wereld produceert nu al genoeg voedsel om 12 miljard te voeden, aldus Di Croce. De constante drang naar het verhogen van productie is wat hem betreft dan ook een heilloze weg als duurzaamheid, verdeling en kwaliteit van voedsel niet tegelijk worden aangepakt.
Over de noodzaak tot verduurzaming waren de andere 2 sprekers het met Di Croce eens. Monique Remmers legde de nadruk op de kansen die innovatie biedt. Joris Baecke gaf aan dat boeren best willen verduurzamen, als de consument bereid is om daar voor te betalen. De vraag is echter of dit nu het geval is. Wie is er nu eigenlijk aan zet? Volgens Paolo di Croce de consumenten en burgers. Op het moment dat die hun mening veranderen, volgen de politiek. Toch leek niet iedereen het hier helemaal mee eens te zijn.
En als mensen niet bereid zijn om meer te betalen voor goede landbouw-producten of in de supermarkt toch vooral hun keuze blijven maken op basis van de lage prijs? Moet de overheid dan ingrijpen? De overheid kan immers bepaalde producten weren van de Nederlandse of Europese markt, zodat Europese boeren een betere prijs voor hun producten krijgen en daarnaast ook nog eens aan hogere eisen kunnen voldoen ten aanzien van dierenwelzijn, duurzaamheid en gezonde voeding. Daarmee kwam een nieuwe dimensie in het debat. Wereldhandelsorganisatie (WTO) verbiedt afscherming van de eigen Europese markten. Monique Remmers gaf aan dat het GLB inderdaad nauw verbonden is met de eisen vanuit de WTO en dat het momenteel non-food handelsbelangen boven de regulering van voedselmarkten worden gesteld. Zowel vanuit het publiek als door Joris Baecke en Paolo di Croce werden vraagtekens geplaatst bij het feit dat voedsel, een primaire levensbehoefte, net zo wordt behandeld als bijvoorbeeld auto's en diensten.
Na een vurig debat van anderhalf uur, waarin tal van aspecten van ons internationale voedselsysteem de revue passeerden, was er nog nauwelijks een overkoepelende conclusie te trekken. Dick Veerman, oprichter van Foodlog, betrad het podium om het publiek nog wat laatste inzichten mee te geven. Ook hij concludeerde dat het vermengen van neo-liberale handelspolitiek met voedselbeleid een desastreuze combinatie vormt. Het is echter niet terug te draaien omdat er grote infrastructuren zijn ontstaan die gebaseerd zijn op dit scheve beleid. Die kun je niet zomaar even veranderen. Daarom moet er volgens hem naar 'een andere uitgang' worden gezocht. Als de overheid zich de facto irrelevant heeft gemaakt, zullen burgers en ondernemers de bal zelf oppakken. Hij verwees hierbij onder andere naar de Occupy beweging, en liet zien dat de kracht die daarachter schuilt niet te onderschatten valt. Ter illustratie van die stelling wees op het initiatief Produit en Bretagne dat met 260 bedrijven - waaronder heel grote - en een totale omzet van vele miljarden euro's overweegt een eigen munt te gaan voeren met eigen normen voor de producten die daarmee afgerekend kunnen worden. Produit en Bretagne is ondernemersgedreven ontwerp om tot nieuwe vormen van overheid vanuit het publiek zelf te komen, zei Veerman.
Daarna barstte het feestgedruis los. YFM is jong. Studio K werd in een mum van tijd omgebouwd tot dansvloer.
fotocredits: Daria Mnych
Dit artikel afdrukken
De avond maakte deel uit van de internationale campagne CAP2013, Food for Change van de Youth Food Movement en SlowFood. De avond ging van start met een diner bestaande uit onder meer pompoensoep, geconfijte gans en zuurkool. De aanwezigen, waaronder 20 leden van het internationale YFM netwerk uit Europa, kregen uiteraard een maaltijd bestaande 'good, clean and fair' ingrediënten.
Keuringsdienst van Waarden-presentatoren Teun van der Keuken (foto) en Roland Duong verwelkomden de deelnemers van het debat op het podium:
- Paolo di Croce vanuit SlowFood International
- Monique Remmers (foto), vanuit het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie
- Joris Baecke, boer in Zeeland, bestuurslid van het NAJK en voorzitter van de Europese koepel voor jonge boeren CEJA
Herman Snijders, GLB-expert binnen het ministerie, nam de zaal in zevenmijls-stappen mee door de geschiedenis van het GLB, dat na de Tweede Wereldoorlog bedoeld was om Europa voldoende voedsel te laten produceren om prijsstabiliteit te kunnen garanderen. Die was nodig voor de opbouw van de economie als geheel. Het beleid was succesvol, maar juist door het succes ontstonden problemen. Overschotten moesten met subsidie werden geëxporteerd en verhinderden in andere landen het ontstaan van lokale markten. Er ontstonden conflicten met WTO-regels en burgers stelden steeds meer kritische vragen. Om de vooravond van de aanstaande hervormingen staat de vraag centraal: hoe houden we draagvlak onder de Europese burgerij om jaarlijks 50 miljard Euro aan landbouw te besteden? De EU zet daarom in op verduurzaming ('Greening'). Dat wil de burger immers. En daarom wil de politiek dat er met burgers over landbouwbeleid wordt gesproken.
Paulo di Croce pleitte namens SlowFood voor een radicale verandering in het voedselsysteem, dat volgens hem zowel honger aan de ene kant, als overgewicht en verspilling aan de andere kant tot gevolg heeft. De wereld produceert nu al genoeg voedsel om 12 miljard te voeden, aldus Di Croce. De constante drang naar het verhogen van productie is wat hem betreft dan ook een heilloze weg als duurzaamheid, verdeling en kwaliteit van voedsel niet tegelijk worden aangepakt.
Over de noodzaak tot verduurzaming waren de andere 2 sprekers het met Di Croce eens. Monique Remmers legde de nadruk op de kansen die innovatie biedt. Joris Baecke gaf aan dat boeren best willen verduurzamen, als de consument bereid is om daar voor te betalen. De vraag is echter of dit nu het geval is. Wie is er nu eigenlijk aan zet? Volgens Paolo di Croce de consumenten en burgers. Op het moment dat die hun mening veranderen, volgen de politiek. Toch leek niet iedereen het hier helemaal mee eens te zijn.
En als mensen niet bereid zijn om meer te betalen voor goede landbouw-producten of in de supermarkt toch vooral hun keuze blijven maken op basis van de lage prijs? Moet de overheid dan ingrijpen? De overheid kan immers bepaalde producten weren van de Nederlandse of Europese markt, zodat Europese boeren een betere prijs voor hun producten krijgen en daarnaast ook nog eens aan hogere eisen kunnen voldoen ten aanzien van dierenwelzijn, duurzaamheid en gezonde voeding. Daarmee kwam een nieuwe dimensie in het debat. Wereldhandelsorganisatie (WTO) verbiedt afscherming van de eigen Europese markten. Monique Remmers gaf aan dat het GLB inderdaad nauw verbonden is met de eisen vanuit de WTO en dat het momenteel non-food handelsbelangen boven de regulering van voedselmarkten worden gesteld. Zowel vanuit het publiek als door Joris Baecke en Paolo di Croce werden vraagtekens geplaatst bij het feit dat voedsel, een primaire levensbehoefte, net zo wordt behandeld als bijvoorbeeld auto's en diensten.
Na een vurig debat van anderhalf uur, waarin tal van aspecten van ons internationale voedselsysteem de revue passeerden, was er nog nauwelijks een overkoepelende conclusie te trekken. Dick Veerman, oprichter van Foodlog, betrad het podium om het publiek nog wat laatste inzichten mee te geven. Ook hij concludeerde dat het vermengen van neo-liberale handelspolitiek met voedselbeleid een desastreuze combinatie vormt. Het is echter niet terug te draaien omdat er grote infrastructuren zijn ontstaan die gebaseerd zijn op dit scheve beleid. Die kun je niet zomaar even veranderen. Daarom moet er volgens hem naar 'een andere uitgang' worden gezocht. Als de overheid zich de facto irrelevant heeft gemaakt, zullen burgers en ondernemers de bal zelf oppakken. Hij verwees hierbij onder andere naar de Occupy beweging, en liet zien dat de kracht die daarachter schuilt niet te onderschatten valt. Ter illustratie van die stelling wees op het initiatief Produit en Bretagne dat met 260 bedrijven - waaronder heel grote - en een totale omzet van vele miljarden euro's overweegt een eigen munt te gaan voeren met eigen normen voor de producten die daarmee afgerekend kunnen worden. Produit en Bretagne is ondernemersgedreven ontwerp om tot nieuwe vormen van overheid vanuit het publiek zelf te komen, zei Veerman.
Daarna barstte het feestgedruis los. YFM is jong. Studio K werd in een mum van tijd omgebouwd tot dansvloer.
fotocredits: Daria Mnych
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
de kracht van Occupy. hmm.
U bedoelt?
Ik schreef er hier al eens over. Het echte Occupy is inmiddels voorbij, vervlogen. Dat artikel ging over een sentiment dat even naar buiten piepte en - vlgs mij dan - net onder de oppervlakte van de maatschappij zit. Er is steeds minder voor nodig om die energie los te maken.
We misten misschien wel een beetje de kracht van Occupy. De YFM moet inspireren, en jonge mensen die het oneens zijn met hoe de wereld in elkaar zit, motiveren om in actie te komen. We moeten proberen niet te ver te verzanden in oeverloze discussies. Daar slaat de energie van dood. Tegelijkertijd moeten we ook geen populistische onwaarheden gaan verkopen. Niemand heeft het antwoord, en iets doen is beter dan niets doen. Maar heel hard schreeuwend met zijn allen de verkeerde kant op lopen (denk bijvoorbeeld aan de deceptie met biofuels) is ook dodelijk. Het is verdomde moeilijk.
De YFM wordt ook volwassen. Niet te snel, hoop ik. Food for Change blijft de basis. En het betrekken van burgers, en consumenten bij deze problemen. Daarom ook de 'slogan' van de campagne: You eat, you pay, you decide. De sleutel tot verandering ligt bij de jonge, energieke, veranderingsgezinde mensen. Die zich staande moeten houden in het complexe debat, vol belangetje die wij niet zien of niet willen zien. Dat sentiment is echt, en dat leeft bij veel mensen: we zijn er klaar mee, het kan veel beter.
"Op de vooravond van de aanstaande hervormingen staat de vraag centraal: hoe houden we draagvlak onder de Europese burgerij om jaarlijks 50 miljard Euro aan landbouw te besteden? De EU zet daarom in op verduurzaming ('Greening'). Dat wil de burger immers. En daarom wil de politiek dat er met burgers over landbouwbeleid wordt gesproken."
Ik kan me bijna niet voorstellen dat de overheid dit zo heeft gezegd. Tot voor kort was er nl wel draagvlak voor het GLB, de Europese burger is er nl helemaal niet zo mee bezig en het bedrag per belastingbetaler is te overzien. Is er onderzoek dat wat anders laat zien?
Ten 2e, "de burger wil greening" - is vlg. mij heel kort door de bocht. Er is juist vanuit milieu-, natuur en ecologie noodzaak tot greening om uitputting en vervuiling van bodem en water tegen te gaan. Kan me niet voorstellen dat de gemiddelde burger daar om vraagt, maar het zou fantastisch zijn als het wel zo is.
Ten 3e, Joris: "we zijn er klaar mee, het kan veel beter" - is volgens mij erg zwaar aangezet en klinkt ook, sorry, ben vandaag in een juffenstemming, verwend. Vrijwel iedere consument in Europa, maar zeker die in Nederland, kan gezond en gevarieerd eten voor een betaalbare prijs. Die verdienste is er, die keuze kun je nu al maken. Dat er daarbij ook negatieve ontwikkelingen zijn, en het dus beter kan, is belangrijk. En het is heel mooi dat YFM zich daarvoor inzet.
ik bedoel..
precies wat Dick zegt: dat Occupy vervlogen is en dat het geen kracht is gebleken maar slechts een glimp van een sentiment wat onder de oppervlakte zit.
Joris zegt: We willen inspireren, we willen veranderen, we willen energie. Dus 'Food for Change' is brandstof voor die verander-energie, we rakelen het vuurtje op en cultiveren de energie … maar zonder een idee van waarheen waait het net als Occupy dan weer over.
Ik ben het niet oneens, er zit energie en die kan loskomen, misschien zijn we daar inderdaad steeds dichterbij. De vraag is: wat kunnen we ermee?