Misschien een idee: peil ook onder Nederlandse consumenten eens welke maatregelen de overheid moet invoeren om de voeding te verbeteren. Onderzoek in andere landen laat een voorkeur zien voor labelling en herformulering. Consumenten hebben liever geen belasting op ongezonde producten of een beperking van de beschikbaarheid daarvan.
Wereldwijd zwelt de roep aan om overheidsmaatregelen die de bevolking gezonder laat eten. Zelfs in de Verenigde Staten, waar vooral de markt het voor het zeggen heeft, organiseerde de regering Biden een conferentie over een gezonder voedselsysteem. In landen waarvan je het niet direct zou verwachten, zoals Chili, worden al extra accijnzen geheven op frisdranken en andere ongezonde producten. Vele landen worstelen met de invoering van een FoP-label, een snel afleesbare code die de kwaliteit van levensmiddelen aangeeft. Het Vinkje, NutriScore: hoofdpijndossiers.
Draagvlak
Overheden worden geprest door opiniemakers en wetenschappers de markt niet meer helemaal vrij te laten, maar op belangrijke punten te reguleren. Dat gaat vaak met tegenzin, want (neo)liberale overheden voelen niet voor dergelijk ingrijpen. Als tussenoplossing worden er convenanten met de voedingsindustrie gesloten, voor vrijwillige, geleidelijke vermindering van suiker, zout en vet in de producten. Het ligt eraan aan wie je het vraagt, maar het levert maar weinig verbeteringen op meestal, ook in Nederland. Wel zit er minder zout in het brood.
Een voorbeeld: in het kloeke rapport Dagelijkse kost - Hoe overheden, bedrijven en consumenten kunnen bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2019 staat de consument achteraan in de titel. Bij de aanbevelingen staat niet zoiets als: hou een enquête onder de bevolking. Vraag eens wat de consument wil, in plaats van alleen maar voor hem te denken.
Onderzoek in verschillende landen
Je zult nog verrassende antwoorden kunnen krijgen. Een Australische onderzoeksgroep keek over de grens en ondervroeg in zeven landen steeds duizend personen over hoe het zit met de ‘steun van het publiek voor wetenschappelijk onderbouwde maatregelen op voedingsgebied’. Het ging om inwoners van Australië, Canada, China, India, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het verslag van wat zij gewenst en zinvol vinden verscheen in het European Journal of Clinical Nutrition.
Nog los van de vraag welke ingrepen en maatregelen door de bevolking belangrijk gevonden worden, is het al interessant om te weten hoe groot de wens is om nieuwe maatregelen in te voeren. Consumenten, blijkt ook uit dit onderzoek, zijn terughoudend om van de overheid te vragen iets te verplichten. Maatregelen die de vrijheid beperken zijn nergens populair, al scheelt de houding aanzienlijk per land. De publieke support en het sentiment onder de kiezers zijn wel belangrijk als steun voor overheden om weerstand te bieden tegen de ‘oppositie van de industrie’ tegen maatregelen die de vrijheid van de markt inperken, aldus de onderzoekers.
35 maatregelen binnen 5 thema's
Een onderzoeksbureau kreeg de opdracht uit de zeven landen ongeveer duizend volwassenen te rekruteren, die representatief zijn voor een doorsnee van de bevolking. De enquêtering liep via internet. De vragen gingen over vijf thema’s: beschikbaarheid en betaalbaarheid van levensmiddelen, herformulering, labeling en marketing. In totaal werden er 35 maatregelen voorgelegd, zoals ‘de hoeveelheid toegevoegde suiker in een verpakt levensmiddel moet op het etiket worden vermeld’ of ‘ziekenhuizen zouden alleen gezond voedsel aan patiënten moeten verstrekken’.
De culturele, politieke en andere variabelen van de volksaarden werden gerubriceerd aan de hand van de zes cultuuraspecten van de Nederlandse cultuur- en organisatiepsycholoog Geert Hofstede. Die indeling helpt de soms grote verschillen in de antwoorden van consumenten met sterk verschillende achtergronden te begrijpen. Chinezen en Indiërs hebben bijvoorbeeld minder moeite met het primaat van het collectief over het individu dan Amerikanen en andere westerlingen. Dat verklaart voor een deel de bereidheid van oosterlingen om maatregelen te accepteren. Het is niet verwonderlijk dat de individualistische Amerikaan het minst enthousiast is over overheidsingrijpen. Van de Oosterse culturen zijn de Indiërs daar het meest voor.
In het algemeen was er veel support voor de voorgestelde interventies, meer wel dan niet, dus bovengemiddeld. In de Verenigde Staten was de steun voor vier van de vijf categorieën het laagst, met uitzondering van de labeling. Labeling en herformulering scoorden algemeen het hoogst. Accijnzen en (beperking van) beschikbaarheid (bijvoorbeeld in automaten) werden het laagst gewaardeerd. Waarschijnlijk omdat die de consument direct treffen. Het aanprijzen van gezondere opties werd hoger gewaardeerd dan het afraden van ongezondere.
Het invoeren van belastingen op ongezonde producten blijkt nergens populair. Voeg daarbij de oppositie van de industrie en een overheid moet sterk in de schoenen staan om zoiets erdoor te krijgen. Misschien, suggereren de onderzoekers op basis van ouder onderzoek, kan het oormerken van de inkomsten die zo’n belasting oplevert voor een relevant doel de pil wat vergulden.
Vanwege de relatief grote support onder de bevolking in het merendeel van de onderzochte landen voor de voorgelegde interventies verbaast het de onderzoekers waarom die landen zo weinig maatregelen hebben ingevoerd. Volgens hen zit het euvel in het ‘krachtige verzet’ van de voedingsindustrie. Dat vraagt volgens de onderzoekers om "passende strategieën en protocollen om de inmenging van de industrie in de beleidsvorming tot een minimum te beperken".
Dit artikel afdrukken
Draagvlak
Overheden worden geprest door opiniemakers en wetenschappers de markt niet meer helemaal vrij te laten, maar op belangrijke punten te reguleren. Dat gaat vaak met tegenzin, want (neo)liberale overheden voelen niet voor dergelijk ingrijpen. Als tussenoplossing worden er convenanten met de voedingsindustrie gesloten, voor vrijwillige, geleidelijke vermindering van suiker, zout en vet in de producten. Het ligt eraan aan wie je het vraagt, maar het levert maar weinig verbeteringen op meestal, ook in Nederland. Wel zit er minder zout in het brood.
Er wordt wel gesproken over ‘de consument’ en wat hij zou willen, hoe hij zijn gedrag kan veranderen en wat voor hem de weg naar gezondere en duurzamere voeding zou moeten zijn, maar die consument zelf wordt niets gevraagdDe veronderstelling is dat er in de bevolking draagvlak is voor dergelijke maatregelen. Maar daar is gek genoeg weinig over bekend. Er wordt wel gesproken over ‘de consument’ en wat hij zou willen, hoe hij zijn gedrag kan veranderen en wat voor hem de weg naar gezondere en duurzamere voeding zou moeten zijn, maar die consument zelf wordt niets gevraagd.
Een voorbeeld: in het kloeke rapport Dagelijkse kost - Hoe overheden, bedrijven en consumenten kunnen bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2019 staat de consument achteraan in de titel. Bij de aanbevelingen staat niet zoiets als: hou een enquête onder de bevolking. Vraag eens wat de consument wil, in plaats van alleen maar voor hem te denken.
Onderzoek in verschillende landen
Je zult nog verrassende antwoorden kunnen krijgen. Een Australische onderzoeksgroep keek over de grens en ondervroeg in zeven landen steeds duizend personen over hoe het zit met de ‘steun van het publiek voor wetenschappelijk onderbouwde maatregelen op voedingsgebied’. Het ging om inwoners van Australië, Canada, China, India, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het verslag van wat zij gewenst en zinvol vinden verscheen in het European Journal of Clinical Nutrition.
Nog los van de vraag welke ingrepen en maatregelen door de bevolking belangrijk gevonden worden, is het al interessant om te weten hoe groot de wens is om nieuwe maatregelen in te voeren. Consumenten, blijkt ook uit dit onderzoek, zijn terughoudend om van de overheid te vragen iets te verplichten. Maatregelen die de vrijheid beperken zijn nergens populair, al scheelt de houding aanzienlijk per land. De publieke support en het sentiment onder de kiezers zijn wel belangrijk als steun voor overheden om weerstand te bieden tegen de ‘oppositie van de industrie’ tegen maatregelen die de vrijheid van de markt inperken, aldus de onderzoekers.
35 maatregelen binnen 5 thema's
Een onderzoeksbureau kreeg de opdracht uit de zeven landen ongeveer duizend volwassenen te rekruteren, die representatief zijn voor een doorsnee van de bevolking. De enquêtering liep via internet. De vragen gingen over vijf thema’s: beschikbaarheid en betaalbaarheid van levensmiddelen, herformulering, labeling en marketing. In totaal werden er 35 maatregelen voorgelegd, zoals ‘de hoeveelheid toegevoegde suiker in een verpakt levensmiddel moet op het etiket worden vermeld’ of ‘ziekenhuizen zouden alleen gezond voedsel aan patiënten moeten verstrekken’.
De culturele, politieke en andere variabelen van de volksaarden werden gerubriceerd aan de hand van de zes cultuuraspecten van de Nederlandse cultuur- en organisatiepsycholoog Geert Hofstede. Die indeling helpt de soms grote verschillen in de antwoorden van consumenten met sterk verschillende achtergronden te begrijpen. Chinezen en Indiërs hebben bijvoorbeeld minder moeite met het primaat van het collectief over het individu dan Amerikanen en andere westerlingen. Dat verklaart voor een deel de bereidheid van oosterlingen om maatregelen te accepteren. Het is niet verwonderlijk dat de individualistische Amerikaan het minst enthousiast is over overheidsingrijpen. Van de Oosterse culturen zijn de Indiërs daar het meest voor.
Het aanprijzen van gezondere opties werd hoger gewaardeerd dan het afraden van ongezondereVoorkeur voor labelling en herformulering
In het algemeen was er veel support voor de voorgestelde interventies, meer wel dan niet, dus bovengemiddeld. In de Verenigde Staten was de steun voor vier van de vijf categorieën het laagst, met uitzondering van de labeling. Labeling en herformulering scoorden algemeen het hoogst. Accijnzen en (beperking van) beschikbaarheid (bijvoorbeeld in automaten) werden het laagst gewaardeerd. Waarschijnlijk omdat die de consument direct treffen. Het aanprijzen van gezondere opties werd hoger gewaardeerd dan het afraden van ongezondere.
Het invoeren van belastingen op ongezonde producten blijkt nergens populair. Voeg daarbij de oppositie van de industrie en een overheid moet sterk in de schoenen staan om zoiets erdoor te krijgen. Misschien, suggereren de onderzoekers op basis van ouder onderzoek, kan het oormerken van de inkomsten die zo’n belasting oplevert voor een relevant doel de pil wat vergulden.
Vanwege de relatief grote support onder de bevolking in het merendeel van de onderzochte landen voor de voorgelegde interventies verbaast het de onderzoekers waarom die landen zo weinig maatregelen hebben ingevoerd. Volgens hen zit het euvel in het ‘krachtige verzet’ van de voedingsindustrie. Dat vraagt volgens de onderzoekers om "passende strategieën en protocollen om de inmenging van de industrie in de beleidsvorming tot een minimum te beperken".
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Titel is echt weer misleidend en koren op de molen van de voedselindustrie. Maar je kan je zelf als organisatie ook moeilijk onafhankelijk noemen als je door vele bedrijven gesponsord word zoals o.a. door De Federatie Nederlandse levensmiddelen industrie.
Support voor belastingverhogingen zijn altijd schaars. Maar net iets minder dan 50% is wel voor invoering van suikertax en 44 % is voor vettax. Voor een belastingverhoging geen laag percentage. In Engeland, India en China is er zelfs een meerderheid voor suikertax. De vettax is echt minder populair, gezondheidsclaims ten aanzien van vetminderen zijn ook minder effidend. En 74% van alle ondervraagden is voor belastingverlaging op fruit en groente.
Ik denk dat de regering hier uit kan concluderen dat het echt geen probleem is om gelijktijdig zowel een belastingverlaging op fruit- en groente en een suikertax in te voeren.
Sido, kun je uitleggen wat de misleiding inhoudt?
Anders dan je zou willen als overheid blijkt het publiek voor goede voorlichting in de vorm van Front of Pack labels - lijkt het - in plaats van taksen. Best opvallend.
Ik ben het eens met Sido dat haast 50% voor het invoeren van taksen niet echt wil zeggen dat men tegen is, eerder onbeslist, en dat idd voor een belasting en beïnvloeding van je keuze.
Uiteraard ben ik zwaar voor zo’n suikertax, en dan niet alleen voor toegevoegd suiker, maar voor alle simpele suikers. Of iets ambachtelijk, natuurlijk, vers of gemaakt is is voor die taks niet relevant.
Even om de orde van grootte van het probleem te schetsen:
Verplichting tot het dragen van een helm, of gordels, of kreukelzone -verkeersdoden :ca. 600 per jaar. Ik besef dat die maatregelen helpen, maar de daling die is ingezet staat absoluut geen verhouding tot het aantal doden door suiker.
Geen verplichting suikertax - aantal doden per jaar door diabetes 2: ca 35000 per jaar.
Dan lijkt het er op dat de overheid hier wel degelijk iets mee kan. Als je dus diverse wetten maakt die een hele kleine impact hebben op sterftecijfers door verkeersdoden in Nederland dan is het ronduit belachelijk dat niet te willen doen voor een doodsoorzaak waar 7% van de bevolking aan overlijdt en die de samenleving als geheel op zeer hoge zorgkosten trakteert en diezelfde zorg ook steeds moeilijker maakt door de onevenredig grote zorgaanspraak die diabetes 2 gerelateerde ziektes hebben in onze maatschappij. Ik ben een ervaringsdeskundige dus wellicht ben ik hier wel erg scherp in.
In reactie op Dick Veerman; het is te stellig om te zeggen dat de consument 'tegen taxen' is, omdat het bij de suikertax bijna 50/50. Zelfs als we naar de standaard deviatie kijken (deelnemers konden op een schaal 1-5 aangeven hoe sterk ze voor of tegen waren), blijkt alleen in Amerika de SD onder de 3 te liggen. Dus hoewel 52% van de respondenten tegen een suikertax zijn, is de groep die voor een suikertax is stelliger (zij hebben meer aangegeven 'stongly agree' ipv 'agree' en groep die tegen is hebben meer aangegeven 'disagree' in plaats van 'strongly disagree'.)
Ook moeten we niet vergeten dat het een gemiddelde is van een aantal zeer diverse landen, voor ons is wellicht de UK het meest representatief. Daar is een kleine meerderheid voor een suikertax.
Deze nuance zie ik ook niet terug in het artikel.
Uit de ervaringen in veel landen blijkt een suikertax effectief. Op meerdere fronten:
- het versterkt het bewustzijn bij consumenten dat bepaalde producten minder gezond zijn
- het stimuleert de voedselindustrie om minder suikers toe te voegen aan haar producten
- het stimuleert consumenten om andere producten te kiezen.
Maar een suikertax dient onderdeel te zijn van een breed pakket maatregelen. Voorlichting, voeding in het onderwijs etc.
Verandering van de voedselomgeving niet te vergeten.
Vroeger op verjaardagen of vergaderingen stonden er sigaren en sigaretten op tafel. Het heeft decennia geduurd voordat daar verandering in kwam.
Over 20 jaar zullen we ons verbazen dat er in 2022 zoveel versnaperingen e.d op tafel stonden bij bijeenkomsten. Oftewel onze kijk op ons consumptiepatroon vraagt om aanpassingen die niet bepaald eenvoudig zijn. Dan gaat het niet alleen om suiker, maar ook ‘ultra-processed Food’ en ongezonde snacks die de komende week bij het WK weer gaan wegtoveren.