Als boer en trotse bewoner van de Alblasserwaard word ik onrustig van het regeerakkoord. Vanuit de opgaven die er zijn, kan de overheid grond en boerenbedrijven opkopen om stikstofruimte te creëren voor wonen, mobiliteit, industrie en natuur.
Ik vind dat Nederland zijn rijke landbouwgeschiedenis niet overboord moet gooien. In die wens voel ik me niet alleen. Het gaat niet alleen om het gebied waar ik geboren ben en waar mijn toekomst als boer ligt. Veel meer mensen voelen zich verbonden met hun streek en willen niet dat er van bovenaf van alles over hun gebied besloten wordt.
Een leefbaar platteland en een goed verdienmodel voor de boer gaan mij aan het hart. Als we van boeren vragen om voor maatschappelijke en ecosysteemdiensten te zorgen, dan moet de door ons gekozen overheid ook voorzien in een verdienmodel. Ik ben ervan overtuigd dat een grondbank daar een goed middel voor kan zijn. Ruim een jaar geleden schreef ik er een artikel over op Foodlog en dat maakte de tongen los. Ook Frans Timmermans bleek te porren voor een grondbank en inmiddels wordt het idee genoemd in het regeerakkoord. De vraag is alleen of we samen dezelfde kijk op zo’n grondbank hebben. Het regeerakkoord laat ruimte voor verschillende interpretaties. Ik ben er daarom nog niet gerust op.
In het regeerakkoord staat: “Met een grondbank vergemakkelijken we de instap voor jonge boeren en het vinden van ontwikkelruimte. Deze grondbank geeft vrijkomende grond uit te voor het extensiveren, omvormen en verplaatsen van bedrijven van boeren die graag door willen en voor natuur.”
Er is een lijst aan mensen die grond nodig hebben. Grond voor natuur, grond voor huizen, grond voor industrie en grond voor wegen.
Veel van de grond die nodig is, is nu gewoon nog landbouwgrond.
De vraagstukken en uitdagingen zitten de conceptuele ontwikkeling van een grondbank in de weg. Het risico bestaat daarmee dat we vooral bezig zijn met de problemen van vandaag oplossen en niet nadenken over toekomstperspectief voor de landbouw en het platteland. Zo mis je dé kans van de grondbank.
Ik durf te stellen dat Nederland een bottom-up aanpak nodig heeft die begint met de vraag wat de bewoners van een gebied willen. Je hebt klankbordgroepen nodig met boeren en burgers. Zo kun je de barrières bij boeren serieus nemen en is iedereen samen betrokken bij wat er gebeurt op het platteland. Samen creëer je een regionale grondbank. Die koopt grond in en geeft deze weer uit met voorwaarden die je met de klankbordgroep opstelt en een passende pachtprijs. Als instituut moet de grondbank autonoom zijn en daarom op afstand van de politieke waan van de dag blijven. De bank voert het lange termijn beleid uit dat de klankbordgroep opstelde. De grondbank voorziet zo in een vitale landbouw op een vitaal platteland waar je je samen thuis kunt voelen en waar je samen verantwoordelijkheid voor voelt. Zo ontstaat robuust perspectief.
De overheid is wel nodig maar in een andere rol: als participant. Als gebied kunnen we zelf nadenken over onze leefomgeving. Daarom pakken we de handschoen alvast op en wachten we niet op regelgeving van bovenaf. Heeft de overheid nog vertrouwen in initiatieven van burgers die hun verantwoordelijk nemen, zoals Pieter Winsemius 10 jaar geleden al voorstelde als basis voor een nieuwe bestuurscultuur? Wij hopen van wel.
Samen met een trots en gemêleerd Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gezelschap werkt Chris op het moment uit hoe een grondbank eruit zou moeten komen te zien.
Dit artikel afdrukken
Een leefbaar platteland en een goed verdienmodel voor de boer gaan mij aan het hart. Als we van boeren vragen om voor maatschappelijke en ecosysteemdiensten te zorgen, dan moet de door ons gekozen overheid ook voorzien in een verdienmodel. Ik ben ervan overtuigd dat een grondbank daar een goed middel voor kan zijn. Ruim een jaar geleden schreef ik er een artikel over op Foodlog en dat maakte de tongen los. Ook Frans Timmermans bleek te porren voor een grondbank en inmiddels wordt het idee genoemd in het regeerakkoord. De vraag is alleen of we samen dezelfde kijk op zo’n grondbank hebben. Het regeerakkoord laat ruimte voor verschillende interpretaties. Ik ben er daarom nog niet gerust op.
In het regeerakkoord staat: “Met een grondbank vergemakkelijken we de instap voor jonge boeren en het vinden van ontwikkelruimte. Deze grondbank geeft vrijkomende grond uit te voor het extensiveren, omvormen en verplaatsen van bedrijven van boeren die graag door willen en voor natuur.”
Als gebied kunnen we zelf nadenken over onze leefomgeving. De overheid is wel nodig maar in een andere rol: als participant.Heel het regeerakkoord barst van de stippen op de horizon. Aan ambitie geen gebrek, aan ruimte wel. Ik stel dat er helemaal geen ‘vrijkomende gronden’ zijn. Het regeerakkoord wijdt één alinea aan het doel van een grondbank en 9 pagina’s aan de klimaat-, stikstof- en woningbouwopgaven.
Er is een lijst aan mensen die grond nodig hebben. Grond voor natuur, grond voor huizen, grond voor industrie en grond voor wegen.
Veel van de grond die nodig is, is nu gewoon nog landbouwgrond.
De vraagstukken en uitdagingen zitten de conceptuele ontwikkeling van een grondbank in de weg. Het risico bestaat daarmee dat we vooral bezig zijn met de problemen van vandaag oplossen en niet nadenken over toekomstperspectief voor de landbouw en het platteland. Zo mis je dé kans van de grondbank.
Ik durf te stellen dat Nederland een bottom-up aanpak nodig heeft die begint met de vraag wat de bewoners van een gebied willen. Je hebt klankbordgroepen nodig met boeren en burgers. Zo kun je de barrières bij boeren serieus nemen en is iedereen samen betrokken bij wat er gebeurt op het platteland. Samen creëer je een regionale grondbank. Die koopt grond in en geeft deze weer uit met voorwaarden die je met de klankbordgroep opstelt en een passende pachtprijs. Als instituut moet de grondbank autonoom zijn en daarom op afstand van de politieke waan van de dag blijven. De bank voert het lange termijn beleid uit dat de klankbordgroep opstelde. De grondbank voorziet zo in een vitale landbouw op een vitaal platteland waar je je samen thuis kunt voelen en waar je samen verantwoordelijkheid voor voelt. Zo ontstaat robuust perspectief.
De overheid is wel nodig maar in een andere rol: als participant. Als gebied kunnen we zelf nadenken over onze leefomgeving. Daarom pakken we de handschoen alvast op en wachten we niet op regelgeving van bovenaf. Heeft de overheid nog vertrouwen in initiatieven van burgers die hun verantwoordelijk nemen, zoals Pieter Winsemius 10 jaar geleden al voorstelde als basis voor een nieuwe bestuurscultuur? Wij hopen van wel.
Samen met een trots en gemêleerd Alblasserwaard-Vijfheerenlanden gezelschap werkt Chris op het moment uit hoe een grondbank eruit zou moeten komen te zien.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Daarnaast (als aanvulling op een grondbank?) heeft de coalitie ook het idee van Tweede Kamerlid Derk Boswijk van het CDA voor een categorie tussen natuur- en landbouwgrond overgenomen: landschapsgrond. Want "Landschapsgrond zorgt voor nieuwe verdienmodellen."
In Nieuwe Oogst van 16 december werd hij zo geciteerd: "Hierdoor zullen boeren Natura 2000 misschien niet meer als een bedreiging zien, maar als een aanvulling op hun verdienmodel. Het is ook bedoeld om de landbouw tegen de natuur te beschermen."
Voor het afwaarderen van die landschapsgrond zouden boeren naar zijn mening moeten worden gecompenseerd. Maar waarom er noodzakelijkerwijs van afwaardering sprake zou moeten zijn, en dus van compensatie, zegt hij er niet bij....
Sympathieke gedachte, Chris. De vraag is of het oplevert waar de politieke schrokops zich de vingers bij aflikken: meer natuur, minder boeren, meer stenen, beton en staal en een florerende agrarische sector.
Ruim 15 jaar geleden was ik namens de LLTB mede organisator van een gebiedsgerichte aanpak in Nederweert, een van de meest veedichte (zowel grond- als niet grondgebonden) gemeenten. Veel drukbezochte discussie-avonden geregeld, ook met landelijk gezaghebbende sprekers, door gemeentebestuur uitstekend gefaciliteerd.
Allen vonden het geweldige bijeenkomsten met o.a als resultaat om per gebied werkgroepjes te vormen van burgers, boeren en maatschappelijke organisaties, ook weer met enthousiaste gemeente-ambtenaren als toehoorders.
Samen kijken wat op welke plek wel en niet kan.
Is een ondernemer misschien van plan om te stoppen bij gebrek aan een opvolger? Kan een bedrijf dicht bij de kern misschien worden verplaatst? En kunnen we dan twee bosschages met elkaar verbinden? Dat soort vragen.
Aan het concept van een grondbank is toen niet gedacht. Misschien is dat wel nodig om het een steviger en formeler karakter te geven, want de initiatieven in Nederweert zijn uiteindelijk verwaaid. Het is ook een vele jaren durend proces dat gemakkelijk inboet aan betrokkenheid.
Maar dan nog: ik denk dat Den Haag zal zeggen: praat gerust in de regio met elkaar, maar het moet wel minder boeren, meer/betere natuur en meer bouw opleveren. En het zou mooi zijn als je ook nog wat toekomstperspectief voor de blijvers kunt fantaseren.
Daar gaan de centrale overheid, de provincies en de Ecologische autoriteit regie op houden. Teveel grondkapers op de kust.
Boeren gebruiken de meeste grond, maar zijn in de minderheid.
Industrieën gebruiken de meeste energie maar hebben geen grond.
Het volk (dèmos) is in de meerderheid maar heeft geen van beide en moet dus z'n mond dicht houden.
Democratie . . . wat is dat ook al weer?
Joep dus jij zou het niet erg vinden als ze je huis afnemen voor een fooi om er andere in te zetten die er voor niets in te trekken
Ik ben heel benieuwd naar de oordelen van Frits van der Schans en Krijn Poppe over deze organisatiegedachte rond de Grondbank die zich nu in de Alblasserwaard realiseert.
Gaan de gedachte en uitwerking een kans hebben bij de bestuurder in Den Haag?