Terwijl bij ons de kranten er vol van staan, maar het in Frankrijk een onbekend woord is, blijkt een kwart van de Fransen flexitariër te zijn.
Fransen eten gemiddeld 1,3 kilo vlees per week. Dat is ruim meer dan de vanuit voedingsrichtlijnen aanbevolen 500 gram, maar 'vlees' verliest langzaam de onbetwiste ereplaats bij de maaltijd, schrijft Le Figaro.
Zo'n 25% tot 30% van de Fransen eet inmiddels niet meer alle dagen van de week vlees. Dat ontdekte onderzoeker Éline Maurel die deze mensen 'flexitariërs' (het woord schrijft ze tussen '...') noemt, ook al wisten niet dat ze zich met die titel mogen tooien ('tel M. Jourdain qui faisait de la prose sans le savoir', schrijft ze verwijzend naar het toneelstuk Le bourgeois gentilhomme van de klassieke schrijver Molière).
Speciale sociale status of andere motieven?
Het aantal zuivere vegetariërs bedraagt in Frankrijk 3 à 5% van de totale bevolking (Nederland: 4%); 1 à 2% is veganist (Nederland: 0,4%) en eet helemaal geen dierlijke producten en draagt vaak zelfs geen schoenen van leer of cosmetica waar dierproeven aan te pas kunnen zijn gekomen. Ter vergelijking: volgens het Voedingscentrum is 55% van de Nederlanders flexitariër. Dat betekent minstens 3 dagen per week geen vlees op het bord. Pas wel op een beetje op met die cijfers: het Voedingscentrum noteerde wat mensen zeggen te eten en keek niet wat ze thuis echt doen. Bij ons is flexitarisme inmiddels sociaal gewenst, zodat mensen hun gedrag mogelijk wat geflatteerd weergeven. In Frankrijk bestond de flexitariër nog niet als een officieel menstype met een speciale sociale status. Molière's Bourgeois gentilhomme Jourdain wilde omhoog komen; de Franse vleeseter ging zich mogelijk om andere redenen minder carnivoor gedragen.
Vleesschandalen, kanker en beelden uit slachthuizen
Vier factoren verklaren de opkomst van het Franse flexitarisme, denkt Le Figaro. In de eerste plaats de opeenvolgende vleesschandalen, van de gekke-koeienziekte uit de jaren '90 tot het paardenvleesschandaal van 2013 en het gebruik van nitrietzout om vleeswaren aantrekkelijk roze te kleuren. Vervolgens zette in 2015 de Wereldgezondheidsorganisatie het stempel 'kankerverwekkend' op vleeswaren. De milieueffecten van de intensieve veehouderij blijken een argument. En tenslotte wisten de wrede beelden van dierenwelzijnsorganisaties als L214 uit slachthuizen een einde te maken aan de onschuld van de nietsvermoedende vleeseter.
Jaarlijkse daling van 2%
Dat alles heeft, volgens de krant, tot gevolg dat sinds een jaar of vier de vleesverkopen in Frankrijk jaarlijks met 2% dalen. Om die redenen zouden ook chefs bewust voor 'goed' vlees kiezen en meer ruimte geven aan groente op hun menu. De bekendste onder hen is de peperdure driesterren chef Alain Passard, die zelfs met een volledig plantaardig al jaren aan de top staat.
Flexitarisme blijkt onder alle lagen van de Franse bevolking populair. "Te veel vlees eten heeft schadelijke gevolgen voor de gezondheid, waaronder hart- en vaatziekten of kanker... 30% minder calorieën betekent 20% meer leven", zegt Frédéric Saldmann, een Parijse voedingsdeskundige en cardioloog in de krant. "Mensen nemen hun gezondheid in eigen hand. Informatie is nu binnen ieders bereik, op sociale netwerken, en het is gemakkelijk om te koken met groenten of eieren als alternatief, en die zijn ook nog eens goedkoper." Saldmann lijkt even vergeten dat L214 ook weinig opbeurende beelden uit legkippenstallen heeft laten zien.
Nederlandse motieven
Nederlanders geven de volgende redenen om minder vlees te eten: 'variatie' (50 procent), milieu en natuur (36 procent), dierenwelzijn (34 procent) en gezondheid (33 procent). Bij ons zijn vele campagnes door NGO's gevoerd om Nederlanders te laten flexen.
Dit artikel afdrukken
Zo'n 25% tot 30% van de Fransen eet inmiddels niet meer alle dagen van de week vlees. Dat ontdekte onderzoeker Éline Maurel die deze mensen 'flexitariërs' (het woord schrijft ze tussen '...') noemt, ook al wisten niet dat ze zich met die titel mogen tooien ('tel M. Jourdain qui faisait de la prose sans le savoir', schrijft ze verwijzend naar het toneelstuk Le bourgeois gentilhomme van de klassieke schrijver Molière).
Speciale sociale status of andere motieven?
Het aantal zuivere vegetariërs bedraagt in Frankrijk 3 à 5% van de totale bevolking (Nederland: 4%); 1 à 2% is veganist (Nederland: 0,4%) en eet helemaal geen dierlijke producten en draagt vaak zelfs geen schoenen van leer of cosmetica waar dierproeven aan te pas kunnen zijn gekomen. Ter vergelijking: volgens het Voedingscentrum is 55% van de Nederlanders flexitariër. Dat betekent minstens 3 dagen per week geen vlees op het bord. Pas wel op een beetje op met die cijfers: het Voedingscentrum noteerde wat mensen zeggen te eten en keek niet wat ze thuis echt doen. Bij ons is flexitarisme inmiddels sociaal gewenst, zodat mensen hun gedrag mogelijk wat geflatteerd weergeven. In Frankrijk bestond de flexitariër nog niet als een officieel menstype met een speciale sociale status. Molière's Bourgeois gentilhomme Jourdain wilde omhoog komen; de Franse vleeseter ging zich mogelijk om andere redenen minder carnivoor gedragen.
Vleesschandalen, kanker en beelden uit slachthuizen
Vier factoren verklaren de opkomst van het Franse flexitarisme, denkt Le Figaro. In de eerste plaats de opeenvolgende vleesschandalen, van de gekke-koeienziekte uit de jaren '90 tot het paardenvleesschandaal van 2013 en het gebruik van nitrietzout om vleeswaren aantrekkelijk roze te kleuren. Vervolgens zette in 2015 de Wereldgezondheidsorganisatie het stempel 'kankerverwekkend' op vleeswaren. De milieueffecten van de intensieve veehouderij blijken een argument. En tenslotte wisten de wrede beelden van dierenwelzijnsorganisaties als L214 uit slachthuizen een einde te maken aan de onschuld van de nietsvermoedende vleeseter.
Jaarlijkse daling van 2%
Dat alles heeft, volgens de krant, tot gevolg dat sinds een jaar of vier de vleesverkopen in Frankrijk jaarlijks met 2% dalen. Om die redenen zouden ook chefs bewust voor 'goed' vlees kiezen en meer ruimte geven aan groente op hun menu. De bekendste onder hen is de peperdure driesterren chef Alain Passard, die zelfs met een volledig plantaardig al jaren aan de top staat.
Flexitarisme blijkt onder alle lagen van de Franse bevolking populair. "Te veel vlees eten heeft schadelijke gevolgen voor de gezondheid, waaronder hart- en vaatziekten of kanker... 30% minder calorieën betekent 20% meer leven", zegt Frédéric Saldmann, een Parijse voedingsdeskundige en cardioloog in de krant. "Mensen nemen hun gezondheid in eigen hand. Informatie is nu binnen ieders bereik, op sociale netwerken, en het is gemakkelijk om te koken met groenten of eieren als alternatief, en die zijn ook nog eens goedkoper." Saldmann lijkt even vergeten dat L214 ook weinig opbeurende beelden uit legkippenstallen heeft laten zien.
Nederlandse motieven
Nederlanders geven de volgende redenen om minder vlees te eten: 'variatie' (50 procent), milieu en natuur (36 procent), dierenwelzijn (34 procent) en gezondheid (33 procent). Bij ons zijn vele campagnes door NGO's gevoerd om Nederlanders te laten flexen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Tot zeker halverwege de jaren zestig was een groot deel van de Nederlandse bevolking ook flexitariër. Er was simpelweg niet voldoende geld en het eten was simpelweg te duur. Een typisch jaren vijftig weekmenu bestond in ons huishouden (vader boekhouder) uit de volgende maaltijden, alle met aardappel gegeten. Een keer rode kool met een gehakballetje dat zeker voor de helft uit brood en melk bestond. Een keer biet met ei, of spinazie met ei. Een keer worteltjes met de goedkoopste vis (op vrijdag). Een keer bruine bonen met appelmoes of stoofpeertjes. Soms in plaats daarvan hachee of hutspot, met hier en daar een frutseltje vlees. Een keer andijvie of raapsteeltjes of kool met uitgebakken spekjes. Op zaterdag soep en boterhammen met kaas of bij heel warm weer sla met eieren en tomaten en aardappel. Op zondag, een klein stukje kip (dat was heel duur, dus dat kwam vornamelijk bij bijzondere gelegenheden ter tafel) of stoofvlees met groenten van het seizoen, zoals snijbonen of sperziebonen of witlof of bloemkool. Omgerekend ongeveer de helft van de week geen vlees. De hoeveelheid vlees die werd gegeten was ook veel kleiner dan tegenwoordig. Vleeswaren kan ik me uit die jaren helemaal niet herinneren. Eerst een boterham met kaas en daarna boterhammen met zoet of met tevredenheid. Ook wel met margarine en wat radijs of tuinkers. Mijn moeder had ook vaste dagen voor de maaltijden. De eerste keer dat ik een restaurant van binnen zag (de chinees) was rond 1970. Ons gezin was vrij gemiddeld.
Veronica, ken je Vlees mevrouw, u weet wel waarom' nog?
Toen veranderde het. Het begon met rosbief op zondag. Inmiddels kun je kiezen: entrecôte van Limousin, gerijpte rib eye van Black Angus, iets van Zebu uit Uruguay of een bavette van Charolais. Iedere dag wel, als je in de stad woont.
#2 Dick ja, rond die tijd brak de gekte los. Ook tussendoortjes, toetjes, chips en snacks, frisdrank niet als uitzondering maar dagelijkse gewoonte deden opgang. Iedere dag, drie keer per dag een verjaarsfeestje. Want toen ik klein was kreeg je misschien een handvol keer per jaar een glas limonade. Het eerste zakje chips zag ik toen ik al een tiener was. Zo vreemd is het niet dat we sindsdien dikker en dikker werden. Laatst zag ik beelden van een net geopende Efteling. Alleen het sprookjesbos en geen dikkerd te bekennen. De heks van Hans en Grietje zou verhongerd zijn voor er weer eens een lekker hapje langskwam.
#3 Volgens mij zie je dat goed. In mijn kindertijd was de consumptietijd losgebarsten. Ik ben van 1966. Het eerste televisietoestel was hier toen al aangeschaft, zwart-wit. We konden voor het eerste echte bewegende Nederlandse helden zien, zoals Sjoukje, Ard en Keesie, Jan Jansen, de eerste voetbalbewegingen van een nog jonge Cruijff. Toen deze helden nog aanraakbaar waren. Raket naar de maan in 1969. Vietnamoorlog in huis via de buis.
Na de opbouw van na de oorlog vonden we vanaf 1960 dat we toch recht hadden op meer, meer, meer... Dat werd dus meer vlees, meer chips en snacks op feestjes, etc.. Ik ga dan maar niet ouwe-beppen over de verhalen van mijn moeder over haar kindertijd, maar eigenlijk is dat als veranderend tijdsbeeld wel relevant. De Efteling... bedoel je deze? Ooit geïnitieerd als RK Sport en Wandelpark mede door de lokale pastoor en kapelaan. Met een oom en tante met hun kroost wonende in Kaatsheuvel kwam ik er wel eens. Het sportpark heeft nog lang bestaan met bijbehorende tennisbanen, waar die oom, een dorpsonderwijzer, gewoon lid was en er regelmatig een balletje sloeg. Ca. 2 miljoen auto's in 1970 naar nu ruim 8 miljoen.
Ach ja...
Veronica, ik kom ook nog uit de tijd dat je als jongste uit het gezin in het koude teiltje in vies sop werd 'schoon' gewassen! (wees maar blij zeiden mijn ouders als antwoord op mijn protest, wij waren met z'n tienen thuis waarvan ik (mijn pa) ook de jongste was.)
Na Woodstock is de wereld bijkans onherkenbaar geworden. (wel een goed jaar!, immers mijn geboortejaar :) Maar vanaf toen is, zoals Piet het al zegt, alles vervallen in meer, meer, meer! Waarom? Simpel omdat het kon.
Nu een halve eeuw later moeten we weer terug naar bonen en, onderdruk van #metoo, minder bloot. Wat volgt? Het was ook de tijd van de autoloze Zondag. Ik was te jong maar het moet een belevenis geweest zijn. Wandelen op vers asfalt van de A2 op Zondag was een uitje, nu neemt men bijkans geen genoegen meer met een All-inclusieve vakantie naar Turkije!
Kortom doe mij maar een lekkere droge worst en ik pas voor de vliegreis naar Turkije. Maar mag ik dat a.u.b. voor me zelf invullen.