Akkerbouwer Jopie Duijnhouwer van Tuinderij Haverkamp las op Foodlog over de functie van dieren in het voedselsysteem en de CO2-uitstoot waar ze voor zorgen. De landbouw zou niet zonder hun mest of zonder eveneens CO2 verslindende kunstmest kunnen. Hij deelt praktijkervaringen, die laten zien dat het gebruik van (kunst)mest voor een belangrijk deel onnodig lijkt. Je moet er wel een slim bouwplan voor maken als boer. Vandaag deel 1 van zijn bevindingen.
Elk molecuul stikstof, fosfaat of kalium en de rest van alle nutriënten die in dierlijke mest zit, is eerst door een plant opgenomen. In de meeste gevallen zat het daarvoor in (kunst)mest of in de voorraad van de bodem.
Een dier voegt niets toe aan mest, maar concentreert voedingsstoffen. Daarom moet het mogelijk zijn om de stap van de dierlijke mest over te slaan en planten te voeden met planten. De uitzondering is stikstof (scheikundig: N), die door vlinderbloemige planten zoals bonen en erwten omgezet kan worden van atmosferische stikstof in organisch gebonden stikstof.
Plantaardige mest
Biologische mest is schaars. Daarom is dierlijke mest voor biologische akkerbouwers een kostenpost. Anders dan in de gangbare akkerbouw moet niet de producent van mest - de varkens- of koeienboer - betalen voor het afvoeren, maar draagt de ontvanger van de mest de kosten. Mede daarom experimenteren biologische akkerbouwers met plantaardige bemesting. Wij doen dat ook op ons bedrijf en bouwen voort op ervaringen met gras en klaver in het bouwplan. Dat is de technische term voor de opeenvolging en combinatie van gewassen die je als boer teelt.
Op ons bedrijf experimenteren we nu een paar jaar met dit systeem. Dat zorgt voor boeiende praktijkvoorbeelden die laten zien wat velen voor onmogelijk houden: mesten zonder (kunst)mest lijkt in belangrijke mate haalbaar.
Op onze 20 ha gebruiken we ongeveer 6 ha voor de teelt van groente, 1 ha voor aardappels en drie hectare voor baktarwe en spelt. Tot voor kort teelden we op de rest van de grond voergranen en peulvruchten voor veevoer (lupine, veldbonen). De teelt van veevoer levert weinig geld op, zodat we de voergranen langzaam vervangen door een mengsel van gras en klaver mengsel. We zaaien rietzwenkgras, twee rassen rode klaver, een ras witte klaver en soms lucerne.
Onderploegen
Inmiddels bestaat ongeveer de helft van ons areaal uit gras/klaver. Dit mengsel wordt direct na de oogst van tarwe of spelt gezaaid (half tot eind augustus 2017), en blijft dan liggen tot voorjaar 2019. In 2018 worden een aantal snedes gemaaid en opgeslagen in een kuil of ronde balen, die dan later als compost gebruikt kunnen worden. In voorjaar 2019 wordt de gras/klaver ondergeploegd en eventueel aangevuld met geoogste gras/klaver en groencompost.
pinch om de afbeelding beter leesbaar te maken
Dit teeltplan kan doorgerekend worden met de stikstofplanner NDICEA van het Louis Bolk instituut. We hebben een rotatie - de technische term voor elkaar opvolgende teelten - ingevoerd van gras/klaver > broccoli > gras/klaver > tarwe > gras/klaver > aardappelen. Van buiten het bedrijf wordt ook nog GFT-compost aangevoerd.
Voldoende voor broccoli en zomertarwe
De resultaten met betrekking tot de stikstofvoorziening zijn in de grafieken hieronder af te lezen. Uit de groene lijnen blijkt de beschikbaarheid van stikstof; uit de grote de opname door de gewassen. Ze tonen aan dat de stikstofvoorziening bij dit systeem zonder aanvoer van dierlijke mest volgens de stikstofplanner voldoende is voor broccoli en zomertarwe. Bij aardappelen treedt er aan het eind van de teelt een klein tekort op.
pinch om de afbeelding beter leesbaar te maken
Een aantal opmerkingen bij het gebruikte model:
- In theorie bindt een gras/klaver-mengsel in één jaar zo’n 200 tot 300 kg N per jaar. Daarvan komt het grootste deel terecht in het geoogste product, maar ook in de stoppel blijft een flink deel achter. In het gebruikte model wordt er vanuit gegaan dat alle gras/klaver wordt verkocht (175 kg N; 54 kg P en 200 kg K). Wordt het geoogste product gebruikt als maaimeststof, dan blijft er veel meer N beschikbaar op het eigen bedrijf.
- In de hier gebruikte gegevens wordt per 2 jaar 10 ton GFT compost aangevoerd om ook de belangrijke meststoffen fosfaat (P) en kali (K) aan te voeren. Dat is onvoldoende om de afvoer (via de verkoop van mijn gewassen die voornamelijk naar de consument gaan) aan fosfaat en kali te dekken. Voor fosfaat gaat het om een paar kilo per jaar; bij K om 60 kg.
- Bij dit model stijgt het gehalte organische stof - de technische term voor een bodem met voldoende structuur en stoffen voor een goed bodemleven en waterregulerend vermogen - van een gemeten 3,2% naar iets meer dan 3,3% in 2021.
Dit artikel afdrukken
Een dier voegt niets toe aan mest, maar concentreert voedingsstoffen. Daarom moet het mogelijk zijn om de stap van de dierlijke mest over te slaan en planten te voeden met planten. De uitzondering is stikstof (scheikundig: N), die door vlinderbloemige planten zoals bonen en erwten omgezet kan worden van atmosferische stikstof in organisch gebonden stikstof.
Plantaardige mest
Biologische mest is schaars. Daarom is dierlijke mest voor biologische akkerbouwers een kostenpost. Anders dan in de gangbare akkerbouw moet niet de producent van mest - de varkens- of koeienboer - betalen voor het afvoeren, maar draagt de ontvanger van de mest de kosten. Mede daarom experimenteren biologische akkerbouwers met plantaardige bemesting. Wij doen dat ook op ons bedrijf en bouwen voort op ervaringen met gras en klaver in het bouwplan. Dat is de technische term voor de opeenvolging en combinatie van gewassen die je als boer teelt.
Op ons bedrijf experimenteren we nu een paar jaar met dit systeem. Dat zorgt voor boeiende praktijkvoorbeelden die laten zien wat velen voor onmogelijk houden: mesten zonder (kunst)mest lijkt in belangrijke mate haalbaar.
Op onze 20 ha gebruiken we ongeveer 6 ha voor de teelt van groente, 1 ha voor aardappels en drie hectare voor baktarwe en spelt. Tot voor kort teelden we op de rest van de grond voergranen en peulvruchten voor veevoer (lupine, veldbonen). De teelt van veevoer levert weinig geld op, zodat we de voergranen langzaam vervangen door een mengsel van gras en klaver mengsel. We zaaien rietzwenkgras, twee rassen rode klaver, een ras witte klaver en soms lucerne.
Onderploegen
Inmiddels bestaat ongeveer de helft van ons areaal uit gras/klaver. Dit mengsel wordt direct na de oogst van tarwe of spelt gezaaid (half tot eind augustus 2017), en blijft dan liggen tot voorjaar 2019. In 2018 worden een aantal snedes gemaaid en opgeslagen in een kuil of ronde balen, die dan later als compost gebruikt kunnen worden. In voorjaar 2019 wordt de gras/klaver ondergeploegd en eventueel aangevuld met geoogste gras/klaver en groencompost.
pinch om de afbeelding beter leesbaar te maken
Dit teeltplan kan doorgerekend worden met de stikstofplanner NDICEA van het Louis Bolk instituut. We hebben een rotatie - de technische term voor elkaar opvolgende teelten - ingevoerd van gras/klaver > broccoli > gras/klaver > tarwe > gras/klaver > aardappelen. Van buiten het bedrijf wordt ook nog GFT-compost aangevoerd.
Voldoende voor broccoli en zomertarwe
De resultaten met betrekking tot de stikstofvoorziening zijn in de grafieken hieronder af te lezen. Uit de groene lijnen blijkt de beschikbaarheid van stikstof; uit de grote de opname door de gewassen. Ze tonen aan dat de stikstofvoorziening bij dit systeem zonder aanvoer van dierlijke mest volgens de stikstofplanner voldoende is voor broccoli en zomertarwe. Bij aardappelen treedt er aan het eind van de teelt een klein tekort op.
pinch om de afbeelding beter leesbaar te maken
Een aantal opmerkingen bij het gebruikte model:
- In theorie bindt een gras/klaver-mengsel in één jaar zo’n 200 tot 300 kg N per jaar. Daarvan komt het grootste deel terecht in het geoogste product, maar ook in de stoppel blijft een flink deel achter. In het gebruikte model wordt er vanuit gegaan dat alle gras/klaver wordt verkocht (175 kg N; 54 kg P en 200 kg K). Wordt het geoogste product gebruikt als maaimeststof, dan blijft er veel meer N beschikbaar op het eigen bedrijf.
- In de hier gebruikte gegevens wordt per 2 jaar 10 ton GFT compost aangevoerd om ook de belangrijke meststoffen fosfaat (P) en kali (K) aan te voeren. Dat is onvoldoende om de afvoer (via de verkoop van mijn gewassen die voornamelijk naar de consument gaan) aan fosfaat en kali te dekken. Voor fosfaat gaat het om een paar kilo per jaar; bij K om 60 kg.
- Bij dit model stijgt het gehalte organische stof - de technische term voor een bodem met voldoende structuur en stoffen voor een goed bodemleven en waterregulerend vermogen - van een gemeten 3,2% naar iets meer dan 3,3% in 2021.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
"De landbouw zou niet zonder hun mest of zonder eveneens CO2 verslindende kunstmest kunnen."
Zoals al door mij gezegd in een ander lijntje, ik vind die hoeveelheid CO2 t.b.v. stikstof kunstmest wel meevallen, maar dat terzijde. Voor al het andere m.b.t. dit onderwerp geldt dat wat je aan nutriënten afvoert van je land moet je ook weer aanvoeren. Hoe een boer dat wil regelen moet hij zelf maar bedenken. Vee had daarin ooit een doorslaggevende rol, maar kon ook zo opzij worden geschoven wanneer andere opportunities zich voordeden. Zie mijn voorbeeld in een ander lijntje met het verdwijnen van de grote schaapskuddes na het graven van het havenkanaal te Zuidlaren.
By the way GFT compost is gewoon verpakte kunstmest. Daarom richt Bio zich niet uitsluitend op compost uit eigen kring. Ze zouden wel gek zijn.
Afhankelijk van de verschillende oorsprong is de bemesting uit compost wat moeilijker te doseren.
Wanneer de diverse input te laag is kan Jopie redelijkerwijs uiteindelijk alleen maar nutriëntenarmoede laten recirculeren. Dat was de Drentse situatie van vóór de importen van Amerikaans graan en kunstmest!
Hendrik heb jij inzicht in het nutrienten-gehalte van de plantaardige org.stof van voor het gebruik van kunstmest?
Het boeren zonder mest zit maar vreemd in elkaar vind ik. Jopie gebruikt de ene helft van het areaal om de andere helft te kunnen bemesten. En waar komt het zaaizaad voor gras, klaver, luzerne en voertarwe vandaan? Ook daar is areaal voor nodig. Wanneer je met de oogst/biomassa van de ene helft van het areaal composteren/onderploegen gaat gebruiken als bemesting van de andere helft. Wat is dan het verschil met; de ene helft van areaal als veevoer gebruiken en de nutriënten eerst door dieren laten gaan en dan de dierlijke mest weer terug laat komen als bemesting voor de andere helft.. Ik zie het verschil niet tussen de nutriënten stroom via dieren en via composteren. Echter biomassa door dieren laten verteren gaat tig keer sneller dan biomassa laten verteren tot compost. Wat Jopie gaat doen met "boeren zonder mest" kan best een leerzaam experiment zijn, maar ook niet meer dan dat.
Piet, dat doe je met dierlijke mest toch niet anders? Je haalt ergens het land leeg, stopt het in een dier en brengt wat er uit het dier komt hier op het land. Logisch dat het voor een Nederlandse gangbare boer lijkt alsof hij al zijn land kan gebruiken.
Binnenkort in dit theater het verhaal van boeren die dieren uitsluitend van eigen land laten eten om eigen land te kunnen bemesten.
In de bodem breken bacteriën ongeveer 2% per jaar aan Organische Stof (OS) per jaar af. Wanneer je dus geen compost of mest toevoegt hou je amper OS over na een aantal jaren.
Het voordeel van compost boven dierlijke mest is dat er na een jaar twee keer zoveel OS overblijft dan bij mest. Resp. 70% voor compost en 35% voor mest. Dat er toch voldoende compost overblijft in de markt is een financiële kwestie. Het stinkt hier in Groningen momenteel als de hel, men gooit ons dood met haast gratis mest uit het zuiden van het land. Boeren hier krijgen haast nog geld mee voor wat mest daar vandaan. Bedenk ook dat het altijd ergens gaat knijpen, er bestaat geen perpetuum mobile, er wordt altijd ergens wat gejat en daar blijft niets (minder) over.
Jopie, hoe zit het met de timing?