Laurens Hoedemaker, voorzitter van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), is net terug uit China en zag tijdens dat bezoek de Nederlandse voorloperspositie bevestigd. "We hebben het hier echt wel goed voor elkaar, er is in dit dichtbevolkte land groen, aandacht voor elkaar, we hebben het goed geregeld. Als je in China de steden ziet die net zoveel inwoners hebben als wij hier in Nederland, dan ziet het er heel anders uit. De constellatie waarin we als Nederlandse vleessector werken en leven is voortgekomen uit onszelf, uit de wensen en verwachtingen van de Nederlandse consument en maatschappij. We hebben met elkaar een klimaat ontwikkeld waarin we koploper moeten en willen zijn op het gebied van dierenwelzijn en duurzaamheid."

"Wij willen graag de koploper zijn en blijven op de gebieden van dierenwelzijn, voedselveiligheid en duurzaamheid van vlees", vertelt Hoedemaker verder. "Dit congres biedt ons de gelegenheid te bewijzen dat we dat ook echt zijn. Geen woorden maar daden." Ooit hoorden we hem zeggen dat Nederland het GroenLinks van de internationale vleeswereld is, omdat we het meest progressieve vleesland zouden zijn dat je je kunt voorstellen. "Volgens mij zijn we zelfs de Partij van de Dieren!", zegt hij nu aan de vooravond van het World Meat Congress dat op 11 en 12 oktober plaatsvindt in Maastricht.

Klimaat en geld
"Aandacht vragen voor klimaat en milieu hoort erbij, als koploper. Maar we moeten ook geld blijven verdienen. Rekening houden met dierenwelzijn of duurzaamheid maakt je producten duurder. Het is daarom heel hoopgevend dat de Chinezen zitten te springen om producten uit Nederland. Het gaat ze daarbij om de kwaliteit, op drie niveaus. Ten eerste vinden ze de voedselveiligheid heel belangrijk, en op de tweede plaats komen smaak en consistentie. Nieuw is dat de Chinezen, vooral de hogere kringen, ook milieu als een kwaliteitsaspect beginnen te zien. Maar dan moet je de kwaliteit op dat aspect ook weten te borgen," zegt Hoedemaker. Volgens hem heeft Nederland hierin ook al een koppositie, omdat in ons land het hele dier verwaard wordt. Ook organen en bijproducten, denk bijvoorbeeld aan varkenspootjes of -oren, behandelen de Nederlandse vleesverwerkers als hoogwaardig voedsel. Er zijn ook landen waar 'offal', zoals het in het Engels heet, als tweederangsproduct wordt gezien.

Vlees ligt vooral onder vuur bij een klein groepje, dat alleen wel heel vocaal is en daarmee de politieke discussie domineert
Cécile Janssen: Waarom organiseert het IMS een vleescongres in een land waar vlees zo onder vuur ligt?
Laurens Hoedemaker: "Is dat wel zo? Politiek lijkt het wel of we allemaal minder vlees moeten, maar de gewone burger denkt daar heel anders over. Onlangs berichtte het AD over een nieuw rapport van Milieu Centraal, waaruit zou blijken dat we wel willen stoppen met vlees eten, maar het niet kunnen. De overheid zou moeten ingrijpen om ons van het vlees af te helpen. Maar bij de meerderheid van de Nederlanders staat vlees nog altijd gewoon op het menu. En wat zie je dan? Een stortvloed aan negatieve reacties op de sociale media, waar 90% zich ergert aan die betutteling: 'hou nou eens op mij het vlees uit de mond te praten!' Vlees ligt vooral onder vuur bij een klein groepje, dat alleen wel heel vocaal is en daarmee de politieke discussie domineert."

Tegen die achtergrond is het juist een uitgelezen gelegenheid dat het World Meat Congress, dat iedere 2 jaar gehouden wordt maar in 2021 niet doorging vanwege de Covid19-pandemie, in Nederland plaatsvindt. "We halen de buitenwereld die de vleeswereld kritisch bekijkt, naar binnen", zegt Hoedemaker. Tot de sprekers behoren onder meer Jason Clay van het WWF, Gemma Willemsen van de Dierenbescherming maar ook hoogleraar Luc van Loon over de waarde van dierlijke eiwitten en Maarten Bosch van kweekvleesproducent Mosa Meat. Voor protesten door dierenactivisten is Hoedemakers niet bang. "Juist door de nuances van vlees te bespreken in 'het hol van de vooroplopende leeuw' gaan we de dialoog aan met de criticasters."

Eten mensen over 10 tot 15 jaar nog vlees?
"Ik weet zeker dat mensen dan ook nog vlees eten. Maar ik hoop wel dat we dan bewuster, en beter vlees eten. Dat mensen echt kiezen voor vlees met een lagere milieu-impact en/of beter dierenwelzijn en daar dan ook voor betalen. Eén van de manieren om dat te bereiken is door over te schakelen op biologisch vlees.

Maar dat is niet het enige duurzaamheidsconcept. Er zijn fantastische hoogtechnologische oplossingen op komst, zoals varkensstallen waar varkensvlees uit komt waarvan de CO2-footprint gelijk is aan die van soja. Het is aan ons, als vleesproducenten, om dat zichtbaar te maken. Dat moeten we samen met de varkenshouders, de retailers en de groothandels doen, zodat het ook nog economisch verantwoord is."

Wat zeker ook aandacht - en dus lobby - verdient, is de wirwar aan keurmerken en labels binnen Europa. "Zorg bijvoorbeeld dat je in Europa één en dezelfde manier hanteert om de CO2-footprint te berekenen, te labelen en daarover te communiceren."

Voedselnationalisme? Wat mij betreft is dat de dood in de pot
Nederland maakt veel meer vlees dan we nodig hebben om zelfvoorzienend te zijn en exporteert over de hele wereld. Hoe kijk je daar tegenaan?
"We mogen echt trots zijn op wat we als Nederland kunnen produceren. Daar komt nog bij dat wij erin slagen om elk onderdeel van het dier te verwaarden en dat we met al die delen dan ook nog de consumenten weten te bereiken die die delen het liefst eten. Juist doordat we overal aan verdienen, kunnen we op ons dure niveau blijven produceren. Zouden we alleen produceren wat we hier opeten, dan zou dat een sprong achteruit betekenen. Voedselnationalisme? Wat mij betreft is dat de dood in de pot. Kijk alleen maar naar wat er in de supermarkten te krijgen is, van over de hele wereld. Het is een illusie te denken dat we dat zouden opgeven."

Nederland is maar een klein en dichtbevolkt land, terwijl intensieve dierhouderij risico's (overdraagbare ziektes tussen dier en mens) en milieuoverlast (meer mest dan verstandig is om op het land toe te passen) met zich meebrengt. Wat zijn wat jou betreft de minimale en maximale volumes die ons land aan dierlijke productie kan voortbrengen?
“Als dierenarts weet ik dat bij extensieve houderijvormen met buitenuitloop het risico van uitwisseling van ziekten tussen dier en mens groter is dan bij grote, gesloten bedrijven. En voor wat betreft de mest zou het gebied waarin de in Nederland geproduceerde mest gebruikt mag worden net zo groot moeten zijn als het gebied waarin het geproduceerde vlees gegeten wordt. Op die schaal zou ook het grootste deel van ons veevoer geproduceerd moeten worden. Onze landbouw is dan circulair op Noordwest-Europees niveau.”

Wanneer vind je het congres geslaagd?
"Als we echt de dialoog over verduurzaming en verbetering van de wereldwijde vleesproductie in een hogere versnelling krijgen. Uitdaging, discussie en dialoog zijn voor mij de kernwoorden, het delen van heel veel informatie over nieuwe recente ontwikkelingen zowel in de landbouw, als bij de vleesproductie als voor de consument. Als wij het beste jongetje van de klas zijn, en iedereen beweegt zich in onze richting, dan blijven we voorop lopen, en dat willen we zeker ook blijven doen."
Dit artikel afdrukken