De eerste signalen kwamen uit Spanje, waar consumenten massaal zonnebloemolie gingen inslaan. Dat meldde FranceTVinfo al op 11 maart, onder de geruststellende toevoeging dat de Fransen niet ongerust hoeven te zijn. 'Hun' zonnebloemolie, van olieproducent Lesieur, komt gelukkig van Franse zonnebloempitten.

Maar in andere landen zijn ze niet zo gelukkig. Oekraïne neemt nu eenmaal in zijn eentje meer dan de helft van de wereldproductie aan zonnebloemolie voor zijn rekening. En zonnebloemolie is dankzij de neutrale smaak een veelgebruikt ingrediënt in de levensmiddelenindustrie. Er brak, ook in Nederland, een lichte paniek uit: consumenten sloegen aan het hamsteren. Supermarkten Jumbo en Plus zagen zich genoodzaakt de olie-aankopen te rantsoeneren. Ondanks dat ontstonden toch lege schappen.

Dat was het gevolg van een paniekreactie, volgens Frans Claassen, directeur van de Ketenorganisatie voor Oliën en Vetten MVO. Hamsteren is niet nodig, maar op termijn dreigt er wel degelijk een tekort. Dat is voor levensmiddelenproducenten een groter probleem dan voor consumenten. Want als consument gebruik je eigenlijk altijd maar een klein beetje olie, en zijn er genoeg alternatieven. Denk bijvoorbeeld aan olijfolie, arachideolie, lijnzaadolie of koolzaadolie - van Nederlandse bodem bijvoorbeeld. Die alternatieven zijn weliswaar duurder dan zonnebloemolie, maar voor het dagelijks gebruik in de keuken net zo geschikt.

Prijsverhogingen
Voor de levensmiddelenbranche ligt dat wel degelijk anders. Nu door de oorlog de toevoer stokt, krijgt de voedingsindustrie te maken met een driedubbel probleem. Het tekort aan zonnebloemolie vertaalt zich onmiddellijk in prijsverhogingen. Niet alleen van de zonnebloemolie zelf, ook van plantaardige olie-alternatieven zoals sojaolie, raapolie en palmolie. Sojaolie ging van €1.250 per ton in januari naar €2.200 vorige week. Palmolie schoot van €1.600 per ton in januari naar €2.300.

Het meest voor de hand liggende alternatief voor zonnebloemolie is raapzaadolie. Die hebben we in Frankrijk en Duitsland volop en wordt nu tot biodiesel verwerkt
Palmolie
Waarom steeg de prijs van palmolie ook zo sterk? Het is het meest voor de hand liggende - want meest smaakneutrale - alternatief, dat bovendien al volop gebruikt wordt in de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie. Zo gaf de Nederlandse aardappelverwerker Aviko vorige week te kennen dat de fritesproductie geen gevaar loopt omdat het bedrijf omschakelt van zonnebloemolie op palmolie. Duurzame palmolie welteverstaan, want palmolie heeft een imagoprobleem: "De consument beoordeelt zonnebloemolie als duurzaam. Palmolie niet. Dat terwijl wij alleen maar met duurzame palmolie werken," benadrukt Aviko-directielid Dick Zelhorst. De duurdere olie, in combinatie met de fors gestegen energieprijzen, zorgt bij Aviko voor een fors gestegen kostprijs.

Recepturen en etiketten
Bedrijven die hun receptuur aanpassen, zullen ook hun etiketten en voedingsinformatie moeten aanpassen. De consument heeft er immers recht op te weten wat er in een product zit. Daar zit voor de levensmiddelenbranche dan ook nog een hoofdpijndossier. Al die verpakkingen - zonnebloemolie zit echt óveral in - zijn niet in een handomdraai aangepast en ook daar speelt de vraag: wie gaat dat betalen? Daar komt nog eens bij dat het gebruik van alternatieve oliën ook kan betekenen dat het productieproces aangepast moet worden. Met alle extra kosten van dien terwijl het product er geen extra waarde door krijgt.

Beschikbaarheid
En dan zit je als producent natuurlijk met de vraag of al die alternatieven wel beschikbaar zijn. En hoe je die substituut-olie dan in Nederland krijgt. Want Nederland verwerkt jaarlijks een zonnebloemolieplas van 900.000 ton, dat zijn een dikke 20.000 tankauto's vol. "Het meest voor de hand liggende alternatief voor zonnebloemolie", zegt Frans Claassen van MVO Nederland onmiddellijk, "is raapzaadolie. Die hebben we in Frankrijk en Duitsland volop en die wordt nu tot biodiesel verwerkt." Raffineer die olie tot voedingskwaliteit en klaar is Kees. Want wat ligt er nou meer voor de hand dan deze olie nu weer voor de voedingsindustrie te gebruiken?

Overigens, zegt Claassen, zijn de voorraden zonnebloemolie binnen Europa nog niet uitgeput; Hongarije en Bulgarije hebben weliswaar exportbeperkingen ingesteld maar daar is nog wel wat te krijgen. Verder zou Argentinië een mogelijke alternatieve leverancier van zonnebloemolie kunnen zijn. Een probleem is wel dat de Argentijnen niet produceren voor de Europese markt en pesticiden gebruiken die in de EU niet toegestaan zijn. Een vergelijkbaar bezwaar kleeft aan sojaolie, wereldwijd de meest geproduceerde olie. Volgens Claassen is het merendeel van de sojaolie GMO-olie, en ook daar staan levensmiddelenproducenten in de EU niet zo maar om te springen.

Claassen heeft een opsteker voor de voedingsmiddelenindustrie die worstelt met recepturen en etiketten. In overleg met MVO Nederland hebben de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het ministerie van VWS, besloten dat de NVWA vooralsnog niet zal gaan handhaven op de foutieve etiketten. "Doorgaans duurt het een paar maanden voordat bedrijven hun etiket hebben aangepast. Er is hier sprake van overmacht. Daarom zullen wij tijdelijk niet handhaven als bedrijven producten verkopen waarvan het etiket niet klopt door het tekort aan zonnebloemolie", schrijft de NVWA. Nadere details volgen zo spoedig mogelijk.
Dit artikel afdrukken