Bloomberg zet wat feiten op een rijtje over de voedselimporten van China. Het land is niet alleen de grootste tarweproducent, maar ook de grootste tarwekoper op de wereldmarkt. Maar dat is nauwelijks indrukwekkend.
China koopt 60% van alle soja die op de wereldmarkt te koop is. Het land importeert een volume dat net zo groot is als de gehele oogst in de VS. Maar liefst 85% van de binnenlandse consumptie moet uit het buitenland komen.

Naast soja is China een grote importeur van palmolie, zonnebloemolie, mais en tarwe op de wereldmarkt. Voor wat betreft de granen is het importvolume indrukwekkend en maakt het een belangrijk deel van het wereldhandelsvolume uit, maar het gaat steeds om minder dan een 10% van de binnenlandse consumptie. Met de oliegewassen (als kookvet) is de situatie anders. Op dat gebied moet China het leeuwendeel van zijn binnenlandse consumptie inkopen.

Uit angst voor tekorten legt China grote voedselvoorraden aan (vermoedelijk ligt de helft van de wereldvoedselvoorraden in China op dit moment) en wil het land de binnenlandse productie een flinke boost geven. Maar dat zal voor de olieproducten niet gaan. Dat brengt de voedselzekerheid en stabiliteit in het grote land in gevaar. De voorraden moeten worden aangevuld maar stijgen sterk in prijs. Tegelijk daalt de waarde van de eigen munt omdat president Xi Jinping het bestrijden van besmettingen met SARS-CoV-2 meer prioriteit geeft dan het gezond houden van de Chinese economie.

China's afhankelijkheid van de wereldmarkt als percentage van de consumptie is zo groot voor wat betreft soja, palmolie en zonnebloemolie dat het land wordt geconfronteerd met mogelijk te hoge importprijzen. Kookolie is duur geworden door de wegvallende zonnebloemolieproductie uit Oekraïne en het besluit van Indonesië om geen palmolie meer te exporteren; daardoor stijgt de prijs van sojabonen die als substituut kunnen dienen. De prijs van sojabonen dreigt verder omhoog te gaan als gevolg van dure olie en toenemende schaarste in vervoercapaciteit omdat juist China steeds het containertransport bemoeilijk door het zero-Covidbeleid van zijn president.

Dat alles bij elkaar maakt dat de Chinese Yuan verzwakt en de prijs van voedsel voor Chinezen extra aan inflatie onderhevig is. De overheid kan de prijs laag houden door de voorraden in ruime mate vrij te geven. Maar de regering in Beijing zal de voorraden ook willen aanvullen en moet dan extra veel geld op tafel leggen. Het betekent dat de oorlog in Oekraïne en Covid de stabiliteit in China in gevaar kunnen brengen. Volgens een analist van ING is er echter nog geen reden tot zorg, ook niet door de gestegen prijzen van kunstmest die de inflatie in China verder aanjagen.