Het gevaar van antibiotica. We hebben er hier al een aantal discussies over gehad.
Ook Kamerleden en onze minister van LNV blijken zich zorgen te maken, zoals blijkt uit een bericht in Het Agrarisch Nieuwsblad. Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Ormel (CDA) over het
gebruik van antibiotica in de veehouderij.
Vraag 1
Wat vindt u van de toename van het gebruik van antibiotica in de veehouderij in 2006 met
7%?
De toename van het gebruik van antibiotica in 2006 vind ik zorgwekkend, omdat er een
relatie bestaat tussen de toediening van antibiotica en het ontstaan en de verspreiding
van resistente organismen.
Vraag 2
Hoe kunt u deze stijging, die bovenop de toename met 12% in 2005 komt, verklaren?
Er is geen eenduidige verklaring voor de stijging. De dierhouderijsectoren en de maatschappij
voor diergeneeskunde hebben meningen van de dierhouders en de dierenartsen
gevraagd en deze hebben een drietal redenen aangevoerd. Het verbod op antimicrobiële
groeibevorderaars in diervoer wordt in hoofdzaak gezien als oorzaak voor de stijging.
Daarnaast is er sprake van een schaalvergroting van veehouderijbedrijven dat leidt tot
afname van individuele zorg. Antibiotica wordt dan vaker ingezet om infecties te
beheersen. En als derde reden wordt een slechtere kwaliteit diervoer genoemd, door het
verbod op dierlijk eiwit in diervoer. Dit leidt ook tot een slechtere diergezondheid met
gevolg een verhoging van het gebruik van antibiotica.
Naast deze zeer aannemelijke oorzaken voor een verhoogd gebruik kan een toenemende
resistentie tegen antibiotica tot een stijging van het antibioticagebruik leiden.
Vraag 3
Kunt u aangeven of ook de antibioticumresistentie, zoals gemeten door het
Centraal Instituut voor DierziekteControle Lelystad (CIDC) in 2006 is toegenomen?
De antibioticumresistentie vertoont over bijna alle dierlijke sectoren een toenemende
tendens. Er is een verhoging van resistentie in ziekmakende bacteriën in de darmen te
zien (bijvoorbeeld salmonella en campylobacter), maar ook in de gewone darmflora van
landbouwhuisdieren.
vraag 4
Hoe komt het dat de implementatie per begin 2006 van de Europese verplichting tot
administratie van in- en uitgaande voorschriftsplichtige diergeneesmiddelen door dierenartsen
en handelaren niet heeft bijgedragen aan een vermindering van het gebruik van
antibiotica?
In Nederland is er altijd al een voorschrijfplicht voor antibioticum geweest. Antibiotica valt
onder de kanalisatieregeling voor diergeneesmiddelen en is UDA (diergeneesmiddelen die
uitsluitend door een dierenarts of op recept van een dierenarts aan de houder van dieren
mogen worden verstrekt) of UDD (diergeneesmiddelen die uitsluitend door de dierenarts
zelfs mogen worden toegepast). De Europese verplichting heeft dus geen toegevoegde
waarde opgeleverd ten opzichte van de nationale regelgeving en heeft dus ook niet geleid
tot vermindering van het gebruik van antibiotica. Overigens is per 1 januari 2006 ook het
totaal verbod op gebruik van antimicrobiële groeibevorderaars van kracht geworden.
Het is nog te vroeg om een eventuele reactie van dit verbod op het totaalgebruik van
antibiotica te kunnen vaststellen.
vraag 5
Denkt u dat het initiatief van de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde om via
een Gids voor Goede Veterinaire Praktijk voor voedselproducerende Dieren te komen tot
een restrictiever gebruik van antibiotica kan slagen, zolang er geen wettelijk vastgelegde
één op één-relatie tussen een veehouderijbedrijf en een dierenarts is?
Ik ben erg blij met initiatieven vanuit de sector om zelf te komen tot een meer
verantwoord gebruik van diergeneesmiddelen. Een gids voor een goede veterinaire
praktijk voor voedselproducerende dieren is hiervan een van de instrumenten die een
bijdrage zou kunnen leveren.
Dit najaar zal ik met een voorstel komen voor een maatregelenpakket om tot een meer
verantwoord antibioticumgebruik bij dieren te komen.
vraag 6
Kunt u initiatieven nemen om koppelmedicatie uitsluitend toe te staan voor curatieve
doeleinden?
In mijn eerdere antwoorden (3 juli 2007, VD. 2007/1389) op Kamervragen van de
Partij voor de Dieren ben ik uitgebreid ingegaan op koppelmedicatie en mijn mening
daarover. Ik ben geen voorstander voor koppelmedicatie voor niet-curatieve doeleinden.
Daarom ben ik samen met de sector naar mogelijkheden op zoek om deze praktijken
zoveel mogelijk tegen te gaan. De doelstelling is om met een gebalanceerde mix van
instrumenten te komen die draagvlak heeft bij die partijen die antibiotica voorschrijven,
verhandelen en gebruiken.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg


Dit artikel afdrukken