"In de belastingwet moet een uitzondering wordt gemaakt voor vruchtensappen, zodat deze niet onder dezelfde heffing vallen als frisdranken. Een VVD-motie met dit voorstel is donderdag aangenomen door de Tweede Kamer." Dat schreef Nieuwe Oogst afgelopen week.

Onjuiste berichtgeving
Het bericht suggereert dat de actie van de sapmakers om niet belast te worden met een als suikertaks verkochte verbruiksbelasting die een liter sap flink duurder maakt, geslaagd is. Niets is minder waar. De nep-suikertaks wordt wel degelijk ingevoerd.

De Kamer heeft met 121 stemmen vóór een motie aangenomen van Silvio Erkens (VVD) waarin de gaande regering wordt verzocht om differentiatie in de verbruiksbelasting op suikerhoudende dranken mogelijk te maken tussen vruchtensappen en andere dranken. Producenten van vruchtensappen hebben immers geen mogelijkheid om het suikergehalte terug te dringen omdat hun sap dan geen puur sap meer mag heten van de Warenwet.

Tevens nam de Kamer met 120 stemmen voor een motie aan van Pieter Grinwis (ChristenUnie). Daarin wordt de regering gevraagd lessen te trekken uit de manier waarop het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk met sappen omgaan (ze worden daar uitgezonderd van de suikertaks) en "zo snel als mogelijk doch uiterlijk per 2026 een zo eenvoudig mogelijke, uitvoerbare vorm van een gedifferentieerde verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken in te voeren op basis van suikergehalte".

Beide moties gaan over de toekomst. Een amendement van Kamerlid Chris Stoffer om fruitsappen uit te zonderen van de voorgestelde verbruiksbelasting die per 1 januari ingaat, kreeg slechts 58 stemmen en haalde het dus niet. Daarom zullen fruitsappen binnenkort wel degelijk even zwaar extra belast worden als frisdrank. De belasting op fruitsap gaat af fabrikant van 8 naar 26 cent per liter.

De politieke partijen laten de extra verbruiksbelasting voor 2024 toch ingaan omdat anders de begroting voor 2024 in gevaar zou komen. De VVD liet de sapmakers echter expliciet weten principieel te kiezen voor een gedifferentieerde suikertaks en wil dat het aanstaande kabinet snel tot invoering daarvan overgaat.

Opmerkelijk: 146 stemmen voor
Bij een nadere analyse van de stemmingen over de motie van Erkens en Grinwis blijkt iets opmerkelijks: in totaal stemden 146 van de 150 Kamerleden voor een gedifferentieerde suikertaks op dranken. Dat blijkt bij saldering van de voor en tegenstemmers van beide vrijwel identieke moties.

Een zo massale stem voor suikerwetgeving is een stap die de politiek jarenlang niet heeft durven zetten. Het kabinet sloot akkoorden met maatschappelijke partijen en bedrijven zonder wetgeving te willen maken. Onder Rutte III ontstond zo het Nationale Preventie Akkoord. Rutte IV produceerde het Gezond en Actief Leven Akkoord (feestelijk afgekort tot GALA).

Van de maatregelen die het Nationale Preventie Akkoord destijds noemde (0% btw op groente en fruit, hogere belastingen op frisdrank en bier en de heffing van een brede suikertaks) is nog vrijwel niets terecht gekomen. Afgelopen week stemde de Kamer nagenoeg ongemerkt voor een brede gedifferentieerde suikertaks. Ditmaal alleen nog op dranken. Duidelijk is echter dat de wetgever zich bewust is van zijn rol en die niet meer overlaat aan de markt via convenanten.

Dit artikel afdrukken