Een inspirerend voorbeeld geven de “Beter voor Natuur & Boer” programma’s van Albert Heijn. Dit betreft lang­durige samen­werking tussen Albert Heijn en een groot aantal akkerbouwers, veehouders en tuinders. De programma’s bevatten afspraken over onder meer duur­zaam­heid, inno­vaties en het verdien­vermogen. Dit leidt tot een goede prijs voor de betrokken producenten. De klanten van Albert Heijn kunnen bewust kiezen voor de producten van deze programma’s.

Supermarktketens zijn het meest in positie om boeren een redelijk inkomen te bezorgen
Dit is een voorbeeld dat navolging verdient. Supermarktketens zijn het meest in positie om boeren een redelijk inkomen te bezorgen. Zij stellen ook de consumentenprijzen vast. Het zou mooi zijn als zij en andere grootafnemers van agrarische producten op vrijwillige basis goede afspraken met hun leveranciers zouden maken: een vrijwillige zorgplicht voor boereninkomens.

Vrijwillig of wettelijk
Maar, is vrijwilligheid een goede basis om de gewenste resultaten te bereiken? Dat zou geweldig zijn, maar is het wel voldoende? Mogelijk komt er toch nog een landbouwakkoord. Dan zouden afspraken zoals hier bedoeld daar deel van uit kunnen maken. Een stap verder is het wettelijk vastleggen dat 'grotere afnemers van land- en tuinbouwproducten zich ervan dienen te vergewissen dat de betaalde prijzen tenminste toereikend zijn voor de lange termijn bedrijfsvoering van hun leveranciers plus de nodige investeringen'. Mogelijk stuit zo’n verplichting op bezwaren van bijvoorbeeld de Europese Unie. Het voorbeeld van Albert Heijn geeft aan dat er wel ruimte is.

Kostprijs plus
In zulke afspraken tussen landbouworganisaties, supermarktketens en andere grote afnemers van land- en tuinbouwproducten wordt overeengekomen tenminste de kostprijs te betalen, plus een vaste opslag. Kort gezegd: kostprijs plus. De kostprijs omvat onder meer verduurzaming, waterkwaliteit, dierenwelzijn, mestverwerking, landschappelijk beplanting, innovatie, opbouw van reserves voor magere jaren en een redelijk boereninkomen. De opslag dient als winst voor de onderneming en als financieringsruimte voor noodzakelijke investeringen. Algemene vernieuwingen en verduurzaming worden zo financieel mogelijk. De genoemde opslag kan periodiek, bijvoorbeeld jaarlijks, in overleg tussen koepels van producenten en afnemers worden vastgesteld.

Boeren worden minder subsidieafhankelijk, het systeem wordt eenvoudiger en door opname van alle externe kosten in de kostprijs worden de voedselprijzen eerlijker
Deze aanpak heeft een aantal voordelen. Ten eerste wordt de winst die de keten maakt eerlijker over de betrokken partijen verdeeld. Ten tweede wordt voedselproductie op deze manier zoveel mogelijk via de markt gefinancierd. Boeren worden minder subsidieafhankelijk, het systeem wordt eenvoudiger en door opname van alle externe kosten in de kostprijs worden de voedselprijzen eerlijker. Voedselzekerheid komt door een stabieler systeem beter binnen bereik. Er ontstaat een discussie over kostprijzen, die op basis van feiten kan worden gevoerd. Goedkopere importen van buiten de EU kunnen verstoringen opleveren, die met heffingen kunnen worden rechtgetrokken. Gelet op weglekeffecten verdient een aanpak in Europees verband de voorkeur. Gezien de vele boerenprotesten is het probleem ook niet uniek Nederlands.

Een nadeel van wat hier wordt voorgesteld is dat het tot hogere prijzen voor consumenten leidt. Lagere inkomens dienen hiervoor te worden gecompenseerd. Maar anderzijds zijn er belangrijke voordelen: meer perspectief voor de noodzakelijke verduurzaming van de landbouw, een financieel gezondere landbouwsector en minder van subsidies afhankelijke boeren.
Dit artikel afdrukken