Hoewel er geen precieze consensus is over de precieze CO2 uitstoot van vlees, is er consensus over de gedachte dat minder vlees eten goed is voor een beter klimaat.

Over de duurzaamheid van vleesvervangers bestaan echter nogal wat tegenstrijdige berichten. Om die reden probeerden Schotse onderzoekers meer duidelijkheid te creëren rondom de duurzaamheid van alternatieve eiwitbronnen.

In het onderzoek vergeleken de wetenschappers de duurzaamheid van insecten (meelworm larven en volwassen krekels), kweekvlees en namaakvlees op basis van soja en vis.
Ze kozen voor een scenario waarbij 50% van de huidige vleesconsumptie vervangen zou worden door de genoemde alternatieven en gingen daarbij uit van 2 maatgevende criteria: het verminderen van het gebruik van landbouwgrond en een lagere milieu-impact.

De opbrengst per vierkante meter werd vergeleken in termen van zowel energie als eiwitten. Soja bleek in beide gevallen voor de hoogste opbrengst te zorgen, gevolgd door insecten. Kweekvlees bleek vergelijkbaar met eieren. Rundvlees zorgde voor de laagste opbrengst. Door een verschuiving van de huidige vleesconsumptie richting sojaproducten en insecten zou er dus minder akkerland nodig zijn voor dezelfde hoeveelheid eiwitten en energie.

Volgens hoofdonderzoeker Peter Alexander kunnen ook minder drastische aanpassingen al werken: “een mix van kleine veranderingen in consumentengedrag, zoals het vervangen van rundvlees door kip, het verminderen van voedselverspilling en mogelijkerwijs insecten introduceren in diëten, zou bijdragen aan het besparen van land en een duurzamer voedselsysteem”.

De uitkomst van het onderzoek bevestigt de denklijn die Milieu Centraal inzette in 2015. De organisatie gaf aan dat het goed is voor het milieu als vleeseters op insecten overgaan, maar dat dit niet voor vegetariërs geldt. Als de gemiddelde wereldburger plantaardig en zo weinig mogelijk verwerkt eet, is dat het minst schadelijk voor het milieu.

En natuurlijke oogsten?
Interessant in het licht van deze uitkomsten is de export van scheermessen vanuit de EU naar China. Het zijn exotische, ongebruikelijke maar smakelijke dieren. Nederland exporteert ze per vliegtuig (met een hoge CO2-uitstoot) naar China. De ecologische footprint van toevallige natuurlijke lokale oogsten is nog niet meegenomen in dit type berekeningen van voorkeuren vanuit duurzaamheidsperspectief. Dezelfde vraag stelt zich ten aanzien van ganzen die zich in Nederland graag en massaal tegoed doen aan het eiwitrijke Engelse raaigras, het grastype dat voor een hoge melkgift onder melkkoeien moet zorgen. En natuurlijk van al die scharretjes en bijvangstvissen waar de Stichting Noordzee van zegt dat we ze moeten eten.
Dit artikel afdrukken