Het is bijna een rituele dans aan het worden. PAN publiceert een onderzoek, zoals de pesticiden-regenende kassen en de 'persbericht-gestuurde' algemene media publiceren erover. In de publieke opinie laait de verontwaardiging op en de toelatende en controlerende instanties krijgen ervan langs.

Denk bijvoorbeeld aan de gifcocktail op aardbeien, de voor baby's en peuters onveilige appels. Of aan de perikelen rond de appelbloesemkever en de 'bashing' van het Ctgb en de EFSA. Tegen de Europese Commissie loopt inmiddels een rechtszaak over de wat PAN betreft onterechte toelating van glyfosaat voor 10 jaar wegens verkeerde toepassing van de Europese pesticidenwet. En denk ook aan de serie van 3 artikelen in De Gelderlander over parkinson in de Betuwe (zie 1, 2, 3).

Het Voedingscentrum moet er vervolgens aan te pas komen om ouders gerust te stellen en hen er weer van te verzekeren dat ze hun kinderen gerust groente en fruit kunnen laten eten.

Berichten gaan maar door
"Ze leggen regelmatig de vinger op de zere plek," zegt Peter Leendertse, expert bij het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM). "Maar maak mensen niet kopschuw voor groente en fruit. Dat is belangrijker dan sporen van residuen signaleren want die gehaltes zijn over het algemeen zo laag dat je er geen gezondheidseffecten van hebt. We zien vaak berichten die een bepaalde framing hebben of angst kunnen aanjagen bij consumenten. Als wij dan gevraagd worden naar duiding bij zo'n bericht en wat erachter zit, zien we bijvoorbeeld dat het om een beperkt aantal monsters gaat of om heel weinig metingen. Of om producten van buiten de EU, waar gebruik van 'verboden stoffen' wel toegestaan is maar waarmee ook de Nederlandse teelt in het verdomhoekje komt."

We moeten de 'overdrijving' wel blijven benoemen, want anders spoelt in de pesticidenpaniek-framing het goede - de lage residuen - ook weg en laat de consument groente en fruit staan
"De berichten gaan maar door", constateert Leendertse, "het is slecht voor de bodem, voor de biodiversiteit, kankerverwekkend en dan krijg je het gevoel dat ze er zoveel mogelijk voorbeelden bijslepen om maar aan te tonen hoe slecht het is. Als zij daar voor kiezen, is het voor hun rekening. Als het niet klopt, zullen wij dat onder de loep nemen en naar buiten brengen. Dat doen we niet vanuit een verdomhoekje of verdediging. Het is essentieel om achter de waarheid te kijken en niet ongegrond angst te zaaien."

Bewustwording
De scherpe taal heeft ook een voordeel. Leendertse zegt dat supermarkten door berichten zoals hierboven genoemd bewuster en gevoeliger zijn geworden voor wat zij accepteren van hun telers. In die zin draagt het bij aan bewust bezig zijn met verduurzaming van de gewasbescherming, en dat is een goede zaak. "Maar we moeten de 'overdrijving' wel blijven benoemen, want anders spoelt in de pesticidenpaniek-framing het goede - de lage residuen - ook weg en laat de consument groente en fruit staan."

Leendertse signaleert overigens in de berichtgeving ook punten die volgens hem terecht aandacht verdienen, zoals depositie van bestrijdingsmiddelen rondom kassen of de onzekerheid rondom glyfosaat. "Bij CLM zijn we wel verbaasd dat er 10 jaar bijkomt, want er zijn echt wel zorgen over de watervervuiling, parkinson en de bochten die de EFSA mogelijk heeft afgesneden door bepaald peer reviewed onderzoek buiten de afweging te houden. Zorgen voor de toepasser overigens, niet voor de consument, want die staat het meeste bloot aan de middelen."

'Dosis bepaalt het gif'
Ook het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) vindt het lastig om goed over de bühne te brengen hoe het werkelijk zit. In Trouw zei Ingrid Becks, directeur van het Ctgb, onlangs: "Onze medewerkers zijn experts en soms komt er iets in de krant wat niet helemaal klopt of de nuance mist. Dat vinden wetenschappers lastig. Zoals de rapporten van PAN over stoffen die ze in onze voeding aantreffen. Het is goed dat ze ons scherp houden, maar wat ik in de berichtgeving soms lastig vind, is dat er vaak alleen wordt gezegd: we vinden zoveel aantallen stoffen. Maar het feit dat we deze stoffen gebruiken, betekent dat je ze terugvindt. Het is ons werk om te kijken hoeveel we ervan terugvinden en of dat risico’s geeft. Het is een oude wijsheid: de dosis bepaalt het gif. En dat is hier cruciaal."

De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit NVWA, de politieagent voor de voedselveiligheid in ons land, komt ieder jaar met een rapport over de residuen van middelen in onze voeding. Over het algemeen zitten die resten ver onder de normen, zegt Becks. "Echt ver eronder. Dat vind ik het lastige aan die berichtgeving. Want het laatste wat ik zou willen is dat mensen daardoor geneigd zouden zijn om minder groente en fruit te eten.”

Gevraagd om een nadere uitspraak over de effecten van angst onder het publiek in het kader van dit artikel, reageert het Ctgb "als uitvoerder niet in de positie te verkeren om hierover een mening te geven."

Ga vooral biologisch eten, maar doe dat dan voor het milieu
Risico's miniem
Emeritus hoogleraar toxicologie Martin van den Berg schaart zich aan de zijde van Leendertse. "Ik denk dat we doorschieten in het creëren van toxifobie. Het zal voor gewone mensen die groente en fruit kopen best wel eens gebeuren dat ze een keertje een product kopen van buiten de EU met een te hoge residuwaarde of een middel dat in de EU verboden is. Maar dan blijft het bij een eenmalige blootstelling en dan kan ik me niet voorstellen dat er sprake is van een gezondheidsrisico."

Van den Berg wijst erop dat er de laatste jaren heel veel winst is geboekt door schadelijke gewasbeschermingsmiddelen te verbieden en te vervangen door middelen met minder risico's voor de volksgezondheid. Volgens hem is er wel degelijk een - kleine - groep mensen waar je je zorgen over moet maken, zoals de direct omwonenden van een Tata of Chemours of een lelieteler, omdat er terechte zorgen zijn over de onduidelijkheden van een hoge en langdurige blootstelling. Maar voor de gemiddelde Nederlander zijn de risico's van achtergrondblootstelling miniem. "Ik wil het niet recht praten, maar we zijn nu bezig met mensen collectief bang maken, alles is slecht."

Onderzoek naar kanker door pesticiden zinloos
Ook over de kankerverwekkendheid van pesticidenresiduen is Van den Berg uitgesproken. "Door de wachttijden die in Europa zijn afgesproken [= pauzes tussen een behandeling met pesticiden, CJ] is er in 99 van de 100 gevallen geen enkel kankerrisico. Sterker nog, ik denk ook dat mensen snel geneigd zijn om heel veel te mopperen dat we extra kanker krijgen, maar zich niet realiseren dat we een kunstmatige samenleving gecreëerd hebben waar we iedere dag aardbeien kunnen eten. Bij onze leefstijl hoort een synthetische component die we niet op willen geven." Van den Berg verwijst naar een recent onderzoek naar risicofactoren voor kanker door TNO en het KWF, waar hij in de begeleidingscommissie zat. De vraag was of pesticiden meegenomen moesten worden in het onderzoek. Nou nee dus, want het kankerrisico van pesticiden bleek marginaal ten opzichte van de negatieve impact van leefstijlfactoren als bewegen, alcohol, roken en voedingspatroon. "Overstappen op biologisch omdat je 100 wilt worden en de risico's van gewasbeschermingsmiddelen wilt vermijden, heeft geen zin. Ga vooral biologisch eten, maar doe dat dan voor het milieu," zegt hij.
Dit artikel afdrukken