De Europese Commissie dwingt grote bedrijven om al in 2024 de emissies van hun volledige toeleveringsketens te publiceren in het kader van nieuwe rapportagerichtlijnen (CSRD). Daarom kijken grote merken als PepsiCo, Heineken en Nestlé naar startups die groene meststoffen op de markt brengen die hun emissieniveaus helpen verminderen.

Het besef dat traditionele meststoffen aanzienlijk bijdragen aan CO2-emissies laat de bedrijven haast maken. Het maken van kunstmest is goed voor iets meer dan 2% van de wereldwijde koolstofemissies. In de productieketens is de uitstoot hoger en zijn groene meststoffen een factor waarmee de uitstoot kan worden teruggedrongen. Volgens de Financial Times is kunstmest goed voor ongeveer 15% van de totale emissies in de toeleveringsketens van brouwerijen en voor 35-40% voor broodbakkerijen. Wereldwijd zorgen stikstofhoudende meststoffen en boerderijmest voor 5% van de broeikasgasemissies. Dat is meer dan de gecombineerde uitstoot van de wereldwijde luchtvaart en scheepvaart.

Atlas Agro (productie van stikstof via elektrolyse) en CCm Technologies (afvangen van koolstof en gebruiken als meststof) spelen als voorbeelden van moderne technologiebedrijven die de footprint van de grondstoffen voor de industrie kunnen helpen terugdringen een cruciale rol in deze overgang. Zij bieden technologieën aan die zowel effectief als competitief zijn, waardoor significante emissiereducties haalbaar zijn met meer bewustzijn en steun van voedselproducenten. CCm Technologies, bijvoorbeeld, combineert CO2 gevangen uit industriële activiteiten met organisch materiaal om meststoffen te maken, wat leidt tot aanzienlijke emissiereducties in hun supply chains. Denk ook aan de plasmatechniek waarmee de Eindhovense start-up VitalFluid met behulp van kunstmatig opgewekte bliksem vloeibare stikstof produceert.

Heineken investeert in FertigHy, een startup die vanaf 2025 laag-koolstofammoniak wil kunnen produceren met hernieuwbare elektriciteit. Tesco, de grootste voedselretailer in het Verenigd Koninkrijk, werkt ook samen met fabrikanten van meststoffen met een lage koolstofemissie en heeft aangekondigd dat het vanaf 2024 het proefgebied voor zulke stoffen zal vertienvoudigen tot 13.000 hectare.

Ondanks de mooi klinkende vooruitzichten van deze innovaties, blijven er uitdagingen.

De alternatieve producten blijven duur vanwege de kleine schaal waarop zij worden geproduceerd. Volgens deskundigen in de Financial Times zijn staatssteun en subsidies nodig om het prijsverschil tussen traditionele en laag-koolstofmeststoffen te overbruggen. Zo'n overgangsperiode is nodig om de markt te laten groeien, de kostprijs te verlagen en de nieuwe meststoffen de norm te laten worden (mogelijk op een hoger prijsniveau dan het bestaande). Dat zal echter alleen lukken als de groene meststoffen schaalbaar blijken en dus in grote massa geproduceerd kunnen worden.

In 2021 wijdde Foodlog een serie van zeven artikelen aan groene circulaire meststoffen.
Dit artikel afdrukken