De Europese Commissie (EC) presenteerde afgelopen week een nieuw pakket maatregelen en acties om de impact van stijgende kunstmestprijzen op te vangen. Dit moet zowel de boeren als industrie helpen met de uitdagingen waarmee zij momenteel te maken hebben op het gebied van meststoffen. Op de korte termijn heeft dit plan nog geen effect op de kunstmestprijzen.
De prijzen van kunstmest zijn voor de Europese boer gemiddeld met 149% gestegen in september 2022 vergeleken met dezelfde maand in 2021. Het gevolg is dat boeren minder kunstmest kopen en gebruiken. Dit kan de opbrengst en kwaliteit van de aankomende oogst verlagen, zegt de EC. Dat heeft een negatief effect op de voedselzekerheid. Europa wil dit voorkomen met het nieuwe kunstmestplan.
Vergroening moet kunstmestcrisis oplossen
Het nieuwe plan zal niet voor elke lidstaat hetzelfde zijn, omdat lidstaten enkele maatregelen zelf mogen invullen, zoals het financieel steunen van boeren en kunstmestproducenten. Verder zal de EC samen per lidstaat onderzoeken of het de moeite waard is om de landbouwcrisisreserve ter waarde van €450 miljoen open te stellen om zo de meest getroffen boeren te ondersteunen.
Waar de EC echter de nadruk oplegt – en dat klinkt tegenstrijdig – is juist het gebruik van kunstmest verminderen. Volgens het nieuwe plan moet de boer juist meer investeren in nutriëntenmanagement, precisielandbouw, bodemkwaliteit en biologische landbouw. Hierdoor is er minder kunstmest nodig. De EC wil ook het gebruik van organische kunstmestvervangers, afkomstig van dierlijke en plantaardige grondstoffen, stimuleren. Door kunstmeststoffen zoveel mogelijk te vervangen met organische meststoffen, zal de EU ook minder gas gebruiken. Organische kunstmestvervangers zijn wel meer iets voor de langere termijn, zegt de EC.
Markttransparantie
Brussel wil ook de markttransparantie in meststoffen verbeteren. Dat zou moeten gebeuren door gegevens over productie, gebruik, prijzen en handel openbaar te maken en te delen. Daarnaast is het de bedoeling meer grondstoffen te importeren uit andere werelddelen en de invoertarieven te minimaliseren.
Vanuit de landbouw wordt kritisch gereageerd op het plan. Het is onduidelijk en zal zowel de industrie als boeren geen uitweg bieden, zo klinken de reacties. Duidelijk is wel dat Brussel wil dat boeren mest efficiënter gaan gebruiken, met als doel het gebruik van synthetische mest tegen 2030 met 20 procent te verminderen. Voor de korte termijn gaat het nieuwe plan in ieder geval niets oplossen op de kunstmestmarkt. Met de huidige gasprijs, die nog altijd dalende is en ook de kunstmestmarkt die afkoelt, is de nood dan ook iets minder. De verwachting is wel dat de prijzen op de kunstmestmarkt op een hoog niveau blijven.
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Boerenbusiness, Foodbusiness en Foodlog.
Dit artikel afdrukken
Vergroening moet kunstmestcrisis oplossen
Het nieuwe plan zal niet voor elke lidstaat hetzelfde zijn, omdat lidstaten enkele maatregelen zelf mogen invullen, zoals het financieel steunen van boeren en kunstmestproducenten. Verder zal de EC samen per lidstaat onderzoeken of het de moeite waard is om de landbouwcrisisreserve ter waarde van €450 miljoen open te stellen om zo de meest getroffen boeren te ondersteunen.
Waar de EC echter de nadruk oplegt – en dat klinkt tegenstrijdig – is juist het gebruik van kunstmest verminderen. Volgens het nieuwe plan moet de boer juist meer investeren in nutriëntenmanagement, precisielandbouw, bodemkwaliteit en biologische landbouw. Hierdoor is er minder kunstmest nodig. De EC wil ook het gebruik van organische kunstmestvervangers, afkomstig van dierlijke en plantaardige grondstoffen, stimuleren. Door kunstmeststoffen zoveel mogelijk te vervangen met organische meststoffen, zal de EU ook minder gas gebruiken. Organische kunstmestvervangers zijn wel meer iets voor de langere termijn, zegt de EC.
Markttransparantie
Brussel wil ook de markttransparantie in meststoffen verbeteren. Dat zou moeten gebeuren door gegevens over productie, gebruik, prijzen en handel openbaar te maken en te delen. Daarnaast is het de bedoeling meer grondstoffen te importeren uit andere werelddelen en de invoertarieven te minimaliseren.
Vanuit de landbouw wordt kritisch gereageerd op het plan. Het is onduidelijk en zal zowel de industrie als boeren geen uitweg bieden, zo klinken de reacties. Duidelijk is wel dat Brussel wil dat boeren mest efficiënter gaan gebruiken, met als doel het gebruik van synthetische mest tegen 2030 met 20 procent te verminderen. Voor de korte termijn gaat het nieuwe plan in ieder geval niets oplossen op de kunstmestmarkt. Met de huidige gasprijs, die nog altijd dalende is en ook de kunstmestmarkt die afkoelt, is de nood dan ook iets minder. De verwachting is wel dat de prijzen op de kunstmestmarkt op een hoog niveau blijven.
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Boerenbusiness, Foodbusiness en Foodlog.
LTO Nederland klinkt kritisch over het maatregelenpakket van de EC. De land- en tuinbouworganisatie schrijft:
Na lang aandringen heeft de Europese Commissie een notitie gepresenteerd om de betaalbaarheid en verkrijgbaarheid van meststoffen te waarborgen. Aanleiding zijn de hoge kunstmestprijzen en de lage beschikbaarheid van kunstmest op dit moment vanwege de energiecrisis. De Europese Commissie noemt kunstmestvervangers in deze notitie, maar het toestaan van het gebruik blijft uit. Wat LTO Nederland betreft is dat een gemiste kans.
LTO Nederland zet zich al 15 jaar in zowel Den Haag als Brussel in om kunstmestvervangers mogelijk te maken. In eerste instantie niet zozeer vanuit energie oogpunt, maar vanuit het verder sluiten van de kringlopen en efficiëntere benutting van beschikbare nutriënten. In de periode van 15 jaar zijn de mogelijkheden met verschillende projecten verkend. De wens om over te stappen naar duurzamere kunstmestvervangers leeft daarmee al langere tijd. Ook de meeste EU-landen hebben de afgelopen maanden de EC verzocht kunstmestvervangers zo snel mogelijk toe te staan.
Reden voor de aarzeling
De aarzelingen van de EC zitten met name de Nederlandse drang om de hoge mestproductie om te zetten in mest- en kunstmestvervangers zonder de nitraatuitspoeling uit mest omlaag te brengen. Het Joint Research Center van de EU deed een onderzoek en concludeerde dat kunstmestvervangers van gekraakte en opnieuw samengestelde echte (dieren- én mensen)mest geen principieel bezwaar tegen nitraatvervuiling zijn én dat ze bijdragen aan een meer circulaire nutriëntencyclus.
Na lang aandringen heeft de Europese Commissie een notitie gepresenteerd om de betaalbaarheid en verkrijgbaarheid van meststoffen te waarborgen. Aanleiding zijn de hoge kunstmestprijzen en de lage beschikbaarheid van kunstmest op dit moment vanwege de energiecrisis. De Europese Commissie noemt kunstmestvervangers in deze notitie, maar het toestaan van het gebruik blijft uit. Wat LTO Nederland betreft is dat een gemiste kans.
LTO Nederland zet zich al 15 jaar in zowel Den Haag als Brussel in om kunstmestvervangers mogelijk te maken. In eerste instantie niet zozeer vanuit energie oogpunt, maar vanuit het verder sluiten van de kringlopen en efficiëntere benutting van beschikbare nutriënten. In de periode van 15 jaar zijn de mogelijkheden met verschillende projecten verkend. De wens om over te stappen naar duurzamere kunstmestvervangers leeft daarmee al langere tijd. Ook de meeste EU-landen hebben de afgelopen maanden de EC verzocht kunstmestvervangers zo snel mogelijk toe te staan.
Reden voor de aarzeling
De aarzelingen van de EC zitten met name de Nederlandse drang om de hoge mestproductie om te zetten in mest- en kunstmestvervangers zonder de nitraatuitspoeling uit mest omlaag te brengen. Het Joint Research Center van de EU deed een onderzoek en concludeerde dat kunstmestvervangers van gekraakte en opnieuw samengestelde echte (dieren- én mensen)mest geen principieel bezwaar tegen nitraatvervuiling zijn én dat ze bijdragen aan een meer circulaire nutriëntencyclus.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
In het kader van circulaire meststoffen was er afgelopen vrijdag nog een interessante slotbijeenkomst van het NITROMAN project in Asten.
Mijn take-aways: de op de proefvelden toegepaste meststoffen voldeden aan de zogenaamde RENURE criteria en hadden qua restgehalte stikstof in de bodem/uitspoeling na oogst van het gewas goede resultaten (beter) ten opzichte van KAS.
Qua droge stof/ eiwitgehalte en economisch rendement (voedewaarde) deed KAS het in aantal gevallen beter. Aanwending van RENURE meststoffen in aantal gevallen lastig/niet mogelijk gedurende de teelt. Ook vanwege beperkingen in aanwendingstechnieken gedurende het seizoen meer risico op vervluchtiging van ammoniak
Er werd op het congres gepleit voor het onderscheid snelwerkende en traagwerkende meststoffen ipv te focussen op organisch/dierlijk vs kunstmest.
Fertigatie is steeds interessantere optie in open teelten met oog op precisiebemesting en energiezuinig/spaarzaam met water beregenen.
resultaten zullen later worden gepubliceerd. zie o.a. www.mestverwaarding.nl
#98 Dick, ik kan er prima mee leven dat het voor eeuwig voorbijgaat. Maar dank voor je aanbod.
#64 "Als 1 bemestingsonderzoek al zo gemakkelijk leidt tot zo veel gehakketak tussen wetenschappers onderling, mag het de niet bemestingsdeskundigen niet kwalijk genomen worden alleen de uiteindelijke conclusie ter harte te nemen en die staat niet in het rapport zelf, maar wordt hier duidelijk: elk onderzoek valt of staat bij de beperkingen van de kaders die bepaald zijn voor dat onderzoek, of dus het ontbreken daarvan. En als deze onderzoeken gepubliceerd kunnen worden is de relevantie van de peers ook beperkt. Dat is op zijn minst zorgelijk."
Deze reactie is feitelijk onjuist, kaders zijn bv duidelijk bepaald. En daarnaast wel erg kort door de bocht. Met de peers komt het wel goed, het rapport is gereviewd door een paar kritische onderzoekers en bij de beoogde wetenschappelijke publicatie gebeurt dat nog eens uitgebreid. Verder staat hieronder ook al een stukje review, waar geen zaken van betekenis naar boven zijn gekomen.
#61 “De wettelijke N werkingscoefficient voor gemaaid grasland is 60%. Waarom (Bijlage 1 van zijn rapport) rekent De Boer, mogelijk naar eigen inzichten, met 49% terwijl hij beweert wettelijke normen te volgen? De KAS-mest combinatie behandeling kreeg van hem, volgens wettelijke normen, 337 kg werkzame N/ha en dus meer dan de N gebruiksnorm van 320 kg N/ha die bij de KAS-behandeling uitgangspunt vormde. Desondanks was de N-opbrengst, anders dan hij in #53 aangeeft, bij de combinatie van KAS en mest gemiddeld iets lager (1x significant, 2x niet) en was, zoals hij benadrukt, ook de N-uitspoeling lager."
De verschillen zijn te klein om relevant te zijn, en het verbaast me dat je dit aanvoert. De N-totaalgift met dierlijke mest is geschat op basis van snelle labanalyse van een monster uit de kelder, en vervolgens definitief bepaald door natchemische analyse van een specifiek monster dat steeds net voor bemesten uit de tank van de zodebemester is genomen. Zie de M&M. Daardoor kunnen wat afwijkingen ontstaan zijn.
“Dat kan, zoals Frans Aarts eerder aangaf, niet anders betekenen dan dat de (tijdelijke!) N-ophoping groter is en/of ammoniak N verlies en/of denitrificatie verlies groter is.”
Dat is niet relevant, zoals eerder onderbouwd in de reacties aan Frans Aarts.
“Dat de injectie op Vredepeel niet perfect verliep geeft Herman de Boer nota bene zelf toe in zijn rapport. “
In Vredepeel werd de mest door de machine slordiger uitgereden dan in Beltrum, dat is wat in het rapport staat. Dat heeft niets met denitrificatie van doen. De resultaten van Vredepeel zijn verder geen onderdeel van de conclusies.
“Dat er op de percelen al vele jaren organische mest gebruikt is en dat reden zou zijn om voorbij te mogen gaan aan de bijdrage daarvan op de uitspoeling, duidt op onbegrip: die erfenis hebben alle behandelingen in de proef en zijn dus niet 'automatisch' alleen van toepassing op en aldus verdisconteerd in de behandeling waarin drijfmest gegeven is. De literatuur bevat veel experimentele gegevens hierover.”
Zie de eerdere antwoorden aan Frans Aarts, die laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Die erfenis is er zeker, zoals ook uit jouw onderzoek blijkt (2005), maar het effect van die erfenis (stikstofmineralisatie) wordt in het groeiseizoen gerealiseerd, en dan door het gras opgenomen. Is uitgebreid onderbouwd in mijn 2017-rapport, de resultaten van de veldproef bevestigen dat.
“Als het al toelaatbaar is om de gerealiseerde N-werking van drijfmest te benaderen (bij gebrek aan een 100% drijfmest behandeling) door daarbij voor de KAS-bijdrage te corrigeren (een lineariteit die De Boer stilzwijgend veronderstelt)”
Het is duidelijk dat de nitraatuitspoeling in relatie tot de opgenomen N uit kunstmest KAS fors hoger is dan irt de opgenomen N uit drijfmest. Het is daarom hoe dan ook noodzakelijk om daar een neerwaartse correctie voor te maken bij een vergelijking van alleen KAS en RDM. Het ligt voor de hand om dit lineair te doen en dit is wetenschappelijk goed verdedigbaar. Mogelijk zouden nog preciezere en meer ingewikkelde correctiemethodes toegepast kunnen worden, maar ik verwacht daar geen wezenlijk andere resultaten van.
“ dan laat zich een gerealiseerde N-werking van drijfmest van circa 51% berekenen. Dat de N-opbrengsten desondanks maar zo weinig verschillen, doet vermoeden dat niet in het responsieve deel van de aanbod-opname curve gewerkt is; 320 is ook flink aan de maat, al mag het van de wet. Zou dat de hoge uitspoeling niet mede voor een deel verklaren?
Ik citeer uit de onethische notitie van Reinier, met daarin referentie naar jouw werk: “Gemaaid grasland kan gemakkelijk 400-600 kg N per ha uit kunstmest opnemen (Prins 1984, Schröder et al., 2009) zonder minerale stikstof (Nmin) na te laten in de bodem in het najaar.”
“Ik begrijp tot slot niet goed waarom iemand het 'vermakelijk' vindt (#54) dat hij de 'eerste melder' was van het verschijnsel van verhoogde denitrificatie-verliesrisico's als toedieningsmomenten van kunstmest en mest te dicht op elkaar liggen terwijl hij zich vervolgens zelf aan die fout bezondigt in eigen onderzoek. Wat is daar vermakelijk aan?”
Ik heb hieronder al aangegeven dat deze denitrificatie geen effect van betekenis op de vergelijking heeft. En dat ik er desondanks zoveel mogelijk rekening mee heb proberen te houden, als onderdeel van precies werken. Het is in de werkelijkheid echter niet altijd mogelijk om de planning van proefveldhouder, loonwerker, proefbedrijf, en onderzoeker goed op elkaar aan te laten sluiten in de drukke periode van een grasoogst, dus moeten andere zaken voorgaan en wordt een (kleine) concessie gedaan.
“Het kan natuurlijk ook dat er in het rapport typefouten staan en dat de werkelijke getallen waarmee, met recht, gerekend is, anders zijn.
Tja. Dat is een kwaadaardige opmerking. Ik sluit daarom ook de inhoudelijke reactie naar jou af.
Is er nog wat lees energie in deze reeks? Renure is een aardige naam. Hergebruik van mineralen. Mineralen in organische mest zijn daar vooral als kunstmest in terecht gekomen. In NL als kunstmest bij de teelt van ruwvoer of (veelal) elders bij de teelt van krachtvoer. Het zijn als het ware organische verpakte kunstmest mineralen. Re-nure betekent opnieuw als mest gebruiken. Het is hergebruik maar expliciet geen kringloop. De mineralen komen uit kunstmest en eindigen via het riool op de stort. Het is een verlengd tijdelijk verblijf binnen de landbouw.
De waardering voor organische mest is sinds de afschaffing van de derogatie als een speer gestegen. Lang werd gezegd dat kunstmest zo mooi doseerbaar is en het vrij komen van mineralen uit organische mest nogal ongericht is. Bioboeren kregen dat decennia te horen als zwakte in het bemestinssysteem. Een welkome revival dus van het inzicht dat mineralen uit organische mest in combi met een actieve bodem(leven)/wortelinteractie heel goed kunnen worden benut.
Vervallen van derogatie wordt betiteld als een stap terug ik kringlooplandbouw. Dat is het niet, dierlijke mest is geen kringloopmest. Alleen het beetje uit vlinderbloemigen heeft kringloop karakter. Het vervallen is juist een appel aan kringlooplandbouw omdat het nog meer duidelijk maakt dat gebruik van humane mest een deel van de aanvoer op het bedrijf moet worden. Verval van derogatie kost vermoed ik ook geen extra kunstmest. De af te voeren mest wordt elders ingezet en bespaart daar op kunstmest. De melkveehouder zal wat ik na wat rondvragen heb ervaren ook niet alle weggevallen N uit organische mest vervangen door kunstmest. Deels door de hoge prijs, deels doordat ze weten dat de laatste kilo's niet veel meer opbrengst geven, deels omdat het bodemsysteem zelf naar een betere benutting gaat bij minder kunstmest.