Volgens Vlaams parlementslid Bart Dochy (cd&v) en Europees parlementslid Tom Vandenkendelaere (cd&v) is een Europese Landbouwbeschermingswet de sleutel naar een beleid dat de plaats van onze boeren en hun rol veiligstelt in Vlaanderen en Europa. Deze wet moet volgens hen alle bestaande en toekomstige Europese wetgeving toetsen aan essentiële voedselzekerheidsfactoren zoals beschikbaarheid en kwaliteit van gronden, mogelijkheid tot gewasbescherming en bemesting, vrijhandel, aantal jonge boeren, waterbeschikbaarheid, bestuivers, innovatie, energieprijzen en ga zo maar door. “Als we het echt goed menen met onze Vlaamse en Europese landbouw en voedselvoorziening, dan moeten we alle wetgeving met een negatieve impact op meerdere van die factoren grondig durven bijsturen of waar nodig intrekken”, aldus Dochy en Vandekendelaere.

De beweegreden voor hun pleidooi komt uit hun constatatie dat er allerhande wetten bestaan om de Europese samenleving te beschermen, maar er geen zo’n beschermingswetten in werking zijn voor de Europese voedselproductie. “Denk bijvoorbeeld aan wetgeving die de net-zero industrie wil stimuleren waarbij deze industrie voorrang krijgt bij vergunningverlening op milieuwetgeving of natuurherstelwet”, duidt Vandekendelaere. “Dit bestaat momenteel niet in de landbouwsector.”

Strategische voedselzekerheidwet
Ook het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) beschermt en garandeert volgens Vandekendelaere de Europese voedselproductie niet. “Het GLB heeft wel als gevolg dat er voedselproductie is, maar er is geen wet die deze voedselproductie beschermt.” Hetgeen het dichtst aanleunt bij de ‘Europese Landbouwbeschermingswet’ lijkt de jongerenboerentoets te zijn die binnenkort in alle toekomstige landbouw-, klimaat- en milieuwetgeving geïmplementeerd moet worden. Een toets die ervoor moet zorgen dat we nog genoeg jonge landbouwers overhouden in de toekomst. De jongeboerentoets kan hierbij gezien worden als een light-versie van de voorgestelde wet, die er bovenop ook moet aangeven vanaf wanneer en waar er andere wetgeving ondergeschikt wordt aan het strategische belang van voedselproductie op de Europese bodem.

Sindsdien hebben we altijd maar wetgeving erbij gemaakt waar landbouw aan ondergeschikt wordt
De basis van het landbouwbeleid
Want niemand lijkt volgens Dochy en Vandekendelaere nog wakker te liggen van dat strategische belang van voedselproductie. “Bij de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap in 1957, waarbij ook de doelen van het landbouwbeleid vastgelegd werden, werd nochtans geschreven dat er landbouwbeleid moet gevoerd worden om onze eigen voedselvoorziening veilig te stellen en deze als strategische sector te benaderen”, aldus Vandekendelaere. “Dat is de reden waarom het landbouwbeleid destijds in het leven werd geroepen. Sindsdien hebben we altijd maar wetgeving erbij gemaakt waar landbouw aan ondergeschikt wordt.”

Voor beide politici komen de Europese landbouwprotesten niet uit de lucht gevallen. “Politici en bij uitbreiding de maatschappij verwacht steeds meer van boeren op vlak van milieu, dierenwelzijn en duurzaamheid. Niet enkel via het Europees landbouwbeleid, maar ook via hyperambitieuze milieuwetgeving die dan uiteindelijk in Vlaamse decreten wordt omgezet”, aldus Vandekendelaere en Dochy, die zich onlangs onttrok aan de stemming van het stikstofdecreet in het Vlaams Parlement. “En toch vallen momenteel met de boerenprotesten politici over elkaar heen om de Vlaamse landbouwers te verdedigen, velen blazen hierbij warm en koud tegelijk.”

“Een consequente inzet voor de landbouw moet resulteren in een Europese Landbouwbeschermingswet”, concluderen de heren.
Dit artikel afdrukken