De EU moet jaarlijks ongeveer €1,5 biljoen (1.500 miljard) investeren van 2031 tot 2050 om haar doelstelling van nul netto broeikasgasemissies halverwege de eeuw te halen. Dat zegt de Europese Commissie in een ontwerptekst die is ingezien door de Financial Times. Het plan beoogt een vermindering van de emissies met 90% tegen 2040 en wil uitkomen op "klimaatneutraliteit in de gehele economie" tegen 2050. Voor de hele Green Deal heeft de EC €1 biljoen gereserveerd. Dat betekent dat de Commissie een tientallen malen grotere investering van het bedrijfsleven verwacht. Dat lukt alleen als die kan worden opgebracht door de eindconsumenten van hun producten en diensten.
De grote investeringen moeten de kosten van niet ingrijpen drukken en worden gefinancierd door kostenbesparingen en vervangingsaankopen van groene technologie door de markt. De EC verwacht dat ze de gevolgen van de opwarming van de aarde op haar grondgebied kan beheersen. Het beperken van de temperatuurstijging tot 1,5°C boven het pre-industriële niveau zou de EU economische verliezen tot €2,4 biljoen kunnen besparen tussen 2031 en 2050. Voorts zou het de nettokosten van fossiele brandstofimporten met €2,8 biljoen verlagen in dezelfde periode.

Lage kant
De nieuwe doelstelling van 90% is volgens de wetenschappelijke adviesraad van de EU nog aan de lage kant. De genoemde bedragen worden dan ook gezien als de minimale investeringen die moeten worden gedaan om de economische schade door extreem weer te beperken; denk aan mislukkende oogsten en schade door overstromingen en extreem weer (storm, hoog energieverbruik door hitte).
De regeringen van de EU-lidstaten hebben zich volgens de klimaatwet van de Unie verplicht om hun emissies rond 2030 met 55% te hebben verminderd ten opzichte van de niveaus van 1990. Netto nul moet worden bereikt tegen 2050.

De industrie en landbouw (in Duitsland, Polen, België, Roemenië en inmiddels ook weer Frankrijk) in de EU protesteren. Ze beweren dat de eisen te zwaar zijn. Consumenten in de EU kampen met de gevolgen van inflatie. In de instabiele geopolitieke wereld met echte en potentiële oorlogshaarden op verschillende plekken en de oorlog in Oekraïne op het eigen continent kan de economie steeds op onverwachte momenten ernstig verstoord worden. Bedrijven moeten reserves kunnen opbouwen om daar mee om te gaan.

Frankrijk en België willen pauze
De Franse president Emmanuel Macron en de Belgische premier Alexander De Croo vroegen vorig jaar om een "pauze" in klimaatwetgeving. Ze zijn bang voor een politieke terugslag door protesten van burgers en bedrijven.

In de Financial Times zegt een EU-diplomaat dat het onwaarschijnlijk is dat alle lidstaten de voorgestelde €1,5 biljoen zullen onderschrijven, tenzij het bedrag wordt gepresenteerd als een investering in de groene economie en nieuwe baten.

Om de doelen te bereiken moeten industrie en transport decarboniseren. De landbouw moet hard aan bak omdat voedselproductie onvermijdelijk verbonden blijft met koolstofemissies en uiteindelijk de grootste bijdrager zal blijven aan broeikasgasemissies in de EU. Een methode om de emissies toch zo veel mogelijk terug te dringen, is het duurder maken van voedsel door - zegt het document verdoezelend - "de prijs van landbouwemissies beter te weerspiegelen in de voedselwaardeketen". Vervuiling, ook als het gaat om een eerste levensbehoefte, moet worden belast en dat kan via het emissiehandelssysteem van de Unie.

Nauwelijks realistisch
Het document is nog een concept. Toch zal het mogelijk al op 6 februari openbaar worden gemaakt. Het is bedoeld als begin van een debat over de doelen van de nieuwe Commissie die aantreedt na de EU-verkiezingen in juni.

Wie zich realiseert dat 1,5 biljoen per jaar circa 10% van de ongeveer €15 biljoen omzettende economie van de EU is, beseft dat de investeringen nauwelijks realistisch genoemd kunnen worden als ze moeten worden opgebracht door de private sector. Het kan alleen lukken met een ondernemende overheid die weet waarin zij investeert. Ze moet bovendien aan excellent portfoliomanagement weten te doen. Juist daar ontbreekt het aan, vinden grote en kleine ondernemers. Daarom gooien zij op dit moment vooral in Duitsland de kont tegen krib.

Wie het document leest, moet zich realiseren dat de productie van auto's, machines en apparaten voor gebruik thuis - van oudsher belangrijke industrieën voor de EU - in belangrijke mate naar Azië en de VS verschuiven. Die ontwikkeling komt in een stroomversnelling omdat de EU de IT- en AI-slag grotendeels heeft verloren. Dat zou kunnen betekenen dat de inkomsten die het document voorziet uit vervangende groene technologie, mogelijk voor een belangrijk deel buiten de EU zullen worden verdiend.