Afgelopen dinsdag nam de Tweede Kamer drie moties aan die het patenteren van zaden beperken, vooral in relatie tot nieuwe genomische technologieën (NGT) NGT. De Kamer vraagt de regering nu hoe deze moties geïmplementeerd kunnen worden.

Demissionair minister Micky Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat uitte bedenkingen bij twee van de moties omdat ze ingrijpende wijzigingen in het Europese octrooirecht (EOV) zouden vereisen. Dat zou een langdurig en complex proces vergen dat de goedkeuring van alle 39 aangesloten landen vereist, inclusief landen die geen deel uitmaken van de Europese Raad. Dergelijke aanpassingen kunnen alleen binnen het EOV-kader worden besproken en dat zou realisatie op korte termijn onmogelijk maken.

Nederlandse bedrijven zijn doorgaans verklaarde voorstanders van het kwekersrecht en zien octrooien als een beperking van innovatie
Strijdig met internationale verplichtingen
Volgens de minister zijn de moties in strijd met het Europees Octrooiverdrag en internationale verplichtingen, wat nadelige gevolgen voor Nederlandse veredelaars kan hebben. Een nog onafgerond onderzoek van de Europese Commissie naar plantoctrooien zou bovendien meer licht moet werpen op de huidige juridische ruimte om plantmateriaal te octrooieren. De derde motie van Innes Kostic (PvdD) om niet in te stemmen met voorstellen van de Commissie alvorens dit onderzoek is afgerond wijst ze niet af.

De moties gaan over niet-patenteerbaar maken van uitgangsmateriaal en de eigenschappen die door genetische technologie zijn ontwikkeld, het beperken van de reikwijdte van het octrooirecht voor producten verkregen met NGT, en het afwachten van onderzoeksresultaten naar de impact op boeren en kleine veredelaars alvorens in te stemmen met voorstellen van de Europese Commissie over NGTs.

De minister maakt een technisch juridisch punt. Ze maakt duidelijk dat ze de intenties van de zorgen van de Kamer deelt.

Kwekersrecht versus patentrecht
De hele zaak draait om kwekersrecht versus patentrecht. In het kwekersrecht mag een veredelaar een nieuwe variëteit ontwikkelen op basis van een variëteit die krachtens het kwekersrecht het eigendom van een veredelaar is; nieuwe variëteiten worden het eigendom van weer nieuwe ontwikkelaars. Het patent- of octrooirecht kan die mogelijkheid blokkeren omdat het eigenschappen van een plant vastlegt. Omdat die niet los van de variëteit kunnen worden gezien, blijft daarmee de gehele plant en zijn doorontwikkeling eigendom van de eerste ontwikkelaar. In plaats van een nieuwe wereld van nieuwe mogelijkheden te openen, wordt die daardoor juist beperkt zeggen tegenstanders van octrooiering bij de verdeling van planten. Vooral de grote, kapitaalkrachtige ontwikkelaars profiteren van octrooien vanwege de financiële en daardoor juridische slagkracht die zij hebben om octrooien te vestigen. Kleine veredelaars daarentegen zien het materiaal waarmee zij kunnen veredelen slinken.

Keuzen die de Nederlandse regering maakt zijn internationaal van belang omdat ons land leidend is in de wereld op het gebied van zaadveredeling. Nederlandse bedrijven zijn doorgaans verklaarde voorstanders van het kwekersrecht en zien octrooien als een beperking van innovatie.
Dit artikel afdrukken