Atze Jan van der Goot stoort zich aan de gedachte dat vleesvervangers gelijkwaardig zouden moeten zijn aan vlees. Hij is persoonlijk hoogleraar levensmiddelentechnologie aan de Wageningen Universiteit en expert op het gebied van procestechnologie voor vleesvervangers. Het publiek krijgt zoveel producten van dierlijke oorsprong binnen dat er geen voedingskundige noodzaak is om stoffen zoals ijzer en vitamine B12 toe te voegen.
Het Voedingscentrum vindt dat een goede vleesvervanger ijzer, vitamine B1 en vitamine B12 moet bevatten. Ze moeten zo worden gemaakt dat ze op vlees en vleesproducten lijken, zowel qua textuur, uiterlijk en smaak als voedingswaarde. Met dat laatste is Van der Goot het niet eens.
Toevoegingen duur, onduurzaam en onnodig
Het gebrek aan ijzer en vitamine B12 in kant-en-klare vleesvervangers ziet Van der Goot niet als een probleem. Sterker nog, het toevoegen van deze stoffen vindt hij kwalijk. Dat is onduurzaam en maakt vleesvervangers onnodig duur. Het vergt een heel bewerkingsproces van fermenteren, zuiveren en drogen. Dat veroorzaakt extra kosten, maar kiepert ook een belangrijk stuk duurzaamheidswinst in de plomp. “Het kost alleen maar extra energie wat resulteert in een minder duurzaam product”, aldus Van der Goot.
“Je moet naar de toevoeging van ijzer en vitamine B12 in hun context kijken”, zegt Van der Goot. De kopers van vleesvervangers zijn voornamelijk flexitariërs. Zij eten regelmatig een maaltijd zonder vlees, maar krijgen nog altijd zoveel dierlijke producten binnen dat ze niet bang hoeven te zijn voor ijzer- of vitamine B12-tekorten. Voor 100% veganisten kan verrijking met vitamine B12 wel van belang zijn. Maar zelfs in dat geval is dat nog maar de vraag. Wie vegan eet, leert tekorten aan te vullen met supplementen of een uitgekiend dieet. Als dierlijke producten daar geen onderdeel van zijn, is het niet zo logisch om vleesvervangers als bron te zien van bijvoorbeeld vitamine B12.
Het RIVM laat zien dat Nederlanders zeggen (volgens cijfers van Wageningen en Wakker Dier blijft de vleesconsumptie al jaren op rij vrijwel op gelijk niveau) wat minder vlees te consumeren, maar dat vlees nog steeds een significant maagaandeel heeft in het voedingspatroon. Zolang mensen vlees en zuivel eten, krijgen ze de essentiële voedingstoffen binnen die het Voedingscentrum aan iedere vleesvervanger wil toevoegen. Toevoegingen zijn volgens Van der Goot dan ook domweg energie- en voedselverspilling.
Fotocredits: 'Consumptie van vlees en vleesvervangers 2007-2021' via RIVM
Minder streng, meer duurzaam
Van der Goot gaat voor duurzaam en kan er als technoloog niet bij dat voedingsexperts van het Voedingscentrum of de Consumentenbond onvoldoende nadenken over de gevolgen van hun opinies en adviezen. Vleesvervangers moeten zo lekker mogelijk zijn om mensen te verleiden vlees te laten staan. Hoe meer ze op vlees lijken, hoe makkelijker de transitie naar een menu met minder dierlijke producten en andere verspilde nutriënten dan nodig. Steeds weer beginnen over het gebrek aan ijzer en vitamine B12 helpt daar niet bij. “Hetzelfde geldt voor het zoutgehalte in vleesvervangers. Zonder zout komt de ongewone smaak naar boven van plantaardige ingrediënten, die mensen niet gewend zijn. De noodzaak om te verduurzamen wordt met de huidige voedingseisen aan vleesvervangers niet geholpen”, vindt Van der Goot. “Dat betekent overigens niet dat we niet moeten proberen het zoutgehalte lager te krijgen.”
Technologische voedseltransitie
Vleesvervangers hebben tot doel de vleesconsumptie te verminderen. Ze moeten de voedingswaarde van vlees niet willen benaderen maar mensen een smakelijk vulmiddel bieden om het gemis te compenseren, zegt Van der Goot met zoveel woorden. Hij wil daar graag over in gesprek met het Voedingscentrum.
Hij vertelde ons bovendien nog verder om de hoek te willen kijken. “Eigenlijk moeten we nadenken over niet alleen de eiwittransitie waar het bij vleesvervangers om gaat, maar over een complete voedseltransitie. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen met fabrieksproducten eten wat ze nodig hebben? Of is het duurzamer die producten te laten komen uit kleinschalige landbouw die weer worden verwerkt en verkocht door de slager, bakker en vis-, kaas-, melk- en groenteboeren?” Daar gaan we het over hebben in een tweede interview.
Dit artikel afdrukken
Toevoegingen duur, onduurzaam en onnodig
Het gebrek aan ijzer en vitamine B12 in kant-en-klare vleesvervangers ziet Van der Goot niet als een probleem. Sterker nog, het toevoegen van deze stoffen vindt hij kwalijk. Dat is onduurzaam en maakt vleesvervangers onnodig duur. Het vergt een heel bewerkingsproces van fermenteren, zuiveren en drogen. Dat veroorzaakt extra kosten, maar kiepert ook een belangrijk stuk duurzaamheidswinst in de plomp. “Het kost alleen maar extra energie wat resulteert in een minder duurzaam product”, aldus Van der Goot.
“Je moet naar de toevoeging van ijzer en vitamine B12 in hun context kijken”, zegt Van der Goot. De kopers van vleesvervangers zijn voornamelijk flexitariërs. Zij eten regelmatig een maaltijd zonder vlees, maar krijgen nog altijd zoveel dierlijke producten binnen dat ze niet bang hoeven te zijn voor ijzer- of vitamine B12-tekorten. Voor 100% veganisten kan verrijking met vitamine B12 wel van belang zijn. Maar zelfs in dat geval is dat nog maar de vraag. Wie vegan eet, leert tekorten aan te vullen met supplementen of een uitgekiend dieet. Als dierlijke producten daar geen onderdeel van zijn, is het niet zo logisch om vleesvervangers als bron te zien van bijvoorbeeld vitamine B12.
Het RIVM laat zien dat Nederlanders zeggen (volgens cijfers van Wageningen en Wakker Dier blijft de vleesconsumptie al jaren op rij vrijwel op gelijk niveau) wat minder vlees te consumeren, maar dat vlees nog steeds een significant maagaandeel heeft in het voedingspatroon. Zolang mensen vlees en zuivel eten, krijgen ze de essentiële voedingstoffen binnen die het Voedingscentrum aan iedere vleesvervanger wil toevoegen. Toevoegingen zijn volgens Van der Goot dan ook domweg energie- en voedselverspilling.
Minder streng, meer duurzaam
Van der Goot gaat voor duurzaam en kan er als technoloog niet bij dat voedingsexperts van het Voedingscentrum of de Consumentenbond onvoldoende nadenken over de gevolgen van hun opinies en adviezen. Vleesvervangers moeten zo lekker mogelijk zijn om mensen te verleiden vlees te laten staan. Hoe meer ze op vlees lijken, hoe makkelijker de transitie naar een menu met minder dierlijke producten en andere verspilde nutriënten dan nodig. Steeds weer beginnen over het gebrek aan ijzer en vitamine B12 helpt daar niet bij. “Hetzelfde geldt voor het zoutgehalte in vleesvervangers. Zonder zout komt de ongewone smaak naar boven van plantaardige ingrediënten, die mensen niet gewend zijn. De noodzaak om te verduurzamen wordt met de huidige voedingseisen aan vleesvervangers niet geholpen”, vindt Van der Goot. “Dat betekent overigens niet dat we niet moeten proberen het zoutgehalte lager te krijgen.”
Technologische voedseltransitie
Vleesvervangers hebben tot doel de vleesconsumptie te verminderen. Ze moeten de voedingswaarde van vlees niet willen benaderen maar mensen een smakelijk vulmiddel bieden om het gemis te compenseren, zegt Van der Goot met zoveel woorden. Hij wil daar graag over in gesprek met het Voedingscentrum.
Hij vertelde ons bovendien nog verder om de hoek te willen kijken. “Eigenlijk moeten we nadenken over niet alleen de eiwittransitie waar het bij vleesvervangers om gaat, maar over een complete voedseltransitie. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen met fabrieksproducten eten wat ze nodig hebben? Of is het duurzamer die producten te laten komen uit kleinschalige landbouw die weer worden verwerkt en verkocht door de slager, bakker en vis-, kaas-, melk- en groenteboeren?” Daar gaan we het over hebben in een tweede interview.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Het is mijn vak bijna twintig jaar dus ik zal een langere reactie later geven. Afgelopen vrijdag heb ik met mijn vermoeide kop een praatje gehouden over het ontwerp en zaterdag ook een lezing ingesproken:
Lezing met slides over de eiwit-transitie.
Praatje bij de Nieuwe Wereld over de eiwit-transitie.
Nu werken en vanavond zal ik een langere reactie geven.
Is er ook onderzocht of vegetariërs/vegans inderdaad geen vleesvervangers gebruiken?
Maar zeker, ik verwacht niet dat het er veel zijn. Als je een tijdje lang vlees opzij hebt gezet zit je niet meer te wachten op zo'n "bruine drol" op je bord, of het nu vlees is of zo'n vervanger.
Overigens: niet alle vegans etc. verdiepen zich echt in voedingswaarden. Er zitten veel "studeerders" bij, maar ook heel wat foodies die bij influencers de klok hebben horen luiden (maar....).
#12 Anita,
Het artikel gaat over vleesvervangers en hun duurzaamheid. Niet over flexitariers.
Als we er van uitgaan dat vlees meestal weinig duurzaam is en de vleeseter verleid wordt om alternatieven te proberen zal in eerste instantie gewoon vlees vervangen worden door een plantaardige variant. Dit moet dan qua smaak en beleving op vlees lijken.
Ben je wat verder gevorderd dan ga je beseffen dat er ook zeer aantrekkelijke alternatieven zijn die niets met vlees te maken hebben.
Ik ben het met de schrijver eens dat allerlei toevoegingen zoals micronutriënten niet echt nodig zijn bij een gevarieerd voedingspatroon.
#9 Ton, het artikel gaat precies over de flexitariër, dat het onzinnig is om B12 toe te voegen aan vleesvervangers want niet duurzaam en overbodig - de flexitariër krijgt genoeg B12 binnen, juist vanwege het ook vlees eten.
Ik miste toen ik net "om" was ook bite. De bite van kluiven, merg zuigen... Ossobucco. Krokant gebakken buikspek (babi pangang). Daar is men hier thuis nog wel eens nostalgisch over. De vleesvervangers die "kluifjes" imiteren zijn een grap. Zoals de meeste vleesvervangers, eerlijk gezegd. Met "nep-kluifjes" bovenaan. Maar het "niet meer kluiven" weegt totaal niet op tegen het gevoel van vrijheid dat het niet eten van producten van dierlijke afkomst geeft.
NB Ik was de garage aan het opruimen en vond in een verborgen hoekje een verpakte rundervink. Die moet daar minstens vier jaar gelegen hebben. Donkerder dan net uit de supermarkt, maar verder volledig intact. Ieuw.
Ton, ook ik ben ooit begonnen met die vegaburgers, maar mijn probleem is dat ik altijd de ingrediënten moet lezen voor ik naar de kassa ga. Zodra ik soja zie staan leg ik het meteen terug, vanwege soja allergie en helaas is 9 van de 10 vegaartikelen altijd en eeuwig op soja gebaseerd.
Verder interessert het mij niet of ik de 'bite' van vlees ervaar, ik eet graag vlees, maar als ik vega eet dan is het echt vega met peulvruchten, kaas en/of noten en zaden of eieren. Nu zijn eieren en kaas niet veganistisch, maar wel vegetarisch. Als ik 'bite' wil dan eet ik echt vlees, geen sojavlokken/plakken.
Er was eens Quorn te koop, waren stukjes alsof het kip was, leek ook op kip, maar gemaakt van een bepaald soort schimmel: Fusarium venenatum. Helaas kan ik die soort niet meer vinden bij de 2 supers waar ik het eerst kocht, ze hebben hooguit iets wat op rul gebakken gehakt lijkt, best jammer, dat was een fijne en lekkere vleesvervanger die ik regelmatig in roerbakschotels gebruikte en geen last van allergieën.