Opmerkelijk. Zo mag de stunt van Harry Hummels - ex-Nijenrode-hoogleraar in de bedrijfsethiek - rond zijn benoeming in Maastricht worden genoemd. Hij zet zijn nieuwe leeropdracht kracht bij met een zelfgemaakt receptenboek.
Het zal niet vaak eerder vertoond zijn. Een oratie uitspreken en daarna een zelf gemaakt kookboek aan de geachte aanwezigen uitdelen.
Een bijzonder voorbeeld van symboliek van prof. dr. Harry Hummels, vanaf vandaag hoogleraar Ethiek, Organisaties en Samenleving aan de Universiteit van Maastricht. Hummels wil zijn studenten “denkvoedsel” aanbieden. Want waar praat je beter met elkaar dan tijdens het maken en samen eten van een goede maaltijd?
Hummels zou geen hoogleraar zijn als er niet een diepere laag in zou zitten. Wie met hem een Indiase curry gaat maken, mag er dan ook op rekenen anecdotes te horen over corruptie. Zijn “Cooking the books” is daardoor een uniek kookboek geworden. Hummels was al eerder hoogleraar, aan Nyenrode University. Hij deed daar vooral studie naar de onwil bij grote beleggers om een flink pakket aan duurzame aandelen in te slaan. Tot grote ergernis van Hummels, die zo praktisch was dat hij er ook nog een baan bij deed bij ING Groep. Op die manier zorgde hij ervoor dat ING een duurzaam beleggingsbeleid invoerde. Die combinatie van doceren en de praktijk zet hij nu voort bij de Universiteit Maastricht en als directeur commercie bij SNS Reaal Asset Management.
Wat wil hij met zijn kookboek “Cooking the Books” bereiken? Het moet volgens Hummels een bijdrage leveren aan"de volgehouden discussie over maatschappelijke effecten van het bedrijfsleven en de financiële wereld. Daartoe bieden wij “food for thought" , met name voor managers en beleggers die niet elke dag stil staan bij de sociale, ethische, maatschappelijke en milieuagenda van onze tijd. Dit denkvoedsel koppelen wij vervolgens aan recepten. De gedachte achter het boek is de deelnemers tijdens een kookworkshop, een lunch of een diner aan te zetten tot een goed gesprek. Dat dient volgens de Franse denker Michel Onfray niet alleen een praktisch doel, maar ook een moreel doel. Onfray wijst daarbij op de Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant, die iedere dag enkele gasten uitnodigde om samen de maaltijd te gebruiken. De als gematigd bekend staande Kant bracht met zijn gasten een groot deel van de middag al tafelend door en besprak daarbij allerlei publieke zaken. Kant koos bewust voor een gezamenlijk diner omdat dit “tendeert naar een moreel doel, te weten: het voor langere tijd verenigen van veel mensen met het oog op een wederzijdse communicatie”
En dat werkt Hummels dus bijvoorbeeld uit met een sober recept om een runderribstuk van een kilo in de grillpan te doen. En het dan eens over obesitas te hebben. “Wie obees is doet er verstandig aan niet te dicht bij de koekjespot te gaan zitten, na te denken over wat hij eet, gezonde voedingsstoffen te eten en veel te sporten. Maar hoe maak je dat duidelijk aan een volk dat voor meer dan de helft plus 1 leidt aan een vorm van eetverslaving?”
Hij vervolgt: “Meer dan 50 procent van de bevolking in tien OESO-landen kampt met overgewicht of obesitas, aldus de organisatie. Het gaat daarbij niet alleen om hoogontwikkelde landen zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië, maar ook om landen zoals Mexico, Tjechië, Slowakije, Hongarije en Griekenland. In de Verenigde Staten lijkt de situatie alarmerend. Maar liefst 31 procent van de bevolking lijdt aan obesitas. Tegelijkertijd leiden ontwikkelingslanden aan een vorm van anorexia. Op de keper beschouwd worden deze landen wel gevoed met buitenlandse investeringen, maar uiteindelijk dragen de financiële injecties maar mondjesmaat bij aan de ontwikkeling van een gezond en sterk economisch stelsel. Problemen als corruptie, fraude, kinderarbeid, mensenrechtenschendingen en slechte arbeidsomstandigheden, zijn aan de orde van de dag en doen afbreuk aan de gezondheid van de economie.”
recept voor runderibstuk van Hummels
bron: P+
Dit artikel afdrukken
Het zal niet vaak eerder vertoond zijn. Een oratie uitspreken en daarna een zelf gemaakt kookboek aan de geachte aanwezigen uitdelen.
Een bijzonder voorbeeld van symboliek van prof. dr. Harry Hummels, vanaf vandaag hoogleraar Ethiek, Organisaties en Samenleving aan de Universiteit van Maastricht. Hummels wil zijn studenten “denkvoedsel” aanbieden. Want waar praat je beter met elkaar dan tijdens het maken en samen eten van een goede maaltijd?
Hummels zou geen hoogleraar zijn als er niet een diepere laag in zou zitten. Wie met hem een Indiase curry gaat maken, mag er dan ook op rekenen anecdotes te horen over corruptie. Zijn “Cooking the books” is daardoor een uniek kookboek geworden. Hummels was al eerder hoogleraar, aan Nyenrode University. Hij deed daar vooral studie naar de onwil bij grote beleggers om een flink pakket aan duurzame aandelen in te slaan. Tot grote ergernis van Hummels, die zo praktisch was dat hij er ook nog een baan bij deed bij ING Groep. Op die manier zorgde hij ervoor dat ING een duurzaam beleggingsbeleid invoerde. Die combinatie van doceren en de praktijk zet hij nu voort bij de Universiteit Maastricht en als directeur commercie bij SNS Reaal Asset Management.
Wat wil hij met zijn kookboek “Cooking the Books” bereiken? Het moet volgens Hummels een bijdrage leveren aan"de volgehouden discussie over maatschappelijke effecten van het bedrijfsleven en de financiële wereld. Daartoe bieden wij “food for thought" , met name voor managers en beleggers die niet elke dag stil staan bij de sociale, ethische, maatschappelijke en milieuagenda van onze tijd. Dit denkvoedsel koppelen wij vervolgens aan recepten. De gedachte achter het boek is de deelnemers tijdens een kookworkshop, een lunch of een diner aan te zetten tot een goed gesprek. Dat dient volgens de Franse denker Michel Onfray niet alleen een praktisch doel, maar ook een moreel doel. Onfray wijst daarbij op de Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant, die iedere dag enkele gasten uitnodigde om samen de maaltijd te gebruiken. De als gematigd bekend staande Kant bracht met zijn gasten een groot deel van de middag al tafelend door en besprak daarbij allerlei publieke zaken. Kant koos bewust voor een gezamenlijk diner omdat dit “tendeert naar een moreel doel, te weten: het voor langere tijd verenigen van veel mensen met het oog op een wederzijdse communicatie”
En dat werkt Hummels dus bijvoorbeeld uit met een sober recept om een runderribstuk van een kilo in de grillpan te doen. En het dan eens over obesitas te hebben. “Wie obees is doet er verstandig aan niet te dicht bij de koekjespot te gaan zitten, na te denken over wat hij eet, gezonde voedingsstoffen te eten en veel te sporten. Maar hoe maak je dat duidelijk aan een volk dat voor meer dan de helft plus 1 leidt aan een vorm van eetverslaving?”
Hij vervolgt: “Meer dan 50 procent van de bevolking in tien OESO-landen kampt met overgewicht of obesitas, aldus de organisatie. Het gaat daarbij niet alleen om hoogontwikkelde landen zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië, maar ook om landen zoals Mexico, Tjechië, Slowakije, Hongarije en Griekenland. In de Verenigde Staten lijkt de situatie alarmerend. Maar liefst 31 procent van de bevolking lijdt aan obesitas. Tegelijkertijd leiden ontwikkelingslanden aan een vorm van anorexia. Op de keper beschouwd worden deze landen wel gevoed met buitenlandse investeringen, maar uiteindelijk dragen de financiële injecties maar mondjesmaat bij aan de ontwikkeling van een gezond en sterk economisch stelsel. Problemen als corruptie, fraude, kinderarbeid, mensenrechtenschendingen en slechte arbeidsomstandigheden, zijn aan de orde van de dag en doen afbreuk aan de gezondheid van de economie.”
recept voor runderibstuk van Hummels
bron: P+
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ach Dick,
Ik hoop volgend jaar een keer van de partij te zijn op een borrel van Marketingfacts. Wie weet lullen we dan nog eens met een goed potje bier over het één en ander. (HaHa)
Groet,
Arnoud
Arnoud, da's weer een heel andere problematiek. Ik herinner me Gert van Maanen, begin negentiger jaren lid RvB NMB Postbank, die zich zeer normatief en duurzaam opstelde (misschien verliet ook hij het bedrijf niet voor niets). Binnen Rabobank zie je dat nog sterker. 'Gaat het goed met de stad, dan gaat het goed met ons' is wat hen betreft echt reciprook.
Levensverzekeraars zijn vlgs mij van een ander slag. Die hoeven hun centen niet terug zoals een kredietboer, maar scheppen de premies aan de ene kant de kelder in en aan de andere richtig beurs en hypotheken er weer uit. Aan dat scheppen verdienen ze al vorstelijk (geweldige marges bij superinefficiënte bedrijfsvoering, nog steeds). En de risico's - ach die vallen vlgs mij wel mee (de langleven problematiek was inmiddels toch redelijk onder controle?). Beleggingsdienstverleners hebben dat nog sterker. Behoudens hun eigen positiespel, hoeven ze geen risico te lopen.
Enfin, wat zitten we hier nu over de moraal van banken te kletsen?!?!?!? Stelling: kredietboeren zijn van nature meer op balans tussen de 3 P's gericht dan fee-jongens (want dat zijn levensverzekeraars natuurlijk voor een groot deel, zonder dat het publiek dat ziet - vandaar de woede vanavond in Radar).
Je andere punt is veel interessanter: de winners zijn bedrijven die 'echt' duurzaam zijn, dwz die eruit opgetrokken zijn en bij wie het geen façade is. Ik denk dat je dat vooral terug zult zien bij bedrijven die zich op lange termijn moeten engageren, cq. lange leadtimes hebben. (Mega)Boeren, voedingsmiddelenbedrijven, de auto-industrie, (petro-)chemie? Boeiend stel: het zijn nl. allemaal organisaties hooggeschoolde toegepaste beta's die het lot van onze wereld in handen hebben.
Zelfs zonder die pan op tafel, lullen we al een aardig end weg ;-)
Hoi Dick,
Bedankt voor bovenstaande uiteenzetting.
het is mooi om tussen de regels door te lezen hoe dat de strijd om de consument met duurzaamheid als inzet een commerciële oorsprong heeft gehad maar anderzijds dat deze commerciële kant onvoldoende effectief blijkt te zijn als de consument vanuit zijn behoefte aan oprechte duurzaamheid door opgeblazen ballon heen prikt. Het gevolg zal zijn dat de consument op zoek gaat naar bedrijven die vanuit hun genen werken aan duurzaamheid.
Ik vraag me alleen af in hoeverre je gelijk hebt ten aanzien van bankproducten. Mensen willen vooralsnog (even generaliseren) korte termijn behoeften bevredigen. Lenen (schulden maken), belastingvoordelen (lijfrente die op zich duur zijn zo bleek uit onderzoek door de AFM), Beleggingshypotheek (over het algemeen lagere maandelijkse kosten maar op langere termijn een groter risico) en ze gaan beleggen zodra de koersen om en nabij het hoogtepunt hebben bereikt. Bestudeer in dit verband (als je een keer tijd hebt) eens de geschiedenis van crashes (bijvoorbeeld de tulpenbollenmanie) of neem de leaseaffaires als voorbeeld. Mensen laten zich leiden door emoties. Zij hebben hun doel voor ogen, maar vragen zich zelden af of het middel toereikend is. Om een beetje in de sfeer van foodlog te blijven: "we vreten alles het liefst zo snel mogelijk op".
Het vreemde is dat beleggers op de toppunt van de markt toestromen terwijl ze er weg moeten blijven omdat de koersen op een gevaarlijk hoogtepunt staan en ze zouden moeten toestromen op het moment dat zij niet durven in te stappen. Heel paradoxaal allemaal.
Groet,
Arnoud
Arnoud, tot voor een paar jaar was 'duurzaam' exclusief geitenwollen-sokken-terrein. Inmiddels is duurzaam eigenlijk keihard aan het worden: er is een economisch argument voor duurzaamheid. Problemen zijn nl. kansen om iets op te lossen, niet alleen maar kosten maar ook groeimarkten.Het vergt alleen een integralere manier van kijken.
Ik zie dat bedrijven ontdekken dat korte termijn denken en strict gehanteerd eigenbelang uiteindelijk duurder zijn dan het streven naar balans tussen de beroemde drie P's (People, Profit, Planet) én hun korte en lange termijn belangen (belangrijk voor jouw als beursman: de korte termijn daar, staat de langere horzion van duurzaam in de weg).
Niettemin is duurzaam grotendeels een marketingtruc: het biedt eindelijk weer onderscheid. Alles is tenslotte altijd mooier, beter, groter, zwaarder, juist lichter of lekkerder. Duurzamer is weer eens een nieuw argument om je spullen verkocht te krijgen. Dat zou niet lukken als het niet appelleerde aan iets dat leeft: ons misnoegen over een wereld die te plastic en onecht dreigt te worden. Dat gevoel gaat net diep genoeg om de markt te maken en verder te ontwikkelen.
Ik ben ervan overtuigd dat ‘duurzaam’ zich als economische paradigma stilzwijgend diep aan het nestelen is in het managementdenken. Dat laatste is minstens zo belangrijk als het modische geklets over sustainability, waarin de consument soms baarlijke onzin als ultiem goed krijgt voorgezet. Dat is niettemin belangrijk als onderdeel van de marketingmix, want duurzaam kan zich alleen ontwikkelen als de consument het wil kopen.
Zoals je hier pas hebt kunnen lezen: de neo-duurzame consument is inmiddels breed aanwezig en stelt een aardige uitdaging. Hij kiest voor duurzaam als het niet duurder is. Triest .... nee hoor: ben je straks als bedrijf niet-duurzaam dan verlies je je entry ticket to the market.
Onderwijl wakkeren bedrijven 'duurzaamheid' als vraag verder aan en verplichten ze zich hun grijze massa zodanig te organiseren dat die voor dezelfde - of zelfs lagere - kosten een duurzamere dienst of product uit de pijp laat komen.
Ik zie die trend inderdaad ook bij banken. Misschien wel juist bij banken. Die snapten altijd al dat maatschappelijke balans - op korte en lange termijn - zorgt voor goed gedrag en de zekerheid dat het uitgeleende geld terugkwam. De Rabobank is op dit principe gebaseerd en wat mij betreft zelfs de enige echt duurzame bank: het zit in hun genen. Met de onvermijdelijke instroom van ledinggevend personeel van buiten, tot op het hoogste niveau, zwakt dat waarschijnlijk af. Gevoelens worden woorden. Maar misschien gaat het wel om het resultaat en niet de intentie ;-)
Het is goed om dit hier eens te zeggen: ik zeg bij deze dus dat duurzaamheid te verwachten is van bedrijven, niet van de consument en ook niet van overheden. Vandaar onze bij tijd en wijle zeer kritische aansporingen!
@Dick,
Je schrijft: "een onderwerp waar ik nu eenmaal veel mee bezig ben en bank- en foodland".
Merk je ook dat men in 'bankland' een positieve ontwikkeling doormaakt ten gunste van duurzaam ondernemen? Zo ja, kun je in het kort aangeven welke?
Persoonlijk krijg ik de indruk dat men voorzichtig bezig is om het slagschip van koers te laten veranderen. Natuurlijk, commerciële belangen zullen terecht een rol blijven spelen. Toch heb ik de indruk dat men meer dan voorheen bezig is om zich doormiddel van gezonde of ethische bezigheden te integreren in het maatschappelijk verkeer. Herken je dit?
Ik ben heel benieuwd.
Vast bedankt voor je reactie. Ik zou deze ontwikkeling alleen maar toejuichen.
Groet,
Arnoud