Bij zijn aantreden in 2017 had de Franse president Emmanuel Macron de mond vol van het 'upgraden' van de Franse veehouderij. De Franse veehouders moesten "stoppen met de productie van pluimvee of varkensvlees, die niet meer overeenkomen met onze smaak, met onze behoeften", klonk het toentertijd volgens France24. Dat streven vond een gewillig oor bij 50% van de Fransen.

Maar inmiddels ziet de wereld er heel anders uit. De gele hesjes-protesten maakten duidelijk dat de gewone Fransen maar net in hun basisbehoeften kunnen voorzien. De coronacrisis en de oorlog in Oekraïne joegen de inflatie en met name de voedselprijzen gierend omhoog. Macron moest alle zeilen bijzetten om zijn nieuwe pensioenregeling door te voeren waardoor Frankrijk langer moet werken. Misschien is het daarom dat er al tijden sprake is van radiostilte vanuit het Elysée over de upgrading van de Franse landbouw. Dat leidt immers tot nog hogere uitgaven voor de dagelijkse boodschappen. De woorden die nu rondzingen zijn 'voedselsoevereiniteit' en verminderen van de afhankelijkheid van import.

Nog maar 30% van de Fransen kan het zich veroorloven meer te betalen voor kwaliteit
"We moeten kunnen zeggen dat we aan de onderkant van de markt moeten werken", betoogde minister van Landbouw Marc Fesneau vorige week tijdens de Space-veetentoonstelling in het Bretonse Rennes. Met andere woorden: Frans vlees, melk en eieren moeten betaalbaar zijn en blijven voor de gewone Fransman. En dat betekent: zo goedkoop mogelijk produceren en importen buiten de deur houden. Uit Oekraïne komt heel betaalbare plofkip, maar Frankrijk wil zijn eigen kip. Frankrijk was vroeger zelfvoorzienend met kip; inmiddels wordt de helft van de consumptie geïmporteerd.

Vóór de oorlog in Oekraïne waren er legio biologische en diervriendelijke initiatieven en productlanceringen. Franse boeren gingen minder dieren per vierkante meter houden, stapten af van kooien voor kippen en zeugen en gingen over op meer weidegang voor koeien. Maar door de inflatie (vorige maand nog 11,1% ten opzichte van een jaar eerder) kiezen de Fransen voor lagere prijzen en kopen ze minder biologische producten. De verkoop van biologische producten voor thuisconsumptie daalde in 2022 met bijna €600 miljoen, aldus France24. Nog maar 30% van de Fransen kan het zich veroorloven meer te betalen voor milieu- en diervriendelijke kwaliteit.

De boodschap van Fesneau bleek niet aan dovemansoren gericht. Zijn Bretonse boeren reageerden blij. Bretagne is de belangrijkste regio voor de intensieve veehouderij, en produceert meer dan een op de twee Franse varkens en een op de drie kippen. Frankrijk als geheel is momenteel de grootste rundvleesproducent van de EU, de tweede voor melk en de derde voor varkensvlees. Het land is een grote eierproducent, ook al is de productie gedaald als gevolg van de vogelgriep.

Mensen die in biologisch hebben geïnvesteerd, zitten nu vast
"We willen de standaardproductie weer terugwinnen", zei Gilles Huttepain, directeur van de grootste Franse pluimveeproducent LDC (onder meer Le Gaulois, Maître Coq, Poulets de Loué) en vicevoorzitter van de pluimveebranchevereniging Anvol, dan ook. Dat betekent concurrerend blijven, gericht op volumes in plaats van niches, om schaalvoordelen te behalen en betaalbaar te blijven. Het klinkt als een forse draai ten opzichte van de eerdere trend om de milieu- en dierenwelzijnskwaliteit te waarborgen.

Maar een radicale ommekeer die is ingegeven door de harde realiteit. "Ons probleem is dat de vraag van de consument draait om prijs, prijs en nog eens prijs," beaamt Anne Richard, directeur van de branchevereniging voor varkensvlees Inaporc. En dan is de Bretonse varkensvleessector misschien niet eens zo slecht gepositioneerd, juist doordat we zijn blijven vasthouden aan het intensieve systeem. Minder dan 1% van het Franse varkensvlees is biologisch. "Misschien was de weerstand die toen ontstond niet belachelijk. Mensen die in biologisch hebben geïnvesteerd, zitten nu vast," voegt ze toe.
Dit artikel afdrukken