Burger King kondigde 6 maart aan de trend te volgen door plantaardige opties goedkoper te maken dan de dierlijke. Alle plantaardige producten worden 10 cent goedkoper dan de dierlijke equivalent. Het mag niet verbazen dat Burger King de eerste grote fastfoodketen is die plantaardige producten goedkoper maakt dan dierlijke. Burger King heeft van alle grote fastfoodketens het grootste plantaardige aanbod op de Europese markt. Daarnaast heeft de fastfoodketen zich voorgenomen dat 50% van het menu moet bestaan uit plantaardige producten.

Burger King is niet het eerste bedrijf dat experimenteert met plantaardige alternatieven die goedkoper zijn dan vlees. Lidl was de hamburgerketen voor. In oktober 2023 besloot de discounter dat plantaardige proteïne maximaal even duur mag zijn als vergelijkbare dierlijke producten. Om te benadrukken dat 'plantaardig' niet meer gelijk staat aan 'duurder' besloot de supermarkt om plantaardige producten direct naast de dierlijke equivalenten te leggen.

Goed vega klimaat
Dat bedrijven voor de Duitse markt kiezen om te experimenteren met goedkopere alternatieve eiwitten komt niet als een verrassing. Inmiddels is Duitsland de grootste markt voor plantaardige alternatieven en Duitse consumenten eten de op een na hoogste volumes aan plantaardige alternatieven. Deels komt dit omdat Duitsland zeer veel vegetariërs kent. Uit enquêtes van de Duitse organisatie voor supermarkten (BVLH) blijkt dat maar liefst 9% van alle Duitsers vegetariër is. Daarvan is 3% veganist. In Nederland is het percentage vegetariërs 3%, waarvan 1% veganist is.

Interessanter nog is echter de markt voor flexitariërs. Uit een rapport van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) blijkt dat 55% van de Duitsers een flexitarisch dieet heeft. Met name deze groep geeft aan vaker voor plantaardige alternatieven te kiezen als de producten niet duurder zijn dan de dierlijke varianten, zo blijkt uit een enquête van BVLH.

Voedingsadviezen benadrukken plantaardig
Dat het maatschappelijke sentiment voor plantaardige voeding bij onze oosterburen gunstig is, blijkt ook uit het nieuwe advies van het Duitse voedingscentrum (DGE). Daarin wordt de Duitse consument aangespoord meer dan 75% plantaardige voeding te eten. Dit creëert een klimaat waarin kiezen voor plantaardig steeds populairder zal worden. Naast gezondheid is er in de adviezen nu ook oog voor het klimaat. Dierlijke voeding vormt volgens de nieuwe richtlijnen een beperkte aanvulling op het dieet.

Toch is het de vraag in hoeverre de nieuwe richtlijnen een goede voedingsbodem vormen voor de verkoop van meer plantaardige alternatieven. Plantaardige alternatieven hebben, op margarine na, geen plaats in het nieuwe voedingsadvies. Het DGE geeft aan dat de categorie enorm is gegroeid. Volgens de organisatie mist echter de data om tot een passend advies te komen.

Dierlijk eiwit in plaats van vervangers
De afwachtende houding zou de markt voor plantaardige alternatieven wel eens duur kunnen komen te staan. Op termijn lijkt het waarschijnlijker dat het nieuwe advies weinig goeds voor de markt voor plantaardige alternatieven betekent. In de nieuwe Duitse voedingspiramide komt - net als bij het Nederlandse voedingscentrum - geen fabrieksvoeding voor. Het geadviseerde dieet bestaat bijna volledig uit verse producten en doet vooral denken aan wat in het Engels whole foods wordt genoemd. Dit zou wel eens nadelig uit kunnen pakken voor de categorie die vaak in verband wordt gebracht met hoog bewerkte voeding.

Zo raadt de DGE aan om minimaal 550 gram groenten en fruit per dag te eten. Daarnaast schrijft het DGE 25 gram noten en zaden en 300 gram granen per dag voor. Minimaal een derde daarvan moet volgens de organisatie bestaan uit volkorengranen. Daar tegenover adviseert de DGE twee porties zuivel (bijvoorbeeld 500 gram melk of 60 gram kaas) per dag en tussen de 120 en 240 gram vis en een vergelijkbare portie vlees per week. Daarbovenop beveelt het DGE maximaal 60 gram worst en een ei per week aan. Geen vleesvervangers dus, maar dierlijk eiwit en veel meer onbewerkt plantaardig voedsel.

Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerkimg tussen Foodbusiness en Foodlog.
Dit artikel afdrukken