Deze verhalen gaan vaak gepaard met een pleidooi voor groei. Op LinkedIn postte voormalig WUR-bestuursvoorzitter en huidig agrofood-boegbeeld Aalt Dijkhuizen enkele weken geleden: “Krimp spant het paard achter de wagen.” In het FD van 6 januari 2018 schrijft diervoederfabrikant Huub Fransen: “De oplossing zit niet in het verkleinen van de landbouw.”
In Europa blijft de bevolking stabiel. In ons deel van de wereld is sprake van overvloedIk wil hier graag enkele kanttekeningen bij plaatsen. De wereldbevolking gaat de komende jaren verder stijgen tot bijna tien miljard mensen in 2050. Die bevolkingsgroei vindt vooral plaats in Afrika en - in iets mindere mate - in Azië. In Europa blijft de bevolking stabiel. In ons deel van de wereld is sprake van overvloed: ongeveer een derde van de voedselproductie wordt verspild.
Klopt @WiebesEric. Moeten we zuinig op zijn. Krimp spant het paard achter de wagen, zeker vanuit klimaatoogpunt. Meer ruimte voor de beste boeren én voor innovatie en technologie!! @minlnv @TopsectorAF. pic.twitter.com/wlitsXq8NW
— Aalt Dijkhuizen (@AaltDijkhuizen) December 23, 2017
Met de kennis en kunde die we in Nederland hebben ontwikkeld kunnen én moeten we ervoor zorgen dat er voldoende voedsel beschikbaar komt en blijft voor de gehele wereldbevolking. Maar is dat een uitdaging voor Nederlandse boeren en tuinders? Gaan we in Nederland varkensvlees en eieren produceren voor de Zuid-Afrikaanse markt? Of gaan we ervoor zorgen dat dáár de kennis en kunde beschikbaar komt om dáár te produceren?
Tegen de achtergrond van onze West-Europese overvloed is een pleidooi voor het verhogen van de Nederlandse landbouwproductie moeilijk te verdedigen: waarom zouden we boeren en tuinders stimuleren om nóg ‘meer van hetzelfde’ te gaan produceren?'Dissatisfiers' oplossen met technologie
In het FD breekt voerfabrikant Fransen een lans voor investeringen in technologie. Die biedt immers “oplossingen die het gebruik van grondstoffen terugdringen, ammoniakuitstoot van stallen verlagen of dierwelzijn verbeteren.” Die oplossingen bieden vooral antwoorden op druk vanuit de maatschappij. Boeren en tuinders behouden daarmee hun ‘license to produce’, ze geven daarmee invulling aan wat vaak dissatisfiers of hygiënefactoren worden genoemd. Dat zijn factoren die vooraf door je klanten worden verwacht. Je scoort er weinig pluspunten mee: je kunt er hooguit minpunten mee scoren. Het wrange van de betreffende investeringen is bovendien dat ze zelden worden terugverdiend door een hogere productprijs.
'Satisfiers' maken het onderscheid
Wat mij betreft moet de land- en tuinbouw op zoek naar ‘satisfiers’, naar ‘motivatoren’. Dat zijn factoren die zorgen voor een goed gevoel bij consumenten. Land- en tuinbouworganisatie ZLTO zet in dat verband een geweldige stap: “Boeren hebben een oplossing.” Ik ben het daar helemaal mee eens, maar wat mij betreft mag ZLTO nog een stap verder gaan: met hun producten kunnen boeren en tuinders wezenlijk bijdragen aan ‘een gezond en gelukkig leven’. Dát zijn motivatoren, dáár worden consumenten blij van.
In West-Europa leven we in een ‘wereld van overvloed’. Tegen die achtergrond is een pleidooi voor het verhogen van de Nederlandse landbouwproductie moeilijk te verdedigen: waarom zouden we Nederlandse boeren en tuinders stimuleren om nóg ‘meer van hetzelfde’ te gaan produceren? Uitstekende producten? Zeker. Duurzaam en veilig geproduceerd? Uiteraard. Maar in veel gevallen ook onvoldoende onderscheidend waardoor boeren en tuinders - tegen beter weten in - meedoen aan de ‘race to the bottom’. En waarom zou ‘de maatschappij’ daar - letterlijk en figuurlijk - ruimte voor willen maken?
Wat zou het geweldig zijn als de vraag naar Nederlandse komkommers stijgt, omdat nergens ter wereld zulke lekkere en voedzame komkommers worden geproduceerd. Dán heeft het zin om meer komkommers te gaan producerenNatuurlijk mogen we trots zijn op de ontwikkelingen in de land- en tuinbouw: onze boeren en tuinders produceren duurzaam en efficiënt. Maar wat zou er gebeuren als we onze kennis en kunde nog meer inzetten om onderscheidende producten te ontwikkelen: malser, sappiger, smakelijker, kleurrijker, voedzamer en gezonder. Daarmee creëren we overtuigende satisfiers, motivatoren, daarmee geven we boeren en tuinders goede argumenten om te concurreren met boeren en tuinders uit andere landen, daarmee bieden we boeren en tuinders de kans om weg te blijven van de ‘race to the bottom’. Wat zou het geweldig zijn als de vraag naar Nederlandse komkommers stijgt, omdat nergens ter wereld zulke lekkere en voedzame komkommers worden geproduceerd. Dán heeft het zin om meer komkommers te gaan produceren. Ik ben ervan overtuigd dat we daar - als maatschappij - met veel plezier ruimte voor bieden.
Onmogelijk? Vooruitstrevende boeren en tuinders bewijzen het tegendeel. Een vriend betaalt graag bijna negentig euro voor een kilo Wagyu vlees, “want malser vlees is er niet”. Zelf geniet ik elke keer weer van de dauwverse, knapperige spinazie uit Lierop en van de smaakexplosie van honingtomaten.
In deze voorbeelden maken de boeren en tuinders het verschil. Logisch, want de ‘boer maakt dat het smaakt’. Als boeren en tuinders meer gaan handelen vanuit die overtuiging wordt het perspectief voor de Nederlandse land- en tuinbouw nóg mooier.
Ron Mulders is oud directeur van Veiling ZON en oprichter van Pommeron b.v.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Nee, Hans. Deze man onderneemt voor eigen rekening en risico.
De vraag is meer die andere die we hier de laatste tijd steeds beter weten te stellen: gaat het om onderscheid of betekenis voor consumenten?
"...om maar méér te gaan produceren. Dat zegt Ron Mulders, voormalig directeur veiling ZON. Laten we onze kennis en kunde nog meer inzetten om onderscheidende producten te ontwikkelen: malser, sappiger, smakelijker, kleurrijker, voedzamer en gezonder. Daar zal de maatschappij met veel plezier ruimte voor bieden."
Meest dom statement van de maand. Chapeau, Ron !
Op naar naar tomaat nummer 15 !
Na de oorspronkelijke kromme nu de rechte komkommer (verpak je meer komkommers per m3), en de kleine komkommer, en de mini-snack-komkommer, nu op naar de gekleurde komkommer...
Die Ron ! En als tie een beetje 'slim' verhaal schrijft, dan krijgt tie nog subsidie ook.
Omdat Ron helpt 'de wereld te redden' op een prettige manier..
Je kunt het Ron niet kwalijk nemen. Op een enkele uitzonder na draait de hele hysterisch duurzaamheid-hype op cashen.
Zolang het nog kan..
Piet Commercieel slim? Maar zij helpen zelf de wereld niet vooruit, goedkoop achteruit???
We consumeren ons kapot. Haleluja! Net zoals de boer een onverantwoord burger zou zijn, die te veel zeurt en jankt en klaagt, is de consument nou ook niet het toonbeeld van de verantwoordelijke burger.
Wat is dat toch die Dr. Jekyll en Mr. Hyde-houding in ons burgers, ons mensen? Dus zowel bij de boer als de consument. Amazon vervult een behoefte, een platte behoefte. Dat is vanuit dat oogpunt gewoon slim.
Grote verhalen, vage organisaties, mooie woorden. De sector loopt er van over.
Het woord consument komt er in voor, maar meestal moet ie wat doen: zich laten verbinden, een hogere prijs betalen, meer uitgeven aan voedsel, de boer steunen, maatschappelijk bewust koopgedrag etaleren, ons leuk vinden.
Misschien dat een paar quotes van Jeff Bezos van Amazon helpt tegen deze onzin:
"Obsess about customers."
"Our vision is to be earth's most customer-centric company."
"We've had three big ideas at Amazon that we've stuck with for 18 years, and they're the reason we're successful: Put the customer first. Invent. And be patient."
"Every day we want to do it better and cheaper."
Hij doet het, wij lullen er over.