Het actuele discussiepunt in de preventie van cardiovasculaire ziekten is de ‘optimale dosis’ van lichaamsbeweging. Hoe vaak en hoe lang moet je sporten om het beste resultaat te behalen? Allicht zal dat per persoon verschillen. Niettemin zijn er richtlijnen, zoals die van de WHO. Minimaal 150 minuten gematigde of minstens 75 minuten intensieve aerobe fitness per week en twee keer, liefst vaker, (lichte) krachttraining van de grootste spiergroepen.

Niemand zal met een eierwekker, weegschaal, stappenteller en spreadsheet zijn fitnessactiviteiten bijhouden. Hoewel, sporten kan obsessief worden, met bijbehorend administratief gedrag. Het dagelijkse rondje door het park en het incidentele bezoek aan de gym moeten wel leuk blijven. Dagelijks een uur met de hond stevig doorstappen moet toch ook genoeg zijn.

Maar er is uiteraard voor iedereen een optimum. Wie echt heel bewust aan zijn gezondheid werkt, veel groente met antioxidanten eet, en zeker geen vlees- en vetrijk keto of paleo-dieet volgt, kan het niet verkeerd doen en zal de grammenweger in de kast laten.

Zijn hardlopers inderdaad doodlopers?
Survival
Zijn hardlopers inderdaad doodlopers? Een onderzoek van cardiologen, radiologen en sportfysiologen van de Katholieke Universiteit Leuven en collega’s naar de hartgezondheid van (voormalige) duursporters heeft een verrassende uitkomst. “Levenslange beoefening van duursport wordt niet in verband gebracht met een gunstiger samenstelling van de coronaire plaque in vergelijking met een gezonde leefstijl,” schrijven ze in de conclusie van hun artikel in het vakblad European Heart Journal.

Daar staat niet dat een leven lang intensief hardlopen, wielrennen of roeien ongezond is. Want regelmatige lichaamsbeweging is heel goed voor lichaam en geest en wie actief sport, zal verder ook wel gezond zijn en daarom langer leven. De strekking is dat het niet nodig is om intensief en levenslang te sporten om fit te blijven. Maar laat het geen aanmoediging zijn om het sporten te laten. Of, zoals een Amerikaanse cardioloog het zegt: “Darwin had in één ding ongelijk. Het is niet ‘survival of the fittest’ maar ‘survival of the moderately fit’.

Verontrustend
Wat die ‘samenstelling van de coronaire plaque’ betreft, dat is wel een opmerkelijk punt. Het werpt nieuw licht op een verschijnsel dat al bekend was, maar nu een verontrustend kantje krijgt. Eerder fysiologisch onderzoek heeft aangetoond dat intensief sporten - en dan hebben we het over minstens 300 minuten per week - schade aan het hart kan toebrengen. Tijdelijke, maar ook blijvende.

Er is eerder een verband bewezen tussen duursporten en atherosclerose, de afzetting van vetdeeltjes in de kransslagaderen. Intensieve inspanning levert oxidatieve stress door de extreme zuurstofverbranding. Er vormen zich veel reactieve zuurstofverbindingen (ROS, Reactive Oxygen Species), die op zich al schadelijk zijn. De ontstane oxidatieve stress en de daaropvolgende oxidatie van LDL-cholesterol wordt beschouwd als een belangrijke oorzaak van de aantasting van de aderwand. Dat is al zeker twintig jaar bekend.

Die plaque of atheromen zijn goed beschouwd de meest gevreesde biologische entiteiten op aarde
Atheromen
Die plaque of atheromen zijn goed beschouwd de meest gevreesde biologische entiteiten op aarde. Ze kunnen losschieten van de aderwand, het endotheel, gaan dobberen door de kransslagaders, en kunnen een slagader verstoppen. Afhankelijk van waar de blokkade wordt opgeworpen, veroorzaakt dat een hart- of een herseninfarct. Dergelijke cardiovasculaire aandoeningen zijn nog altijd de belangrijkste oorzaak voor het overlijden van de mens, op de tijd na.

Waarom deze aandoening bij sporters niet zo gevaarlijk werd geacht, is omdat dit soort ophoping niet zo snel loslaat. De meest actieve oudere sporters vertonen vaak een hogere zogeheten calcificatiescore van de kransslagader. Dat houdt in dat de plaques zijn afgedekt met een beschermend laagje calcium, dat het deeltje op zijn plek houdt en het risico van plaquebreuk verlaagt. Het zou verklaren waarom oudere sporters minder cardiovasculaire aandoeningen hebben dan niet-sporters.

Dat klopt niet helemaal, zeggen de Belgische onderzoekers: ”Levenslange atleten van middelbare leeftijd hadden meer coronaire plaques, waaronder meer onstabiele niet-gecalcificeerde plaques”. En die plaques die niet zijn verankerd met een netje van calcium raken eerder los. Die calcificatie is een studie op zich, onderdeel van de zich sterk ontwikkelende preventieve cardiologie, cardiovasculair risicomanagement genaamd.

Curve
In 2018 onderzochten de Nijmeegse inspanningsfysioloog Thijs Eijsvogels met Amerikaanse collega’s de literatuur over de "Extreme Exercise Hypothesis". Die wordt gekenmerkt door “een U-vormige of omgekeerde J-vormige, dosis-respons curve tussen fysieke activiteit volumes en cardiovasculaire gezondheidsuitkomsten”, aldus hun publicatie uit 2018. Ze beschrijven in hun review dat de harten van oudere fanatieke sporters niet alleen meer atheromen in de kransslagaderen vertonen (ze noemen ook al de mixed plaques), maar ook andere afwijkingen. De belangrijkste zijn hartritmestoornissen (boezem- en ventrikelfibrillatie) en plotse hartstilstand.

De Extreme Exercise Hypothesis postuleert een U shaped mortality. In een grafiek ziet dat er zo uit:



Maar vanaf welke intensiteit en duur gaat de grafiek omhoog? Er is “geen duidelijke bovengrens voor de door training behaalde gezondheidswinst”, aldus Eijsvogels en collega’s.

Gematigd fit
Een groot epidemiologisch onderzoek uit 2017 dat Eijsvogels en collega’s aanhalen had als uitkomst dat bij 112 minuten per week ‘recreatieve fysieke activiteit’ de meeste gezondheidswinst behaald werd en dat boven de 255 minuten de voordelen verdwenen. Een probleem waar ze op stuiten in het bepalen van het optimum is dat in de statistieken het overlijden van enkele intensieve sporters door een hartstilstand zwaar meetelt en het gemiddelde beïnvloedt. Daar valt dus voor een individu niets uit te halen.

Ze schrijven verder: “Er bestaat gegronde vrees dat de boodschap dat lichaamsbeweging met een te hoge intensiteit schadelijk kan zijn voor het hart, een fysiek actieve levensstijl bij de bevolking in het algemeen kan ontmoedigen en kan bijdragen tot de toenemende inactiviteit.”

Dat kan niet de bedoeling zijn. Het verhaal van ‘gematigd fit’ zijn als overlevingsstrategie moet toch aansprekend genoeg zijn. Matig met alles: eten, alcohol, fitness.

Dit artikel afdrukken