De behandeling van hartpatiënten is in de afgelopen vijftig jaar sterk verbeterd. Toch neemt het aantal ziektegevallen toe, vooral vanwege de niet-overdraagbare welvaartsziekten die aan voeding en leefstijl zijn gerelateerd, zoals diabetes type 2, hoge bloeddruk en obesitas.

Duizenden medische onderzoekers besteden hun hele wetenschappelijke loopbaan aan het bestuderen van het hart en de vaten eromheen. Het bijhouden van hun publicaties in de vakbladen is al een dagtaak. Grote doorbraken in het onderzoek zijn er niet veel, of krijgen weinig aandacht. Maar in de loop der jaren springen er toch wel wat onderwerpen uit de deelgebieden van het cardiologisch onderzoek in het oog.

Chronische inflammatoire ziekte
De tijd dat verzadigd vet en cholesterol de grote boosdoeners waren in het proces van atherosclerose, het dure woord voor aderverkalking, ligt achter ons. Eigenlijk al lang, zoals bijvoorbeeld in het overzichtsartikel ‘Pathogenesis of atherosclerosis: A multifactorial process’ uit 2002 te lezen is: “Atherosclerose is niet meer een ziekte die vooral aan het hoge vetgehalte in het lichaam kan worden toegeschreven”, schrijven de onderzoekers. “Atherosclerose zijn we gaan beschouwen als een chronische inflammatoire ziekte met een auto-immuun component”. Atherosclerose is een gewone ouderdomskwaal. De meeste harten bezwijken door leeftijd.

Zwavelverbindingen zijn over het algemeen giftig, bepaalde stoffen kunnen wel ingenomen worden en dienen als zwaveldonor. Maar het lichaam maakt ook zelf een actieve zwavelverbinding aan
Zoals in meer onderzoek naar de moderne welvaartsziektes, wordt gekeken naar de interactie tussen de aanleg en de invloed van buiten, tussen de genen en de omgeving. Om tot werkzame therapieën en geneesmiddelen te komen, zal achterhaald moeten worden wat de onderliggende mechanismen zijn die tot de ziekte, in dit geval atherosclerose, leiden.

Zwavelhoudende stoffen
Een opmerkelijk deelgebiedje van onderzoek richt zich op de werking van zwavelhoudende stoffen op de vorming van plaque, de verdikking in de aderen die tot plaatselijke verstopping van de bloedbaan leidt. Zwavel is een van de sporenelementen die in zeer kleine hoeveelheden onmisbaar zijn. Twee van de twintig door het lichaam gebruikte eiwitvormende aminozuren bevatten zwavelatomen, methionine en cysteïne. Methionine kan niet door het lichaam zelf gevormd worden en heet daarom essentieel.

Hoe krijg je voldoende zwavel binnen? Zwavelverbindingen zijn over het algemeen giftig, bepaalde stoffen kunnen wel ingenomen worden en dienen als zwaveldonor. Maar het lichaam maakt ook zelf een actieve zwavelverbinding aan, H2S. Dat is het naar rotte eieren riekende goedje dat in stinkbommen uit de feestwinkel zit.

Beschermende werking
Van deze zogenoemde endogene zwavel is al langer bekend dat er een beschermende werking van uitgaat op de binnenkant van de (slag)aders en zo de vorming van plaque voorkomt of vertraagt. Deze zwavel komt vrij onder invloed van een enzym (cystathionine-gamma-lyase of CSE) en 'smeert' als het ware de binnenkant van de ader.

Hoe dat nu precies in zijn werk gaat, is ontdekt door de onderzoeksgroep van de Goethe Universiteit in Frankfurt onder leiding van de fysioloog Ingrid Fleming. Het vakblad Nature schrijft erover. De onderzoekers zagen dat waar het bloed langzamer stroomt, zoals in vertakkingen van de ader, CSE actiever is en er meer H2S vrijkomt op die plek, die daardoor gladder wordt en waar zich minder gemakkelijk (afval)stoffen kunnen hechten die de plaque vormen.

Menselijk plaque
Ook ontdekten ze andere oorzaken die de werking van CSE en het gehalte H2S beïnvloeden. In muizen werd gezien dat CSE actiever werd als de aderen werden dichtgeknepen en in menselijk plaque werd ook een verhoogde activiteit gezien, maar er werd niet meer H2S gevormd. Dat proces bleek zeer gevoelig voor inflammatie. Het afknijpen van de ader verhoogde de inflammatie en de productie van H2S werd gehinderd door het eiwit Interleukin-1β. Deze cytokine verhoogt de inflammatie en remt dus de werking van CSE.

Je kunt zwavelverbindingen innemen, maar de kans dat het op de juiste plaats H2S oplevert, is klein
De onderzoekers experimenteerden met een zwavelverbinding (SG1002) dat in dergelijke gevallen van verhoogde inflammatie kan dienen als zwavel-'donor'. En daardoor een medicijn zou kunnen zijn om atherosclerose bij patiënten met verhoogde inflammatie, zoals diabetici, te remmen.

Biobeschikbaarheid
In het Universitair Medisch Centrum Groningen loopt momenteel een klinisch onderzoek dat vergelijkbaar is. Onder leiding van hoogleraar cardiologie Pim van de Harst worden 380 hartpatiënten behandeld met natriumthiosulfaat als zwaveldonor. Doel van dit onderzoek is uit te vinden of de extra H2S het herstel van deze patiënten na een hartaanval versnelt. De resultaten van het Groningse onderzoek worden in 2022 verwacht.

Andere studies richten zich op praktische manieren om zwavel in het lichaam actief te krijgen. Je kunt zwavelverbindingen innemen, maar de kans dat het op de juiste plaats H2S oplevert, is klein. Zoals met veel stoffen is de biobeschikbaarheid van zwavel problematisch.

Een klein onderzoek van een Brits-Nigeriaans onderzoeksteam leverde een huis-tuin-en-keuken manier op om de sulforafaan uit broccoli, een zeer potente antioxidante zwavelverbinding, actief te maken. Kook 200 gram broccoli met 1 gram mosterdpoeder en de werking van sulforafaan is vier maal sterker.
Dit artikel afdrukken