De Nederlandse foodsector blijft op het gebied van innovatie achter bij het buitenland. Dat is zorgwekkend.
Dat schrijft EVMI op basis van een benchmarkonderzoek van het Landbouw Economisch Instituut, alsmede een studie naar de innovatiekracht van het Nederlandse MKB.
Het blad schrijft:
Ten opzichte van Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk heeft de Nederlandse levensmiddelenindustrie een relatief sterke positie voor wat betreft onderzoek en ontwikkeling. Ook is de sector sterk als het gaat om samenwerking bij innovatie. Maar omdat er vooral aandacht is voor efficiënte productieprocessen en kostenverlaging komt op den duur de concurrentiekracht en werkgelegenheid onder druk te staan. Echt vernieuwende innovaties komen slechts van een kleine groep bedrijven: start-ups en multinationals
Het LEI schrijft in zijn nieuwsbericht over de beide onderzoeken dat innovaties in Nederland te snel kunnen worden gekopieerd. Dat zou het gevolg zijn van moeilijke patenteerbaarheid van nieuwe vindingen. Niettemin doen andere landen het beter, ondanks hetzelfde juridische obstakel. Mede daarom zijn het intrigerende woorden.
Te smalle basis
Nederland ontwikkelt wel, maar is niet in staat om innovaties geld op te laten leveren. De innovatiemotor draait op start-ups van uitvinders en multinationals. Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf heeft niet de middelen of de competente medewerkers om innovaties te ontwikkelen en op de markt te brengen. Dat zorgt voor een smalle basis aan innovaties die het kunnen 'maken'.
Copycat-producten
De hang naar goedkoopte en snelle kopieën van innovaties maken het lastig om ontwikkelkosten terug te verdienen, zodat de innovatiemotor kan vastlopen. Het MKB is al lean & mean en heeft de mensen met comptenties die de toekomst zouden kunnen bouwen al van de loonlijsten geschrapt.
Dat gevoegd bij de hang naar nog meer efficiency bedreigt de werkgelegenheid in Nederland. Innovaties in Nederland komen niet tot wasdom of concurrenten en supermarkten laten de waarde er snel uitlopen door te vroeg copycat-producten op de markt te brengen. Dat is efficiënt, maar bedrijfseconomisch dodelijk omdat de aanloopkosten van nieuwe producten en processen niet meer terugverdiend kunnen worden. Zoals het in de businesstheorie heet: een product moet zijn life cycle kunnen doorlopen. Als dat niet kan, is het saldo van innovaties niet meer batig te krijgen en stopt de vernieuwing van het aanbod. Dan rest nog slechts moordende concurrentie om de laagste kostprijs.
Land van techneuten & dozenschuivers - en nu?
De beide onderzoeken bevestigen wat onderzoekers naar de Nederlandse businesscultuur al jaren als volgt beschrijven: goede technische ontwikkelaars, uitstekende handelaars, maar slechte overall marketeers en een gebrekkig vermogen om elkaar iets te gunnen zodat het geheel kan functioneren. Als handelsnatie suboptimaliseert Nederland zijn belang bij het creëren van een gunstige omgeving voor iedereen door steevast eigen belang voorop te stellen en zelf het liefst zo weinig mogelijk te investeren.
Vernieuwing komt alleen van gekke uitvinders (start ups) en grote bedrijven die de kosten kunnen dragen en die met opbrengsten elders in de wereld goed kunnen maken. De rest kijkt wel uit.
Nederland is in essentie een land van techneuten en dozenschuivers, want dat zijn handelaren. In het tot waarde brengen van eigen techniek zijn we slecht.
In overvolle, competitieve markten missen we de cruciale vaardigheid om het business cluster als geheel te laten functioneren. Nu EZ deze bevestiging opnieuw in eigen opdracht heeft gekregen ten aanzien van het voor de Nederlandse economie wezenlijke food- & agricluster, is de vraag wat Nederland met deze nieuwe bevestiging kan of gaat doen.
Luchtbel
Gisteren werd bekend dat de EU licht herstelt van de economische neergang van de afgelopen jaren maar dat die kentering Nederland nog niet heeft bereikt; zelfs het kreunende en steunende Frankrijk moeten we laten voorgaan. Volgens Matthijs Bouman in het FD ligt dat niet aan ons huidige kabinet, maar zijn de oorzaken aanmerkelijk dieper verankerd in onze samenleving. Volgens hem zijn het de huizenprijzen die we al decennialang kunstmatig oppompen met onze hypotheekaftrek en die eerst leeg moeten lopen.
Hoe het ook zij, Nederland leeft op een luchtbel van nét iets te gemakkelijke en snelle handel. Daar moet eerst de wind uit voor het anders kan.
Fotocredits: dozen kopieerpapier, Enokson
Dit artikel afdrukken
Het blad schrijft:
Ten opzichte van Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk heeft de Nederlandse levensmiddelenindustrie een relatief sterke positie voor wat betreft onderzoek en ontwikkeling. Ook is de sector sterk als het gaat om samenwerking bij innovatie. Maar omdat er vooral aandacht is voor efficiënte productieprocessen en kostenverlaging komt op den duur de concurrentiekracht en werkgelegenheid onder druk te staan. Echt vernieuwende innovaties komen slechts van een kleine groep bedrijven: start-ups en multinationals
Het LEI schrijft in zijn nieuwsbericht over de beide onderzoeken dat innovaties in Nederland te snel kunnen worden gekopieerd. Dat zou het gevolg zijn van moeilijke patenteerbaarheid van nieuwe vindingen. Niettemin doen andere landen het beter, ondanks hetzelfde juridische obstakel. Mede daarom zijn het intrigerende woorden.
Te smalle basis
Nederland ontwikkelt wel, maar is niet in staat om innovaties geld op te laten leveren. De innovatiemotor draait op start-ups van uitvinders en multinationals. Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf heeft niet de middelen of de competente medewerkers om innovaties te ontwikkelen en op de markt te brengen. Dat zorgt voor een smalle basis aan innovaties die het kunnen 'maken'.
Copycat-producten
De hang naar goedkoopte en snelle kopieën van innovaties maken het lastig om ontwikkelkosten terug te verdienen, zodat de innovatiemotor kan vastlopen. Het MKB is al lean & mean en heeft de mensen met comptenties die de toekomst zouden kunnen bouwen al van de loonlijsten geschrapt.
Dat gevoegd bij de hang naar nog meer efficiency bedreigt de werkgelegenheid in Nederland. Innovaties in Nederland komen niet tot wasdom of concurrenten en supermarkten laten de waarde er snel uitlopen door te vroeg copycat-producten op de markt te brengen. Dat is efficiënt, maar bedrijfseconomisch dodelijk omdat de aanloopkosten van nieuwe producten en processen niet meer terugverdiend kunnen worden. Zoals het in de businesstheorie heet: een product moet zijn life cycle kunnen doorlopen. Als dat niet kan, is het saldo van innovaties niet meer batig te krijgen en stopt de vernieuwing van het aanbod. Dan rest nog slechts moordende concurrentie om de laagste kostprijs.
Land van techneuten & dozenschuivers - en nu?
De beide onderzoeken bevestigen wat onderzoekers naar de Nederlandse businesscultuur al jaren als volgt beschrijven: goede technische ontwikkelaars, uitstekende handelaars, maar slechte overall marketeers en een gebrekkig vermogen om elkaar iets te gunnen zodat het geheel kan functioneren. Als handelsnatie suboptimaliseert Nederland zijn belang bij het creëren van een gunstige omgeving voor iedereen door steevast eigen belang voorop te stellen en zelf het liefst zo weinig mogelijk te investeren.
Vernieuwing komt alleen van gekke uitvinders (start ups) en grote bedrijven die de kosten kunnen dragen en die met opbrengsten elders in de wereld goed kunnen maken. De rest kijkt wel uit.
Nederland is in essentie een land van techneuten en dozenschuivers, want dat zijn handelaren. In het tot waarde brengen van eigen techniek zijn we slecht.
In overvolle, competitieve markten missen we de cruciale vaardigheid om het business cluster als geheel te laten functioneren. Nu EZ deze bevestiging opnieuw in eigen opdracht heeft gekregen ten aanzien van het voor de Nederlandse economie wezenlijke food- & agricluster, is de vraag wat Nederland met deze nieuwe bevestiging kan of gaat doen.
Luchtbel
Gisteren werd bekend dat de EU licht herstelt van de economische neergang van de afgelopen jaren maar dat die kentering Nederland nog niet heeft bereikt; zelfs het kreunende en steunende Frankrijk moeten we laten voorgaan. Volgens Matthijs Bouman in het FD ligt dat niet aan ons huidige kabinet, maar zijn de oorzaken aanmerkelijk dieper verankerd in onze samenleving. Volgens hem zijn het de huizenprijzen die we al decennialang kunstmatig oppompen met onze hypotheekaftrek en die eerst leeg moeten lopen.
Hoe het ook zij, Nederland leeft op een luchtbel van nét iets te gemakkelijke en snelle handel. Daar moet eerst de wind uit voor het anders kan.
Fotocredits: dozen kopieerpapier, Enokson
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik kan dit gedeeltelijk wel bevestigen. De innovatieve (MKB) top is heel erg smal, en verdient te weinig. De grote supers hebben geen -of te weinig- oog voor de kosten en bijbehorende terugverdientijden van productiinnovaties (laat staan voor de zg dubbele innovaties waarbij een nieuwe productie-proces tot nieuwe producten leidt). De door de overheid gealloceerde innovatiemiddelen (o.a. bij DLO en TNO) zitten vast en het onderzoek leidt idd niet tot meer innovatie. Niks nieuws, de valley of death heet dit, en die is de laatste kloof is groter dan ooit geworden.
De gedachte dat we teveel focus op onderzoek leggen deel ik. De gedachte dat we teveel uitvinders/techneuten hebben totaal niet. Fatsoenlijke praktische werktuigbouwers of procestechnologien die praktische maar wel zeer complexe projecten kunnen draaien zijn er niet. En ga naar amsterdam en je zult zien dat het gros van de grafische vormgevers, tekstschrijvers en marketeers geen werk heeft. Daar ligt het dus ook niet aan.
Neen, gebrek aan echt ondernemerschap (en dan bedoel ik niet de ZZP'ers) en gebrek aan risicokapitaal (van banken en van VC's) zijn de werkelijk twee bottlenecks. En het LEI? Met mij spreken ze niet, ik vraag me af hoe onderzoek naar innovatiekracht is ingestoken (maar heb tevens ook geen tijd om me er in te verdiepen).
Dus het komt gewoon omdat er in Nederland per ongeluk vooral risico-averse en onhandige ondernemers wonen die de naam ondernemer niet eens waard zijn?
Maar Wouter, de vraag is toch: waarom wonen ze hier en doen ze wat ze doen en niet wat jij zou willen (ondernemen en risico nemen)? Ligt het aan de genen of de context?
Biologen en sociologen zullen het er ieder vanuit hun totaal verschillende, maar vanuit het geheel denkende discipllines mee eens zijn: hoe individuen zich in hun onderling complexe relaties hebben ontwikkeld - hoe ze 'zijn geworden' - wordt verklaard door de context.
Gebrek aan risicokapitaal kan de beperkende factor dan ook niet zijn. Nederland is nog altijd schatrijk. Ondernemerschap als eigenschap van individualiteit kan ook het probleem niet zijn: een eigenwijzer volk is er nauwelijks te vinden. Er moeten andere redenen zijn die - als jij gelijk hebt - verklaren waarom risicodragend kapitaal niet ter beschikking wordt gesteld en waarom ondernemende mensen wel uitkijken om zich kwetsbaar te maken.
Ik zou wat jij zegt dan ook omdraaien en zie er een logischer stellingname in: Nederland is niet voldoende aantrekkelijk voor ondernemers die willen innoveren en dus ook niet voor degenen die hen willen financieren.
Concrete testkees: hoe zetten we Veerman's innovatieve ESBL- en antibioticavrije plofkipfileetjes in de markt?
Een USP van jewelste, zeker in deze tijd van oprukkende resistentie en bewuster wordende consumenten. Sector en CBL proberen zich gezamenlijk verwoed Wakker Dier
van het lijf te houden met een "Kip van Morgen". Duurt nog jááren.
Veerman's gouden ESBL- en antibioticavrije plofkipfileetjes liggen nu onbegrijpelijkerwijs met dezelfde prijs onherkenbaar tussen onveilige concullega's, CBL!
Verdienen een op zijn minst een vette premie. NU!
Waarom zou het niet lukken om deze innovatie te oogsten, CBL?
Ligt voor het oprapen, niet?
"Het CBL wil wél dat de overheid zich spoedig uitspreekt over de kwestie:
"We willen geen producten verkopen waar mensen ziek van kunnen worden." Right!
Jullie willen toch niet nodeloos nog honderden doden op je geweten hebben, CBL?
Put your money where your mouth is, Marc Jansen, CBL:
Vermarkt, introduceer, adverteer, informeer, besticker
die Voedselveilige Kip van Vandaag, Zonder Antibiotica en ESBL.
Dáár kan met recht zo'n sticker "Gezonde Keuze" op, AH! "Bezorgd tot in de keuken".
Lijkt me ook veel sneller en simpeler realiseerbaar dan die kip van morgen.
DOEN!
Wouter, ik heb gezocht naar het uitstekende boek van de man die veel last heeft gehad van zijn moeder en afstand van zijn beide ouders heeft moeten doen om een beetje serieus te worden genomen. Het is helaas te oud om bruikbare sporen op het internet achter te hebben gelaten: 'Stroomopwaarts - de gewenste transformatie van de BV Nederland' (1992) van Grimbert Rost van Tonningen is alleen nog antiquarisch te koop. Ik kan het je aanbevelen, vanuit een oudere generatie die precies dat zag wat het LEI nu vooral als fenomeen beschrijft maar niet vanuit zijn culturele samenhang kan of probeert te duiden.
Dat laatste mist tegenwoordig te veel. Misschien word ik een oude man en kijk ik met weemoed naar mensen die nog rustig nadachten en zo tot essenties kwamen. Rost's analyse is volkomen Porteriaans. Het is de Porter die Nederland maar niet wil begrijpen door zijn handelsgeest: die van de clusters (en daar begint een oude man te praten, want daar had hij het 25 jaar geleden al over toen hij nog als consultant werkte). Het bedrijf dat Rost oprichtte, werkt overigens nog steeds vanuit dergelijke lijnen van denken. Het heet Adstrat. Het is gek genoeg nooit groot geworden.
Belderbos, in je reactie ga je voorbij aan het fundamentele probleem: het is cultureel. Nederland gaat voor snel volume en heeft daar zijn verwerkings- en distributiesystemen zo optimaal en efficient op ingericht dat 'nieuw' (en dus nog kleine productie) te veel verlies kost op flinterdunne per unit marges. Als je vanuit die gedachte werkt, begin je het te begrijpen en kun je verder komen door te zien hoe je verwerkers en verkopers niet in de problemen brengt maar toch voor vernieuwing kunt laten werken.
Wel kunnen we allemaal ons rolletje nemen om onze cultuur te innoveren. Ik geloof dat ik gisteren en vandaag zei dat wat mij betreft Foodlog die zou mogen nemen.