In Dubai hebben 155 landen afgesproken om naast CO2 ook het broeikasgas methaan aan te gaan pakken. Dat is keihard nodig, maar voor de melkveehouderij en de bodem liggen er valkuilen, schrijft Wouter van der Weijden. Er is werk aan de winkel voor zowel de landbouw als de milieubeweging.
Methaan is na CO2 het belangrijkste broeikasgas. Het heeft naar schatting voor 30% bijgedragen aan de klimaatverandering sinds het begin van de industriële revolutie. Daarom is het belangrijk nieuws dat de aanpak van methaan in steeds meer landen op de agenda staat. De VS en de EU namen in 2021 het voortouw met een “Global Methane Pledge”, een Wereldwijde Methaanbelofte, die was gericht op 30% reductie van de methaanemissies in 2030 vergeleken met 2020.
De Methaanbelofte is inmiddels door 155 regeringen onderschreven, en daar zijn ook olielanden bij. Ze is overigens niet bindend. Ze richt zich primair op de olie-, gas- en kolensector, maar ook op de landbouw, vuilstorten en zuiveringsinstallaties. Intussen is ook de industrie actief geworden. In Dubai kondigden zes grote zuivelmultinationals aan hun methaanemissies te gaan registreren: Danone, Bel Group, General Mills, Lactalis USA, Kraft Heinz en Nestlé. Danone voegde daar een concreet doel aan toe: 30% reductie in 2030.
Snelle klimaatwinst mogelijk
Het werd hoog tijd dat methaanemissies wereldwijd worden aangepakt. Ook omdat daarmee veel sneller klimaatwinst kan worden geboekt dan met CO2. Hoe komt dat? CO2 blijft eeuwenlang in de atmosfeer, terwijl methaan weliswaar een bijna 30x zo krachtig broeikasgas is, maar al na 12 jaar grotendeels is afgebroken. Wat telt zijn niet louter de emissies, maar het saldo van emissies en afbraak. Zodra we erin slagen om de emissies sneller te laten dalen dan methaan in de atmosfeer wordt afgebroken, zal de “methaandeken” direct beginnen te slinken. Het opwarmende effect ervan kan dan snel afnemen. En dat is hard nodig, want andere quick wins zijn er niet.
Deze medaille heeft een keerzijde. Als we méér methaan uitstoten dan er in de atmosfeer wordt afgebroken, stijgt de opwarming juist extra snel omdat methaan zo’n krachtig broeikasgas is. Reden temeer om de emissies wereldwijd zo snel mogelijk te verlagen. Dat kan bijvoorbeeld door methaan uit de oliewinning niet meer af te fakkelen, maar op te vangen en te benutten als brandstof. Zulke emissies zijn, net als stikstofemissies in de landbouw, te beschouwen als verliezen. Benutting ervan maakt besparing op andere fossiele brandstoffen mogelijk. Dan is er voor het klimaat zowel korte-termijn winst (minder methaan) als lange-termijn winst (minder CO2).
Biogeen methaan
Ook de methaanemissies uit de veehouderij zouden zo snel mogelijk omlaag moeten1, maar dat ligt heel wat genuanceerder:
Ander biogeen methaan
Methaan uit de veehouderij is niet het enige biogene methaan. Wereldwijd is vooral de natte rijstteelt een belangrijke bron. Persoonlijk hoop ik dat daar winst valt te boeken zonder terug te vallen op droge teelt, want natte rijstvelden leveren vaak sublieme, vogelrijke landschappen. Winst lijkt daar mogelijk door rasveredeling en teeltmaatregelen.
Beleid
Hoe zou verstandig methaanbeleid voor de veehouderij er uit kunnen zien?
De kunst is om, gelet op de onzekerheden, “no regret” beleid te ontwikkelen. Mogelijke bouwstenen zijn:
Met dank aan Frits van der Schans voor commentaar op een eerdere versie van deze tekst.
Dit artikel afdrukken
In Dubai kondigden zes grote zuivelmultinationals aan hun methaanemissies te gaan registrerenDe VS en China maakten daarover afspraken in 2021, en kort voor 'Dubai' publiceerde China – de grootste uitstoter van methaan - zijn actieplan, waarin streefcijfers overigens nog ontbraken. In Dubai organiseerden de VS en China samen een speciale sessie over methaan en andere niet-CO2 broeikasgassen.
De Methaanbelofte is inmiddels door 155 regeringen onderschreven, en daar zijn ook olielanden bij. Ze is overigens niet bindend. Ze richt zich primair op de olie-, gas- en kolensector, maar ook op de landbouw, vuilstorten en zuiveringsinstallaties. Intussen is ook de industrie actief geworden. In Dubai kondigden zes grote zuivelmultinationals aan hun methaanemissies te gaan registreren: Danone, Bel Group, General Mills, Lactalis USA, Kraft Heinz en Nestlé. Danone voegde daar een concreet doel aan toe: 30% reductie in 2030.
Snelle klimaatwinst mogelijk
Het werd hoog tijd dat methaanemissies wereldwijd worden aangepakt. Ook omdat daarmee veel sneller klimaatwinst kan worden geboekt dan met CO2. Hoe komt dat? CO2 blijft eeuwenlang in de atmosfeer, terwijl methaan weliswaar een bijna 30x zo krachtig broeikasgas is, maar al na 12 jaar grotendeels is afgebroken. Wat telt zijn niet louter de emissies, maar het saldo van emissies en afbraak. Zodra we erin slagen om de emissies sneller te laten dalen dan methaan in de atmosfeer wordt afgebroken, zal de “methaandeken” direct beginnen te slinken. Het opwarmende effect ervan kan dan snel afnemen. En dat is hard nodig, want andere quick wins zijn er niet.
Herkauwers produceren wel methaan, maar die belast het klimaat welbeschouwd minder dan methaan uit fossiele bronnenDaling naar nul is overigens niet mogelijk, want 40% van de methaanemissies komt uit natuurlijke bronnen (vooral wetlands, daarnaast ook bijvoorbeeld vulkanen en termieten) die we niet of nauwelijks kunnen stoppen. Maar die bronnen waren er altijd al.
Deze medaille heeft een keerzijde. Als we méér methaan uitstoten dan er in de atmosfeer wordt afgebroken, stijgt de opwarming juist extra snel omdat methaan zo’n krachtig broeikasgas is. Reden temeer om de emissies wereldwijd zo snel mogelijk te verlagen. Dat kan bijvoorbeeld door methaan uit de oliewinning niet meer af te fakkelen, maar op te vangen en te benutten als brandstof. Zulke emissies zijn, net als stikstofemissies in de landbouw, te beschouwen als verliezen. Benutting ervan maakt besparing op andere fossiele brandstoffen mogelijk. Dan is er voor het klimaat zowel korte-termijn winst (minder methaan) als lange-termijn winst (minder CO2).
Biogeen methaan
Ook de methaanemissies uit de veehouderij zouden zo snel mogelijk omlaag moeten1, maar dat ligt heel wat genuanceerder:
- Herkauwers produceren wel methaan, maar die belast het klimaat welbeschouwd minder dan methaan uit fossiele bronnen. Het is namelijk grotendeels een bijproduct van de vertering van gras, maïs en ander voer in de pens. Alle koolstof in dat voer is aanvankelijk via fotosynthese uit atmosferische CO2 gehaald. Er is dus een kringloop van CO2 uit de lucht, via gewassen naar koolstof in het voer en naar het dier en vandaar naar methaan in de lucht. En dat wordt grotendeels binnen 12 jaar weer afgebroken tot CO2.
Het IPCC geeft sinds 2013 naast de “fossiele” cijfers ook cijfers voor biogeen methaan. Het verschil met fossiel methaan zou niet groot zijn. De zogeheten Global Warming Potentials voor 100 jaar zouden 29,8 vs 27,2 zijn. Maar volgens sommige onderzoekers (o.a. John Lynch van de University of Oxford) is dat verschil een zware onderschatting2. In nationale rapportages wordt nog altijd uitsluitend gerekend met de omrekenfactor voor fossiel methaan3. - Een kleiner deel van het biogene methaan is afkomstig uit mest. Dat kan worden benut als “groen gas” voor warmte- of elektriciteitsproductie. China bijvoorbeeld doet daar al veel aan.
- De methaanemissie uit de veehouderij kan worden verminderd door de veestapel in te krimpen, maar dat helpt alleen als we tegelijk rundvlees en zuivel in ons menu vervangen door voedingsmiddelen met een kleinere klimaatfootprint. Zulke transities gaan langzaam en lenen zich dus niet voor quick wins.
- Daar komt bij: emissiereductie is ook mogelijk met technische middelen, zoals algenconcentraat, kruiden, het (dure) middel Bovaer van DSM, meer weidegang en aanpassingen in het rantsoen. Bij dat laatste wordt vaak gedacht aan vervanging van ruwvoer door krachtvoer, maar daar ligt een valkuil. Bij de productie van krachtvoer wordt na de teelt veel meer energie gebruikt (namelijk voor drogen, persen, transport en mengen) dan na de teelt van lokaal gras of mais, vooral als koeien in de wei het gras zelf ophalen. Alle benodigde transporten en bewerkingen van (kracht-)voer gaan gepaard met emissie van CO2. Welbeschouwd wordt methaanemissie dan vervangen door CO2-emissie. Voor het klimaat is dat een quick win, maar een lange termijn verlies. Dat indirecte verlies moet worden meegewogen.
- Maar ook hier past een nuance: sommige krachtvoergrondstoffen (bijvoorbeeld bietenpulp) zijn bijproducten van de voedselindustrie. Dan moeten we niet al het energiegebruik annex CO2-emissies toerekenen aan het voer, maar ten dele ook aan het hoofdproduct voedsel (i.c. suiker).
- Vervanging van ruwvoer door krachtvoer maakt de veehouderij industriëler, want gras en koeien verdwijnen uit ons landschap (behalve misschien op veengronden en zware kleigronden). Dat gaat het maatschappelijk draagvlak voor de melkveehouderij ondermijnen.
- Leden van de groene boerenclubs CO2L Farming en Caring Farmers wezen recent nog op een ander risico: als het ministerie van LNV [of een afnemer, WvdW] de methaanuitstoot per kilo melk opneemt in de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) waar veehouders op kunnen worden afgerekend, kan een extensieve veehouder met voorjaarskalvende koeien op een rantsoen van louter gras en kruiden en in de winter maaisel uit een natuurgebied, niet duurzaam zijn. Dat zou haaks staan op ecologisch boeren, maar zal er ook vanaf hangen of er een andere KPI is die rekening houdt met het energiegebruik in de veevoerketen (zie punt 4).
Ander biogeen methaan
Methaan uit de veehouderij is niet het enige biogene methaan. Wereldwijd is vooral de natte rijstteelt een belangrijke bron. Persoonlijk hoop ik dat daar winst valt te boeken zonder terug te vallen op droge teelt, want natte rijstvelden leveren vaak sublieme, vogelrijke landschappen. Winst lijkt daar mogelijk door rasveredeling en teeltmaatregelen.
De kunst is om, gelet op de onzekerheden, “no regret” beleid te ontwikkelenEen andere belangrijke biogene bron is organisch afval in vuilstorten. Dat methaan is even schadelijk als nutteloos en moet zoveel mogelijk worden opgevangen en benut als brandstof. Daarnaast zijn er grote stromen organisch afval uit de voedselindustrie die weliswaar niet geschikt zijn als veevoer, maar mogelijk wel als bodemverbeteraar. En dat is hoogwaardiger gebruik dan gebruik als biogas. Klimaatwinst mag niet gepaard gaan met bodemverarming.
Beleid
Hoe zou verstandig methaanbeleid voor de veehouderij er uit kunnen zien?
De kunst is om, gelet op de onzekerheden, “no regret” beleid te ontwikkelen. Mogelijke bouwstenen zijn:
- Een gedegen analyse, ook op Europees niveau, van de voor- en nadelen voor klimaat, bodem en landschap van voer- en andere maatregelen op korte en lange termijn. Daarbij zoveel mogelijk aansluiten bij opgaven op het terrein van dierenwelzijn, stikstof, waterkwaliteit en natuur.
- Intussen zouden overheid en sector veehouders geen enkele prikkel moeten geven om ruwvoer te vervangen door krachtvoer. En om CO2-emissies in de voederketen eerlijk mee te laten wegen.
Als er een heffing of quotum zouden komen voor methaanemissies, dan een lagere heffing of ruimer quotum voor biogeen methaan en met name methaan uit fermentatie door herkauwers. - Geen verhandelbare emissierechten voor methaan, want dan dreigt de stikstofgeschiedenis zich te herhalen. Schrikbeeld: industrieën en energiebedrijven gaan veebedrijven opkopen, agrarisch natuurbeheer om zeep helpen en het landschap onherstelbaar aantasten.
- Een krachtige lobby van de zuivelsector, zo mogelijk samen met de milieubeweging, voor nationaal en Europees methaanbeleid zonder nadelige gevolgen voor voedselkwaliteit, dierenwelzijn, bodem en landschap. En voor landenrapportages met lagere scores voor biogeen methaan.
Met dank aan Frits van der Schans voor commentaar op een eerdere versie van deze tekst.
Referenties
1. In Nederland komt ongeveer twee derde van de methaanemissies uit de veestapel.
2. Lynch, J., Cain, M., Frame, D. & Pierrehumbert, R., 2021. Agriculture’s Contribution to Climate Change and Role in Mitigation Is Distinct From Predominantly Fossil CO2-Emitting Sectors. Front. Sustain. Food Syst., 03 February 2021. https://doi.org/10.3389/fsufs.2020.518039
3. Albert Moerkerken, Ine Spijkerman & Frits van der Schans, 2022. Overzicht wetenschappelijke discussie over methaanwaardering voor de zuivelsector. CLM Onderzoek en Advies.
1. In Nederland komt ongeveer twee derde van de methaanemissies uit de veestapel.
2. Lynch, J., Cain, M., Frame, D. & Pierrehumbert, R., 2021. Agriculture’s Contribution to Climate Change and Role in Mitigation Is Distinct From Predominantly Fossil CO2-Emitting Sectors. Front. Sustain. Food Syst., 03 February 2021. https://doi.org/10.3389/fsufs.2020.518039
3. Albert Moerkerken, Ine Spijkerman & Frits van der Schans, 2022. Overzicht wetenschappelijke discussie over methaanwaardering voor de zuivelsector. CLM Onderzoek en Advies.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Mooi stuk Wouter
Misschien nog een aanvulling met een stuk historische context. Het aantal koeien bijvoorbeeld in Nederland is nagenoeg gelijk als in 1950.
Inderdaad goed stuk Wouter. N. van Rooij, aan jou het vriendelijke verzoek te stoppen met het bewust op het verkeerde been zetten van de lezer door een vergelijking van het aantal koeien in 1950 en nu, en deze vergelijking te vervangen door die van de totale melkproductie (bepaalt voederbehoefte en mestproductie/methaanvorming; directe vergelijking daarvan is nog beter maar vergt data die mogelijk minder betrouwbaar zijn). De koe van nu lijkt in weinig meer op die van driekwart eeuw geleden.
Voor wie de cijfers erbij wil hebben: een melkkoe gaf in 1950 gemiddeld 4.000 liter melk per jaar. De gemiddelde koe geeft vandaag in Nederland volgens de rekenmodellen waar de WUR meewerkt een kleine 9.000 liter. Dat betekent dat de melkproductie ruim twee maal zo hoog is en de bijproductie (mest en gassen) navenant zijn gestegen.
Methaanreductie, ook vanuit biogene bronnen, koopt tijd om elders de CO2 reductie voor lange termijn te bewerkstelligen.
Methaan = methaan (CH4 = aardgas (grootste deel)) de bron maakt niet uit want de opwarming is gelijk, alleen de toerekening verschilt iets.
Op sommige plekken in de wereld is methaan een afvalproduct waar men zelfs voor moet betalen om er vanaf te komen (zoals VS, permian basin waar het als nevenproduct van oliewinning komt), terwijl op andere plekken (Europa) enorm veel voor word betaald.
Juist de huidige energiecrisis (zelf aangedaan) in Europa zou ons moeten doen beseffen dat we te afhankelijk zijn van derden. Boren willen we niet meer (op land) en boren op zee komt ook veel weerstand tegen (ivm klimaatimpact lekkages). Het besef dat het een relatief schone stabiele en goede energiebron is doet er niet toe.
We moeten dus een win/win situatie creëren waarbij biogeen methaan oa voor lokale energiewinning kan worden ingezet, al stuit dat ook op weerstand (vergisters). In Nederland zien we dit wegens complexiteit niet van de grond komen.
De landbouw kan door reductie te bewerkstelligen snel ook aan haar klimaatdoelen voldoen. Hoe dat te doen zonder het grote geld buiten te houden is moeilijk, want dit zijn investeringen die groot zijn of mogelijk toch impact hebben die nog onvoorzien is (tech fixes zijn soms niet wat ze beloven, zo werkt bovear goed met hoog aandeel mais, wat we ook beperkt hebben in Nl & zeewieren halen het bij lange na niet).
Landbouw heeft op veel klimaatgebieden mitigatie & reductie mogelijkheden, maar heeft door de interne verdeeldheid geen vuist & wordt zo snel speelbal derden.
Zou het uitmaken hoe je met de mest omgaat?
Dat misschien de emissie van methaan uit de mest uit een ouderwetse potstal minder is dan uit vloeibare mest, omdat de micro-organismen in potmest door de voeding die zij in het stro vinden blijven leven en de C vastleggen? Iemand enig idee wie dit uit kan rekenen?
Bijkomende voordelen zijn dat het inklinken van het land met potmest wat vertraagd wordt en het Microbioom van de grond wordt verrijkt.
Bovendien stinkt potmest veel minder.