Gisteren boden drie onafhankelijke adviseurs de Tweede Kamer het rapport 'Economische dimensie verduurzaming voedselproductie' aan. Naar aanleiding van vragen vanuit de Partij voor de Dieren, werd het rapport door een commissie onder leiding van Kamerlid Boris van der Ham (D66) besteld.
Het rapport onderzoekt aan de hand van twee scenario's of verduurzaming een feitelijke verankering kan worden gegeven. Het concludeert dat dit niet het geval is. Een intensiveringsscenario is - voorzover berekenbaar - niet fundamenteel slechter dan een extensiveringsscenario. Daarom adviseert het rapport de keuzen voor de ontwikkeling van duurzaamheid bij publiek-private samenwerkingen te leggen. De overheid heeft slechts een faciliterende rol.
Er is nog geen persbericht over het rapport verschenen. Dat zal een dezer dagen door de Tweede Kamer gemaakt en verspreid worden. Het rapport is downloaden via de website van Blonk Milieuadvies.
De redactie las het rapport aandachtig en leest daarin de volgende conclusies:
1. Het toerekenen van zg. externe kosten aan voedsel leidt vanuit milieu-oogpunt niet tot doorslaggevende keuzen voor verduurzaming op extensieve danwel op intensieve basis.
2. Economische incentives om in- dan wel extensivering te stimuleren bestaan en werken goed; gegeven de eerste conclusie is de vraag echter welke ingezet zouden moeten worden. Die vraag is afhankelijk van de keuzen die we als maatschappij maken. De overheid kan die keuzen niet voor het publiek maken.
3. De overheid zou publiek-private samenwerkingen moeten faciliteren om tot innovaties te komen die leiden tot zowel in- als extensieve verduurzaming. De overheid heeft daarin een procesrol en geen inhoudelijke. Op het laatste punt dient de overheid op afstand te blijven.
Dit artikel afdrukken
De redactie las het rapport aandachtig en leest daarin de volgende conclusies:
1. Het toerekenen van zg. externe kosten aan voedsel leidt vanuit milieu-oogpunt niet tot doorslaggevende keuzen voor verduurzaming op extensieve danwel op intensieve basis.
2. Economische incentives om in- dan wel extensivering te stimuleren bestaan en werken goed; gegeven de eerste conclusie is de vraag echter welke ingezet zouden moeten worden. Die vraag is afhankelijk van de keuzen die we als maatschappij maken. De overheid kan die keuzen niet voor het publiek maken.
3. De overheid zou publiek-private samenwerkingen moeten faciliteren om tot innovaties te komen die leiden tot zowel in- als extensieve verduurzaming. De overheid heeft daarin een procesrol en geen inhoudelijke. Op het laatste punt dient de overheid op afstand te blijven.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Het rapport is verfrissend on-ideologisch en zal daarom vermoedelijk op verzet en mogelijk zelfs onbegrip stuiten. Geconstateerd moet echter worden dat het - mits goed gelezen en begrepen - juist de basis legt voor een volgende stap in de in polarisaties vastgelopen discussies die in de maatschappij, de politiek en in het bedrijfsleven over duurzaamheid worden gevoerd.
'Verduurzaming' draait om het keuzeproces en niet om de keuzen zelf. Als het proces geen ruimte biedt voor gezamenlijke besluitvorming zullen de tegenstellingen elkaar opheffen en gebeurt er niets. Voor gezamenlijke besluitvorming is een bepaald niveau van geinformeerdheid en de wil om samen te werken en te kiezen nodig.
Hoe langer overheden, NGO's en duurzaamheidsprofeten zich vastklampen aan de gedachte dat 'het publiek' niet geïnteresseerd is en zich het liefste laat 'framen', hoe later we tot keuzen zullen komen en hoe meer 'de loop de dingen' die keuzen voor ons zal maken.
Ik ben het eens met je stelling dat de polarisatie verlammend werkt op het proces. Maar ik constateer ook dat de overheid - geheel in lijn met de trend van de laatste jaren - zich weer verder terugtrekt en geen keuze wil maken. Society 3.0. Het bestuur maakt zichzelf overbodig, leve het bestuur.
Maar er is nog zo weinig in de plaats gekomen voor ons parlementaire bestuur. Nu afstand nemen en zeggen 'zoeken jullie het zelf even uit?' is als het gooien van een bot tussen duizenden hongerige honden. Ik vind dat laakbaar.
Je richt je op de inhoud en niet op het kiezen. Ik schreef in mijn commentaar van zojuist een zin niet helemaal correct op. Daarom bij deze mijn herformulering:
"Voor gezamenlijke besluitvorming zijn een bepaald niveau van geinformeerdheid, de definitie van een proces en de wil om samen te werken en te kiezen nodig."
Dat proces is noodzakelijk een experiment. Niemand weet nog hoe het moet en het kan niet zoals nu in de vorm van een brute 3.0 samenleving worden uitgevoerd. Daarmee zeg ik dat duurzaamheid over democratie gaat. Democratie 3.0. Zonder een nieuwe articulatie van de processen - die 'real choices' moeten opleveren waar bedrijven en mensen zich aan houden en die door wetgeving worden gefaciliteerd - blijft het eindeloos lullen en polariseren.
Ik richt me op de rol van onze overheid in het sturen van die keuze. Het is kwatsch om te roepen dat het doorberekenen van externe kosten geen effect sorteert. Blonk heeft daar recent (vandaag? AGD.nl) nog een rapport van gepresenteerd: vlees wordt 1,84 duurder. Prijs is het belangrijkste instrument om de keuze van de consument te sturen.
Jouw stellingname richt zich mijns inziens op de 'brede maatschappelijke discussie' op duurzaamheid, die in realiteit wordt gevoerd door 2% (?) van de bevolking.
1. Dat is helaas geen kwatsch: die kosten kunnen uit velerlei invalshoeken berekend worden.
2. Er bestaat een zo groot aantal onzekerheden rond de factoren die externe kosten bepalen dat het begrip 'externalisering van kosten' als een drogreden moet worden gezien om geen keuzen of juist alleen maar ideologische keuzen te maken.
3. nu zijn we - Mark en ik - weer samen thuis en zitten we in het hart van het probleem: wie maakt de keuzen?
4. zolang we vinden dat er keuzen gemaakt moeten worden en strijden over welke, schieten we geen meter op
5. misschien is het daarom handig niet langer te ontkennen dat kiezen pijn doet en dat we het zelf moeten doen en als we dat niet wensen of kunnen dan zal de overheid als 'lender of last resort inzake kiezen' moeten optreden.
6. dan moeten we dat ook accepteren en niet doorzaniken dat die het fout ziet en het anders moet
7. ik persoonlijk denk dat de keuze die Mark voorstaat een moderne variant is van wat in de 18e eeuw verlicht despotisme werd genoemd
8. ik constateer dat bedrijven door groene en doorgaans 'linkse' politici meer in staat worden geacht om die keuzen te maken dan overheden
9. ik vind zo'n wereld persoonlijk niet de wereld waarin ik zou willen leven. hij leidt nl. terug naar machtsverhoudigen zoals we die in de Middeleeuwen kenden en waar we ons nu juist via de 18e eeuw der Verlichting aan hebben weten te ontworstelen
10. wat we ook van zijn politieke verleden als neocon mogen vinden: ik constateer bij Fukuyama een denken dat 'linkser' is dan het groene despotisme en zelfs het groene feodalisme waar sociaal bewogen en nog altijd als 'links' getypeerde partijen voor blijken te staan.
11. (om dit gekke maar bloedserieuze rijtje met een dito opmerking af te sluiten): dat laatste boeit me mateloos. Waarom wisselt Links zijn sociale zorgzaamheidsidealen in voor een Groen dat niet bestaat maar nou juist een sociaal keuzeprobleem is? Hoe is het mogelijk dat een neocon 'links' is gaan klinken?
Mijn antwoord: omdat het probleem zo complex is dat nog maar bar weinigen zicht hebben op het probleem en zulke krachtige framings zijn ontstaan dat die weinigen de kans niet meer krijgen om hun beelden over te krijgen in begrippen die het publiek nog kan 'verstaan'.
Mijn gedachte: ik denk het praten over duurzaam niet zinvol meer is. Het is te complex om het er intellectueel over te hebben. Mensen zullen het meer moeten 'voelen'. Toeval wil dat Harry Aiking (een van de auteurs het rapport) en ondergetekende afgelopen zaterdag als onderdeel van een theatervoorstelling met elkaar in debat gingen. Het was theater dat bedoelt te sensibiliseren en de boel niet nog verder te intellectualiseren. Dat laatste is -zegt deze intellectueel na 5 jaar proberen - onbegonnen werk. Ik begin te denken dat theater een uitstekende vorm is om mensen 'bij' te krijgen en 'samen te laten werken'.