Afgelopen mei vielen vijftig functionarissen van het Duitse Openbaar Ministerie, de financiële toezichthouder Bafin en de federale recherche (BKA) binnen bij DWS, een dochteronderneming van Deutsche Bank Group. Aanleiding waren verdenkingen van fraude door bedrijven onder de vlag van de Environmental, Social and Governance-criteria. Maar het probleem ligt dieper. Steeds vaker uiten ondernemingen openlijk hun twijfels over de ESG-criteria, die goed bestuur, duurzaamheid en sociaal beleid zouden moeten garanderen. Wie besluit in wiens belang wat duurzaam is?
DSW deed aan greenwashing; de bankdochter verkocht financiële producten veel groener dan ze eigenlijk waren, schrijft Trouw. De ESG-criteria werden vaak zelfs buiten beschouwing gelaten. De Financial Times bericht dat DSW na interne kritiek de toepassing van de criteria had bijgesteld. Het aantal duurzame beleggingen daalde daardoor met 75%. De topman stapte op, maar beleggers leek het niet echt te interesseren. Er ging beleggersgeld uit, maar er kwam ook genoeg nieuw geld bij.
Terwijl grote bedrijven ESG gebruiken om te laten zien hoe duurzaam ze presteren met als doel beleggers aan te trekken, liggen de criteria onder vuur. Dat is niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat bedrijven als tabaksfabrikant British American Tobacco, mijnbouwbedrijf Glencore en frisdrankproducent Coca-Cola hoog scoren. Trouw legt uit waarom dat kan. Bedrijven worden binnen hun eigen industrie beoordeeld zodat de minst foute vanzelf goed worden genoemd. Ook doen grote bedrijven het beter dan kleine, omdat ze meer geld hebben om precieze rapportages te maken.
ESG's verus SDG's
Op basis van een onderzoek zeggen Jan Anton van Zanten en Joop Huij van de Rotterdam School of Management en fondsbeheerder Robeco dat de ESG-scores niet meten of bedrijven bijdragen aan een betere wereld. Ze meten in hoeverre de financiële prestaties van bedrijven risico’s lopen door sociale factoren of het milieu. Daarentegen bieden bedrijven die niet die ESG's maar de Social Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties volgen, volgens Van Zanten en Huij meer inzicht in de manieren waarop ze bijdragen aan een betere wereld. Of juist niet natuurlijk, maar zulke bedrijven leggen zich waarschijnlijk niet langs de meetlat van de SDG's.
Is ESG nog op te lappen? Volgens Daan Spaargaren, senior strateeg verantwoord beleggen bij PME, het pensioenfonds voor de metaal- en technologische industrie, kunnen we niet meer verwachten dan dat de ESG-criteria hooguit de rotte appels eruit halen. De nieuwe topman van DSW, Stefan Hoops, vindt dat er duidelijke spelregels moeten komen voor duurzame beleggingen. Op de vraag of een duurzaam fonds in gas mag beleggen verwijst hij naar de EU, die zelf ook worstelt met de vraag of gas duurzaam mag heten.
De Financial Times (FT) schreef afgelopen voorjaar dat het probleem van fraude op basis van de ESG-criteria nog een diepere laag kent. Steeds vaker zien we, schrijft de FT, dat bedrijven niet eens meer de moeite doen om te doen alsof hun bedrijf goed presteert op duurzaamheidsgebied; in plaats daarvan geven ze in toenemende mate onomwonden aan, dat het simpelweg niet belangrijk is. Terwijl Klaus Schwab, de oprichter van het World Economic Forum te Davos, in mei jl. nog hoopvol zei dat stakeholder capitalism het volgens hem eindelijk had gewonnen van de opvatting dat bedrijven alleen maar bestaan om de zakken van hun aandeelhouders te vullen, confronteerden populistische politici en een nieuwe groep actievoerders hun achterban met bewijzen van het tegendeel.
Net voor de bijeenkomsten van het World Economic Forum begonnen, zei bijvoorbeeld Stuart Kirk, hoofd verantwoord beleggen bij HSBC Asset Management, tijdens een conferentie van de FT in Londen dat klimaatverandering eenvoudigweg "geen financieel risico is waarover we ons zorgen over hoeven te maken".
Ook superkapitalist Elon Musk bestempelde het ESG-keurmerk als "oplichterij" nadat Tesla, zijn baanbrekende elektrische autofabrikant, uit de ESG-index van S&P was verwijderd. Dergelijke indexen zijn afhankelijk van de mate waarin een bedrijf zich schikt naar "de linkse agenda", beweerde hij op Twitter dit voorjaar.
Nadat ook allerlei andere beïnvloeders van investeerders en zelfs mensen die tot taak hadden duurzaam te investeren, gingen verkondigen dat ESG louter greenwashing, of zelfs 'een gevaarlijk placebo' zou zijn, bereidt volgens de FT de Securities and Exchange Commission regels voor, om ESG-kwalificaties in beleggingsproducten met harde hand aan te pakken. De 'taxonomie voor duurzame financiering' van de EU definieert nu wat als groen geldt, schrijft de FT.
Met andere woorden, groen is niets meer dan een definitie. Verander je die, dan is iets groens dat plotseling niet meer, en definieer je nieuwe criteria, dan zijn die groen. Zo vindt de EU bijvoorbeeld het verbranden van hout duurzaam, terwijl wetenschappers en NGO's daar fors tegen protesteren.
De geest is inmiddels uit de fles. Enkele weken voor de FT het artikel publiceerde, had senator Marco Rubio van Florida wetgeving ingediend om het voor investeerders mogelijk te maken bedrijven aan te klagen, die afwijken van het maximaliseren van het aandeelhoudersrendement. De voormalige Amerikaanse presidentskandidaat Mitt Romney heeft een brief ondertekend waarin hij zegt dat ESG-scores scores de kredietbeoordelingen van S&P "politiseren". En Mike Pence, voormalig vice-president van de VS, heeft ESG-principes aangevallen als "verderfelijk". Republikeinse politici en conservatieve activisten oefenen sindsdien hun invloed uit waar ze maar kunnen en rebranden ESG en stakeholder capitalism tegenwoordig als woke capitalism.
Vivek Ramaswamy, een conservatieve ondernemer en auteur, zegt dat er spanning ontstaat als "een kleine groep van effectieve bedrijfselites" wil "beslissen wat goed is voor de samenleving als geheel". Volgens de FT stelt hij in feite dat de bepalende culturele en politieke strijd van onze tijd niet tussen links en rechts is, maar "tussen de managersklasse en de moderne burger." Eén van de conservatieve activistische groeperingen, het Free Enterprise Project, wil het bedrijfsleven van Amerika dan ook "redden van de socialistische fundamenten van woke".
Ook in Davos dit jaar hoorden de deelnemers van Edelman, een Amerikaans PR-bedrijf, dat de het publiek in grote meerderheid vindt dat topmanagers zich moeten uitspreken over zaken als klimaatverandering en discriminatie. Het FT citeert academische studies die aantonen dat sociaal-liberale standpunten die een kapitalist als 'woke' kunnen bestempelen, niet noodzakelijk in kapitalistisch voordeel uitpakken.
Invuloefening, het moet beter
Intussen is de polarisatie in de politiek in de VS toegenomen - en niet alleen daar. Paul Polman, de voormalige CEO van Unilever, schreef volgens de FT in een LinkedIn post: "Velen hebben het vertrouwen verloren om de politiek hun standpunten te laten vertegenwoordigen en hun toekomst veilig te stellen. In plaats daarvan wenden ze zich tot de macht van het bedrijfsleven." Daardoor zetten ze de leiding van bedrijven klem tussen werknemers en politici, waarschuwde Polman. En hoewel hij er niet aan twijfelt dat leidinggevenden de kant van hun mensen moeten kiezen, vreest Polman dat de 'woke' beledigingen van de Republikeinen serieus zijn. "De messen zijn geslepen," schreef hij.
"ESG is te veel een invuloefening geworden," zegt Lady Lynn Forester de Rothschild, wiens Coalition for Inclusive Capitalism een invloedrijke groep van stakeholder-georiënteerde topmanagers vertegenwoordigt. Volgens de FT zijn de meeste Davos-afgevaardigden nog steeds overtuigd door de commerciële kans die ten minste de "E van environmental" in ESG vertegenwoordigt. De noodzaak om de overgang te maken naar lage-emissietechnologieën is de voorbode van wat McKinsey-consultants "de grootste herallocatie van kapitaal in de geschiedenis van de mensheid" hebben genoemd. Verschillende bedrijven zijn van overtuigd dat hun keuze voor het algemene belang helpt om talent aan te trekken en te behouden. Voorlopig, zegt De Rothschild, zijn veel leidinggevenden verbijsterd over de aanvallen op hun oprechte experimenten met een ander soort kapitalisme. En ze zijn onzeker wanneer ze de volgende keer aangevallen zullen worden. De Rothschild: "Je weet nooit wanneer de piano op je hoofd gaat vallen als je door de straat loopt." Noch wie hem zal duwen.
Dit artikel afdrukken
Terwijl grote bedrijven ESG gebruiken om te laten zien hoe duurzaam ze presteren met als doel beleggers aan te trekken, liggen de criteria onder vuur. Dat is niet zo verwonderlijk als je bedenkt dat bedrijven als tabaksfabrikant British American Tobacco, mijnbouwbedrijf Glencore en frisdrankproducent Coca-Cola hoog scoren. Trouw legt uit waarom dat kan. Bedrijven worden binnen hun eigen industrie beoordeeld zodat de minst foute vanzelf goed worden genoemd. Ook doen grote bedrijven het beter dan kleine, omdat ze meer geld hebben om precieze rapportages te maken.
ESG's verus SDG's
Op basis van een onderzoek zeggen Jan Anton van Zanten en Joop Huij van de Rotterdam School of Management en fondsbeheerder Robeco dat de ESG-scores niet meten of bedrijven bijdragen aan een betere wereld. Ze meten in hoeverre de financiële prestaties van bedrijven risico’s lopen door sociale factoren of het milieu. Daarentegen bieden bedrijven die niet die ESG's maar de Social Development Goals (SDG's) van de Verenigde Naties volgen, volgens Van Zanten en Huij meer inzicht in de manieren waarop ze bijdragen aan een betere wereld. Of juist niet natuurlijk, maar zulke bedrijven leggen zich waarschijnlijk niet langs de meetlat van de SDG's.
Is ESG nog op te lappen? Volgens Daan Spaargaren, senior strateeg verantwoord beleggen bij PME, het pensioenfonds voor de metaal- en technologische industrie, kunnen we niet meer verwachten dan dat de ESG-criteria hooguit de rotte appels eruit halen. De nieuwe topman van DSW, Stefan Hoops, vindt dat er duidelijke spelregels moeten komen voor duurzame beleggingen. Op de vraag of een duurzaam fonds in gas mag beleggen verwijst hij naar de EU, die zelf ook worstelt met de vraag of gas duurzaam mag heten.
Voorlopig, zegt De Rothschild, zijn veel leidinggevenden verbijsterd over de aanvallen op hun experimenten met een ander soort kapitalisme, en onzeker wanneer ze de volgende keer aangevallen zullen wordenMusk zegt 'oplichterij' en 'linkse agenda'
De Financial Times (FT) schreef afgelopen voorjaar dat het probleem van fraude op basis van de ESG-criteria nog een diepere laag kent. Steeds vaker zien we, schrijft de FT, dat bedrijven niet eens meer de moeite doen om te doen alsof hun bedrijf goed presteert op duurzaamheidsgebied; in plaats daarvan geven ze in toenemende mate onomwonden aan, dat het simpelweg niet belangrijk is. Terwijl Klaus Schwab, de oprichter van het World Economic Forum te Davos, in mei jl. nog hoopvol zei dat stakeholder capitalism het volgens hem eindelijk had gewonnen van de opvatting dat bedrijven alleen maar bestaan om de zakken van hun aandeelhouders te vullen, confronteerden populistische politici en een nieuwe groep actievoerders hun achterban met bewijzen van het tegendeel.
Net voor de bijeenkomsten van het World Economic Forum begonnen, zei bijvoorbeeld Stuart Kirk, hoofd verantwoord beleggen bij HSBC Asset Management, tijdens een conferentie van de FT in Londen dat klimaatverandering eenvoudigweg "geen financieel risico is waarover we ons zorgen over hoeven te maken".
Ook superkapitalist Elon Musk bestempelde het ESG-keurmerk als "oplichterij" nadat Tesla, zijn baanbrekende elektrische autofabrikant, uit de ESG-index van S&P was verwijderd. Dergelijke indexen zijn afhankelijk van de mate waarin een bedrijf zich schikt naar "de linkse agenda", beweerde hij op Twitter dit voorjaar.
Nadat ook allerlei andere beïnvloeders van investeerders en zelfs mensen die tot taak hadden duurzaam te investeren, gingen verkondigen dat ESG louter greenwashing, of zelfs 'een gevaarlijk placebo' zou zijn, bereidt volgens de FT de Securities and Exchange Commission regels voor, om ESG-kwalificaties in beleggingsproducten met harde hand aan te pakken. De 'taxonomie voor duurzame financiering' van de EU definieert nu wat als groen geldt, schrijft de FT.
Met andere woorden, groen is niets meer dan een definitie. Verander je die, dan is iets groens dat plotseling niet meer, en definieer je nieuwe criteria, dan zijn die groen. Zo vindt de EU bijvoorbeeld het verbranden van hout duurzaam, terwijl wetenschappers en NGO's daar fors tegen protesteren.
De culturele en politieke strijd van onze tijd gaat niet tussen links en rechts, maar tussen managers en de moderne burger'Politisering'
De geest is inmiddels uit de fles. Enkele weken voor de FT het artikel publiceerde, had senator Marco Rubio van Florida wetgeving ingediend om het voor investeerders mogelijk te maken bedrijven aan te klagen, die afwijken van het maximaliseren van het aandeelhoudersrendement. De voormalige Amerikaanse presidentskandidaat Mitt Romney heeft een brief ondertekend waarin hij zegt dat ESG-scores scores de kredietbeoordelingen van S&P "politiseren". En Mike Pence, voormalig vice-president van de VS, heeft ESG-principes aangevallen als "verderfelijk". Republikeinse politici en conservatieve activisten oefenen sindsdien hun invloed uit waar ze maar kunnen en rebranden ESG en stakeholder capitalism tegenwoordig als woke capitalism.
Vivek Ramaswamy, een conservatieve ondernemer en auteur, zegt dat er spanning ontstaat als "een kleine groep van effectieve bedrijfselites" wil "beslissen wat goed is voor de samenleving als geheel". Volgens de FT stelt hij in feite dat de bepalende culturele en politieke strijd van onze tijd niet tussen links en rechts is, maar "tussen de managersklasse en de moderne burger." Eén van de conservatieve activistische groeperingen, het Free Enterprise Project, wil het bedrijfsleven van Amerika dan ook "redden van de socialistische fundamenten van woke".
Ook in Davos dit jaar hoorden de deelnemers van Edelman, een Amerikaans PR-bedrijf, dat de het publiek in grote meerderheid vindt dat topmanagers zich moeten uitspreken over zaken als klimaatverandering en discriminatie. Het FT citeert academische studies die aantonen dat sociaal-liberale standpunten die een kapitalist als 'woke' kunnen bestempelen, niet noodzakelijk in kapitalistisch voordeel uitpakken.
De conservatieve activistische groepering Free Enterprise Project wil het Amerikaanse bedrijfsleven redden van de socialistische fundamenten van wokeVanessa Burbano, hoogleraar aan de Columbia Business School bestudeerde de reacties van werknemers in bedrijven die een standpunt innamen over de zogeheten "bathroom bills" van 2017. Die schreven voor welke toiletten transgenders mochten gebruiken. De tegenreactie bleek groter dan het voordeel, concludeert ze. CEO's die een standpunt innamen, demotiveerden de werknemers die het niet met hen eens waren, maar motiveerden de werknemers die het wel met hen eens waren niet extra. Sommige bedrijven calculeren zulke risico's al in, als ze moeten beslissen over hun politieke standpunten en actie.
Invuloefening, het moet beter
Intussen is de polarisatie in de politiek in de VS toegenomen - en niet alleen daar. Paul Polman, de voormalige CEO van Unilever, schreef volgens de FT in een LinkedIn post: "Velen hebben het vertrouwen verloren om de politiek hun standpunten te laten vertegenwoordigen en hun toekomst veilig te stellen. In plaats daarvan wenden ze zich tot de macht van het bedrijfsleven." Daardoor zetten ze de leiding van bedrijven klem tussen werknemers en politici, waarschuwde Polman. En hoewel hij er niet aan twijfelt dat leidinggevenden de kant van hun mensen moeten kiezen, vreest Polman dat de 'woke' beledigingen van de Republikeinen serieus zijn. "De messen zijn geslepen," schreef hij.
"ESG is te veel een invuloefening geworden," zegt Lady Lynn Forester de Rothschild, wiens Coalition for Inclusive Capitalism een invloedrijke groep van stakeholder-georiënteerde topmanagers vertegenwoordigt. Volgens de FT zijn de meeste Davos-afgevaardigden nog steeds overtuigd door de commerciële kans die ten minste de "E van environmental" in ESG vertegenwoordigt. De noodzaak om de overgang te maken naar lage-emissietechnologieën is de voorbode van wat McKinsey-consultants "de grootste herallocatie van kapitaal in de geschiedenis van de mensheid" hebben genoemd. Verschillende bedrijven zijn van overtuigd dat hun keuze voor het algemene belang helpt om talent aan te trekken en te behouden. Voorlopig, zegt De Rothschild, zijn veel leidinggevenden verbijsterd over de aanvallen op hun oprechte experimenten met een ander soort kapitalisme. En ze zijn onzeker wanneer ze de volgende keer aangevallen zullen worden. De Rothschild: "Je weet nooit wanneer de piano op je hoofd gaat vallen als je door de straat loopt." Noch wie hem zal duwen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Toch eens even naar de websites van de grote accountants met betrekking tot hun ESG-programma's gekeken. Er wordt nog steeds flink geïnvesteerd in dit mooie verdienmodel.
Er worden meerdere thema’s onderscheiden met elk een eigen logootje.
De thema’s worden omschreven als “….noodzakelijk om succesvol te blijven…” en is nogal business georiënteerd. Hun klanten willen immers niet lastig gevallen worden met moralistische kritiek. De verleiding om met fancy ESG-rapportages de zaak wat groener voor te doen dan werkelijk, is enorm groot.
Wat ik mis is de S van sociaal in de zin van ‘eerlijk delen’.
Welke grondstoffen gebruiken we voor welk deel van de mensheid?
Krijgen arme mensen ook eten? Is duurzaamheid duur of juist goedkoop?
Eerlijk delen is natuurlijk niet noodzakelijk om als organisatie succesvol te blijven maar het roept wel de nodige vragen op bij een ESG beleid.
Of valt dat alles onder de R van Responsible investment? Dat lijkt me wat te mager.
Het zoeken blijft volgens mij naar het gat in de markt rondom het sociale thema 'eerlijk'. (Je merk profileren met 'eerlijk' blijkt de trigger om voor leugenaar te worden uitgescholden.)
Dat is natuurlijk erg moeilijk om, in een kapitalistische context, daar een businessmodel van te maken maar niet onmogelijk omdat er een grote markt voor is.
Toegevoegde waarde moet komen uit efficiëntie, traceerbaarheid en de intrinsieke waarde van de producten (voedingswaarde). Gelul kun je immers niet eten!
Vaak wordt dit de ‘oude economie’ genoemd. Maar het is ook de enige economie die kan bijdragen aan de gewenste materiele én sociale duurzaamheid.
Het zal wel nooit veranderen. Het economisch aspect van het dagelijks gebeuren is nog steeds het meest gewichtige. Ethiek, sociaal, historie enz. speelt ondergeschikte rol.
Die fancy WEF etiketten, ik ben er niet zo in thuis. Maar een duurzame omzetvergroting bestaat natuurlijk niet. Het is een fopspeen, een nieuw verdienmodel van het bedrijfsleven, dat de groei verder aanjaagt ten koste van de ecologie.
En we willen de mooipraterij van de Vattenfalls, de Becels, de Volkswagens en ja, ook van de Triodossen maar al te graag geloven. Klimaatneutraal, zero emissie, carbon free, regeneratief, kringloop, biobased economy, met een uitgekiend marketingvocabulair worden we in slaap gesust terwijl de planeet ecologisch decompenseert. Als je het tenminste bekijkt vanuit de overlevingskansen van onze soort, want de natuur kent het woord decompensatie niet.
Eens stopt het, uiteraard. De vreedzame transitie naar een soberder leefwijze raakt in onze collectieve onmacht steeds verder uit zicht, zolang de CEO’s de duurzame schijn blijven ophouden en de politiek in hun kielzog niet veel verder komt dan ons aan te moedigen om in de douche te plassen. Ik chargeer, maar ook weer niet in extremo.
Beter onze welvaart, dan onze veehouderij halveren, mevrouw Van der Wal.
We kunnen kankeren, maar hoe doen we dat nou: bepalen wat burgers ok vinden en er ecologisch ook nog een beetje uitkomen?
Politiek en wetenschap zijn hopeloos verdeeld en niet in staat tot gedragen, evenwichtig beleid te komen. In plaats daarvan jagen zij de maatschappelijke tegenstellingen verder aan. Het grote geld danst sexy op de puinhopen en wij laten ons tegen beter weten in maar al te graag verleiden tot een duurzaam luxe leventje.
Dat is denk ik de grote lijn van ons bestaan. Niemand bepaalt. Het gebeurt. Ook duurzaamheid moet ons dienen, anders hoepelt het maar op. Huizen redden geen natuur, plantjes hebben echt wel meer nodig dan zon en regen en de zero-emissie Volkswagen is ook al een leugen. Het meest bizarre woord dat ik in de reclame tegenkwam: optimaal klimaatneutraal. Alles om het feest niet te verstoren.
Ik zet de kachel wat lager, laat de natuur haar gang gaan in mijn (te grote) tuin, ga al vijfentwintig jaar niet meer op vakantie en doe er verder meesmuilend aan mee. Want ik ben te zeer gehecht aan onze 23 jaar oude Jeep Grand Cherokee, waar je een tankstation aan moet hangen. Ik rijd hem zo weinig en zo zuinig mogelijk, dat dan weer wel.
We willen allemaal een mooi leven.