Ik liep in de Chinese supermarkt tussen de verse groente en fruit en kon een verbaasd “Ooo!” niet onderdrukken. Op een schap lagen enkele schaaltjes met rode vruchten die ik ken van vroeger, van toen ik nog in de tropen woonde. Er stond Tubtimjan Rose Apple (red) op. Ik vermoed dat tubtimjan de Thaise naam voor de vrucht is, want daar leek de verpakking vandaan te komen; rose apple is een rare benaming, want de vrucht is noch appel noch roos noch roze van kleur. In Paramaribo noemden we deze lekkernij in het Surinaams Nederlands pommerak.
De vrucht van de pommerak ziet eruit als een peer, maar is in werkelijkheid een bes. Ze groeit aan een behoorlijk grote boom uit de mirte-familie: Syzygium aqueum of S. malaccense. Botanisch is het hier opletten geblazen, want er zouden meer dan duizend soorten Syzygium bestaan en tropische bomen kunnen nogal variëren. Binnen deze plantengroep is de pommerak in elk geval nauw verwant met de kruidnagel (S. aromaticum).
Toen ik in Paramaribo woonde, stond er een grote pommerakboom in mijn tuin. Tweemaal per jaar verschenen er hevig paarsrode bloesems aan. Het waren draadbloemen, meer borstel van meeldraden dan bloemkelk. Als ze afvielen, vormden ze een paars tapijt op de grond. Dan verschenen de vruchten. Eerst wit, dan roze, ten slotte dieprood. Het was makkelijk waar te nemen wanneer ze rijp werden. Op een namiddag zou ik terugkeren van het werk en een boom vinden vol kinderen, die in alle richtingen uiteenstoven als ik aan kwam rijden. “Hebben jullie aan een plastic tasje gedacht?” riep ik dan. Neen, dat hadden ze niet, en schoorvoetend kwamen ze terug. Ik gaf hun twee zakken: “Een voor jullie en een voor mij!” Ja, dat vonden ze een deal en ze zaten zó weer de boom in. Op die manier had ik dan voor enkele dagen weer een ruime voorraad verse pommeraks, en dat tweemaal per jaar. In de pommeraktijd hoorde ik ook ’s nachts in de boom altijd gerucht en gefladder. Dan waren het geen kinderen, maar vleermuizen die zich aan de vruchten te goed deden.
De vrucht was krokant met een dunne gewaxte rode schil, maar vanbinnen zat sneeuwwit vruchtvlees met een wattige textuur. Dat zag er op het eerste gezicht droog uit, maar bleek bij het bijten verbazend sappig. Het parfum van de vrucht was ook heerlijk. Moeilijk te beschrijven, maar nu je het zegt, misschien komt de geur van een roos wel in de buurt. In het Engels noemen ze deze vrucht ook wel watery rose apple, in het Frans pomme d’eau.
De pommerakboom komt uit Zuidoost-Azië, maar hij is met geestdrift geëxporteerd naar alle tropische gebieden. Pommeraks gedijen enkel in een equatoriaal klimaat, warm en met véél regen. Ook de bladeren zouden worden gegeten, en het hout van de boom is erg gezocht, want hard en veerkrachtig.
Pommeraks zijn heel delicaat. Wanneer ik er een emmer van meenam naar het werk, om onder collega’s te verdelen, dan kwamen de vruchten meestal geblutst en lekkend aan. Daarom had ik nooit verwacht er ooit in een Brusselse supermarkt te vinden. En toch. Dat betekent dat er nu nog maar één tropische vrucht is die ik ooit heb leren kennen op mijn reizen, maar nog nooit in Brussel heb gezien, en dat is de caju (cashew). Op enkele zeldzame soorten na, misschien. Ik vermoed dat er een probleem is met de volksgezondheid om verse caju’s te importeren, maar daar schreef ik zo’n vier jaar geleden al over.
En dus bekroop me de twijfel. Hoe smaakt pommerak uit vliegtuigimport? Heel vaak zijn tropische vruchten, ingevoerd in onze streken, maar een schim van wat hun smaak betekende wanneer ze aan de boom rijpten in de tropenzon. Neem nu de avocado’s: tachtig procent van die vruchten in onze winkels is zo goed als oneetbaar, omdat ze te vroeg geplukt zijn. En veel tropisch fruit rijpt ook nooit meer verder nadat het werd geplukt. Om minder schade op te lopen tijdens het transport, eisen de distributiemaatschappijen dat men vroeg oogst, dan zijn de vruchten steviger. Dat is ook zo met tomaten, aardbeien en zelfs met gewone appels. De voordelen zijn er uitsluitend voor de distributie, de consument heeft het nakijken. En baalt.
Mijn vrees werd ook hier bewaarheid. De vruchtjes zagen er wel mooi uit, maar smaakten nauwelijks naar hun volle parfum; de wattige textuur ontbrak grotendeels en was slechts licht krokant en appelachtig. Spijtig. Mocht u op een dag rijpe pommeraks tegenkomen, dan moet u ze toch eens proberen. Het is fruit dat vrolijk maakt. De smaak kan wel wat opgepimpt worden door ze met een snuifje (echt niet te veel) zout te besprenkelen en even te laten trekken. Ook in de tropen durven ze dat te doen.
Pommeraks worden niet alleen als handfruit gegeten. De onrijpe vruchten worden op azijn gelegd als condiment of tot gelei gestoofd. De rijpe vruchten kunnen dan weer tot een aangename coulis of compote worden verwerkt. Smakelijk.
bron: Nick Trachet © Brussel Deze Week
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Jambu in Indonesie. Voor mij een vrucht die deed denken aan hogere breedtes, omdat hij niet zo overweldigend zoet is als veel tropisch fruit.
volgens mij heette deze vrucht gewoon appel in suriname, onze appel werd ijsappel genoemd, omdat hij in gekoelde toestand ingevoerd en ook verkocht werd, en stukken duurder dan die inheemse appel was, waarmee hij alleen de kleur gemeen had trouwens.
Waterappels noemden wij die dingen toen we in Indonesië woonden. In het Indonesisch heten ze "jambu air". "Jambu" is een generieke benaming voor harde vruchten. "Air" betekent water. Een "jambu air" is dus een harde watervrucht. Hij smaakt, zelfs als-ie rechtstreeks van de boom komt, helemaal nergens naar. Wel ruikt-ie een heel klein beetje naar rozen, maar verwacht er niet te veel van. Het voornaamste gebruiksdoel van het ding is als dorstlesser.
Ja, ik denk dat Nick de Maleisische rozenappel te pakken had, de Syzygium malaccense. Dat is een andere dan de pommerak. Er zijn nogal wat varianten in dat geslacht, wiki geeft: een lijstje van 16 soorten.
Maar bij "wattige textuur" kan ik me niks voorstellen. Klinkt ook helemaal niet lekker. :-(
Robin, over de "varianten" (je bedoelt variëteiten?) moeten we nog zwijgen. Zoals ik in het artikel vermeld: er zijn gewoon bijzonder veel soorten (species) Syzygium, blijkbaar honderden, zoniet duizend. Deze hier leek in ieder geval uiterlijk heel veel op de pommerak uit mijn tuin in het Van Dijkproject (bij "tweede rijweg") in Parbo.
Over 'wattig', dat is hier belgisch ('de la ouatte'), zeg maar katoenachtig, wolkig. het vruchtvlees zag er droog uit, maar was bijzonder sappig, vandaar die verwijzing naar water in ander talen. Ik was er verlekkerd op.
Dirk: De naam pommerak heb ik ter plekke geleerd. Er werd over nog één onderscheidbare soort gesproken; de "cayenne-appel" (pomme cayenne) die nooit zo rood kleurde en kleiner bleef. Dat van die 'ijsappels' was wel een grappig verhaal ja, maar in mijn tijd daar (post decembermoorden) waren er al lang geen ijsappels meer te krijgen. Er bestonden lokaal ook nog "sterappels "(pommestèr) die niets met reinetten te maken hadden, ook niet met pommeraks. Op het gebied van fruit en groente zat ik daar vrij goed, want ik werkte voor LVV .