Voor consumentenorganisaties is het een doorn in het oog: de ruime plek die de voedingsmiddelenindustrie krijgt aan de onderhandelingstafel. De industrie heeft een dikke vinger in de pap van het overheidsbeleid over gezonder maken van voeding, ook in Nederland. Analyse van de teksten die lobbyisten schreven over aanbevelingen van de WHO laat zien hoe de industrie die plek bevecht.
De voedingsmiddelenindustrie “ondermijnt” in publicaties de aanbevelingen van de WHO, die gericht zijn op het terugdringen van 'Noncommunicable Diseases (NCD’s). Dat concludeert een onderzoeksgroep van de universiteit van Bath na tekstanalyse van alle relevante publicaties die tussen 2015 en 2018 verschenen. ‘Noncommunicable diseases’ is de verzamelnaam voor niet-besmettelijke ziekten die een ongezonde leefstijl als (mede)oorzaak hebben, zoals obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes, kanker, chronische luchtwegaandoeningen en neurodegeneratieve hersenziekten.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) propageert leefstijlverbeteringen om NCD’s terug te dringen. In het onderzoek analyseerde het onderzoeksteam alle schriftelijke reacties van partijen uit de voedingsindustrie op de WHO-richtlijnen en voorstellen door gebruik te maken van een kwalitatieve frame-analyse. Al turvend bracht het team de door de voedingsindustrie geuite beleidsposities, argumenten en frames in kaart. Het onderzoek van de Tobacco Control Research Group, University of Bath verscheen in het vakblad Globalization and Health.
Ontwikkelingsdoelen
Sinds het begin van deze eeuw heeft de World Health Organization (vanaf 2015 in het kader van de Sustainable Development Goals, (SDGs, de Duurzame Ontwikkelingsdoelen) een reeks aanbevelingen en strategieën uitgebracht, zoals de Global Strategy on Diet, Physical Activity and Health uit 2004 en het Global Action Plan for the Prevention and Control of NCDs 2013-2020 uit 2013.
Uit die laatste publicatie:
Het actieplan biedt een routekaart en een menu van beleidsopties voor alle lidstaten en andere belanghebbenden, om gecoördineerde en samenhangende maatregelen te nemen, op alle niveaus, van lokaal tot mondiaal, om de negen vrijwillige mondiale doelstellingen te bereiken, waaronder een relatieve vermindering van 25% van de vroegtijdige sterfte aan hart- en vaatziekten, kanker, diabetes of chronische aandoeningen van de luchtwegen tegen 2025.
Lobbyisten
Het Bathse onderzoek behelsde de analyse van publicaties die waren verschenen in de publieke media en vakbladen als reactie op het werk van de WHO. Geïnventariseerd werd hoe vaak in de teksten van de lobbyisten bepaalde verwoordingen en argumentaties voorkwamen. Daarbij werd gekeken naar de formuleringen die de rol van de industrie benoemen in het samenspel van de ‘policy actors’, de belanghebbenden in het beleid.
Uit het onderzoek zou onder meer blijken dat de auteurs, die in opdracht van (maar zelden direct uit naam van) grote voedingsmiddelenbedrijven op de adviezen van de WHO reageerden, stelselmatig de bevoegdheid van de WHO betwijfelen om aan onafhankelijke landen dergelijke adviezen te geven. Ook wordt in de publicaties benadrukt dat de voedingsmiddelenindustrie altijd een coöperatieve partner van overheden is geweest en mede daarom een grotere stem in de beleidsvorming moet hebben.
Preventieakkoord
In veel landen, ook in Nederland, komt het beleid dat gericht is op de verbetering van de volksgezondheid door leefstijlverandering en door de voeding gezonder te maken tot stand in een ‘multistakeholder’-samenwerking, van overheid, instellingen en industrie.
Het Nederlandse Nationale Preventieakkoord, dat de basis is van het overheidsbeleid inzake voeding en gezondheid, kwam tot stand na consultatie van ‘een brede coalitie van maatschappelijke partijen en bedrijfsleven”, aldus de inleiding. Naast lof voor het tot stand brengen van dit convenant kreeg staatssecretaris Blokhuis destijds ook kritiek op de vermeend grote inbreng van de voedingsmiddelenbranche.
Legitimeren
De Bathse onderzoekers stellen dat het legitimeren van de invloed van de industrie bij dit soort convenanten het halen van de volksgezondheidsdoelstellingen ondermijnt. Bedrijven benutten die toegestane ruimte in de samenwerking om hun invloed te vergroten en de rol van overheden te verkleinen. De onderzoekers zeggen dat de argumenten die de bedrijven gebruiken om hun rol in het krachtenveld te vergroten dezelfde zijn die de tabaksindustrie placht te hanteren nadat de WHO begin deze eeuw maatregelen voorstelde om roken terug te dringen.
De leider van het onderzoek, Kathrin Lauber, zegt in Newfood Magazine: “De richtlijnen van [de WHO] kunnen landen een mandaat geven om cruciale beschermingsmaatregelen van de volksgezondheid in te voeren. Daarom zien we dat lobbygroepen aandringen op het zwak houden van de beleidsaanbevelingen. Bovendien dreigt het positioneren van de samenwerking met de commerciële sector als een standaardprocedure niet alleen het werk van de WHO als het belangrijkste gezondheidsagentschap van de VN te belemmeren, maar ook dat van landen over de hele wereld die zich inzetten om de last van de NCD's te verminderen.”
Calorieën
De publicatie van het onderzoek uit Bath valt samen met de afkondiging van nieuwe maatregelen van Public Health England, de Britse gezondheidsautoriteit, om tegen 2024 de hoeveelheid calorieën in een groot aantal producten met 20% te verminderen. Daar bericht The Guardian over.
Vertegenwoordigers van de voedingsmiddelenindustrie hebben echter al weten te bereiken dat sommige producten daarvan uitgezonderd worden en maar 10% of minder hoeven in te leveren. “Onze toewijding aan de goede zaak is boven elke twijfel verheven,” zegt de woordvoerder van de belangenvereniging van producenten niettemin.
Consumentenorganisaties in Groot-Brittannië zijn teleurgesteld dat de caloriebeperkingen niet worden verplicht; de industrie kan er vrijwillig aan meewerken.
Dit artikel afdrukken
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) propageert leefstijlverbeteringen om NCD’s terug te dringen. In het onderzoek analyseerde het onderzoeksteam alle schriftelijke reacties van partijen uit de voedingsindustrie op de WHO-richtlijnen en voorstellen door gebruik te maken van een kwalitatieve frame-analyse. Al turvend bracht het team de door de voedingsindustrie geuite beleidsposities, argumenten en frames in kaart. Het onderzoek van de Tobacco Control Research Group, University of Bath verscheen in het vakblad Globalization and Health.
Ontwikkelingsdoelen
Sinds het begin van deze eeuw heeft de World Health Organization (vanaf 2015 in het kader van de Sustainable Development Goals, (SDGs, de Duurzame Ontwikkelingsdoelen) een reeks aanbevelingen en strategieën uitgebracht, zoals de Global Strategy on Diet, Physical Activity and Health uit 2004 en het Global Action Plan for the Prevention and Control of NCDs 2013-2020 uit 2013.
Uit die laatste publicatie:
Het actieplan biedt een routekaart en een menu van beleidsopties voor alle lidstaten en andere belanghebbenden, om gecoördineerde en samenhangende maatregelen te nemen, op alle niveaus, van lokaal tot mondiaal, om de negen vrijwillige mondiale doelstellingen te bereiken, waaronder een relatieve vermindering van 25% van de vroegtijdige sterfte aan hart- en vaatziekten, kanker, diabetes of chronische aandoeningen van de luchtwegen tegen 2025.
Lobbyisten
Het Bathse onderzoek behelsde de analyse van publicaties die waren verschenen in de publieke media en vakbladen als reactie op het werk van de WHO. Geïnventariseerd werd hoe vaak in de teksten van de lobbyisten bepaalde verwoordingen en argumentaties voorkwamen. Daarbij werd gekeken naar de formuleringen die de rol van de industrie benoemen in het samenspel van de ‘policy actors’, de belanghebbenden in het beleid.
Uit het onderzoek zou onder meer blijken dat de auteurs, die in opdracht van (maar zelden direct uit naam van) grote voedingsmiddelenbedrijven op de adviezen van de WHO reageerden, stelselmatig de bevoegdheid van de WHO betwijfelen om aan onafhankelijke landen dergelijke adviezen te geven. Ook wordt in de publicaties benadrukt dat de voedingsmiddelenindustrie altijd een coöperatieve partner van overheden is geweest en mede daarom een grotere stem in de beleidsvorming moet hebben.
Preventieakkoord
In veel landen, ook in Nederland, komt het beleid dat gericht is op de verbetering van de volksgezondheid door leefstijlverandering en door de voeding gezonder te maken tot stand in een ‘multistakeholder’-samenwerking, van overheid, instellingen en industrie.
Het Nederlandse Nationale Preventieakkoord, dat de basis is van het overheidsbeleid inzake voeding en gezondheid, kwam tot stand na consultatie van ‘een brede coalitie van maatschappelijke partijen en bedrijfsleven”, aldus de inleiding. Naast lof voor het tot stand brengen van dit convenant kreeg staatssecretaris Blokhuis destijds ook kritiek op de vermeend grote inbreng van de voedingsmiddelenbranche.
Legitimeren
De Bathse onderzoekers stellen dat het legitimeren van de invloed van de industrie bij dit soort convenanten het halen van de volksgezondheidsdoelstellingen ondermijnt. Bedrijven benutten die toegestane ruimte in de samenwerking om hun invloed te vergroten en de rol van overheden te verkleinen. De onderzoekers zeggen dat de argumenten die de bedrijven gebruiken om hun rol in het krachtenveld te vergroten dezelfde zijn die de tabaksindustrie placht te hanteren nadat de WHO begin deze eeuw maatregelen voorstelde om roken terug te dringen.
De leider van het onderzoek, Kathrin Lauber, zegt in Newfood Magazine: “De richtlijnen van [de WHO] kunnen landen een mandaat geven om cruciale beschermingsmaatregelen van de volksgezondheid in te voeren. Daarom zien we dat lobbygroepen aandringen op het zwak houden van de beleidsaanbevelingen. Bovendien dreigt het positioneren van de samenwerking met de commerciële sector als een standaardprocedure niet alleen het werk van de WHO als het belangrijkste gezondheidsagentschap van de VN te belemmeren, maar ook dat van landen over de hele wereld die zich inzetten om de last van de NCD's te verminderen.”
Calorieën
De publicatie van het onderzoek uit Bath valt samen met de afkondiging van nieuwe maatregelen van Public Health England, de Britse gezondheidsautoriteit, om tegen 2024 de hoeveelheid calorieën in een groot aantal producten met 20% te verminderen. Daar bericht The Guardian over.
Vertegenwoordigers van de voedingsmiddelenindustrie hebben echter al weten te bereiken dat sommige producten daarvan uitgezonderd worden en maar 10% of minder hoeven in te leveren. “Onze toewijding aan de goede zaak is boven elke twijfel verheven,” zegt de woordvoerder van de belangenvereniging van producenten niettemin.
Consumentenorganisaties in Groot-Brittannië zijn teleurgesteld dat de caloriebeperkingen niet worden verplicht; de industrie kan er vrijwillig aan meewerken.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
En gelijk hebben ze, die industrie. Ze moeten toch rekenschap afleggen tegenover hun aandeelhouders? Ze hebben toch de plicht zoveel mogelijk winst te maken? Zo is toch het kapitalistische systeem opgetuigd? Dan kunnen ze toch never nooit niet meegaan in het gezonder maken en matigen van het eten van ultra processed foods als dat hun winst aantast? Als één bedrijf dat doet dan schieten ze zichzelf in de voet tegenover degenen die dat niet doen, zodat als je ethisch bezig wilt zijn je automatisch achterloopt of zelfs ten onder zal gaan. Zolang winst het uitgangspunt is zal er óf niks veranderen óf je moet keihard ingrijpen als overheid. Voor bedrijven is er geen enkele incentive, afgezien van een niche hier of daar. Dit is de norm en het is dweilen met de kraan open totdat men de kern van het kapitalisme aanpast. Misschien na WO3 of het instorten van het de economie in de toekomst dus. Piketty ziet in deze 2Doc-aflevering parallellen met de tijd voor WO1, dus wie weet herhaalt de geschiedenis zich inderdaad.
Het laten meepraten van de industrie die profiteert van het te bespreken onderwerp is inherent onjuist en contraproductief en heeft enkel een financieel doel: overheden die zich hiermee inlaten denken daarmee geld uit te sparen. een instantie als de WHO is allang niet meer erg geloofwaardig op vele punten, sinds ze de industrie laten meepraten.
Ik hecht weinig waarde aan 'beloftes' van zowel de industrie als de supermarkten.
Het is niet hun doel om mensen gezonder te laten eten, maar om winst te maken.
Er is in wetenschap, bij Voedingscentrum, bij de ministeries, bij WHO en FAO, bij EFSA en WUR een enorme geiligheid tav grote voedselbedrijven. Impliciet wordt de onderzoeksagenda hierdoor gestuurd. Al jaren lang. Normen zijn vooral daardoor pro grote voedsel bedrijven. En zo kan je dit door trekken naar voeding en gezondheid. In Nederland helpt het niet dat vrij onderzoek niet meer bestaat. Industrie moet 10-25% meebetalen.
Ik ben onderdeel van dit systeem. Maar als MKB ga je failliet als je je tijd en inzet onbezoldigd blijft geven.
#4, Wouter, daarmee zeg je iets anders dan deze onderzoekers. Zij beweren dat de voorstellen vanuit een gezonde agenda (en gebaseerd op wetenschap, neem ik aan) door de industrie worden bijgebogen. Jij zegt dat de normen al sowieso bepaald worden door de grootste body of research en dat is die - als we alleen de laatste, zeg, 3 decennia nemen - van de mede door de industrie gefunde onderzoeken.
Zou jouw punt kunnen gelden voor de discussie over Nutri-Score? Daar willen de Nederlandse onderzoekers niet aan omdat ze er de Schijf van Vijf niet in kwijt kunnen.
Tegenstand komt echter vanuit de industrie in het algemeen (die minder rood en oranje wil), de zuivelindustrie specifiek (die anders naar vetten wil kunnen kijken) én de directeur van het Voedingscentrum (die hoewel ze uit de grote industrie komt, naar meer onbewerkt voedsel lijkt willen door zo strict voor de Schijf te pleiten).
Het is allemaal wat verwarrend, met die stricte stellingnames en de frames waarmee we die beoordelen.