Waar leidt de Aeres Hogeschool (landbouw en veeteelt) in Dronten haar studenten toe op? Die vraag stelt Chris van Bruggen zich na het afronden van zijn studie aan de hogeschool. Hij meent het melkveebedrijf thuis nu over te kunnen nemen maar vraagt zich af wat hij verder nodig heeft in de toekomst. In zijn optiek is dat kennis van ecologie en moreel leiderschap. Als de hogeschool daar meer aandacht aan wil geven, is het wijzigen van de naam van de studie die hij volgde een goede eerste stap. Van Agrarisch Ondernemerschap naar Agrarisch Rentmeesterschap.
De opleiding Agrarisch Ondernemerschap (richting melkveehouderij) richt zich op het overnemen en ontwikkelen van het gezinsbedrijf. Vakken over veevoeding en bodembeheer dragen bij aan basiskennis die van nut zijn om een melkveebedrijf te runnen. Ook weidegang is ook onderdeel van de opleiding. Past zo'n bedrijfsvoering bij het bedrijf en de ondernemer en wat zijn de voor- en nadelen? Het schrijven van ondernemingsplannen en overnamerapporten leert studenten technisch en economisch naar kengetallen kijken. Het veelvuldig gebruikmaken van de eigen bedrijfsboekhouding geeft inzicht in de bedrijfsvoering en de ontwikkelingen op de lange termijn. De theoretische basis in deze opleiding is goed. Een goede opleiding naar mijn idee welke je voorbereidt op de praktijk van het melkveebedrijf.
Ecologische principes
Ten tijde van de boerenprotesten in Nederland eind 2019, leerde ik in Schotland over ecologie en begon ik de achtergronden van de stikstofcrisis te begrijpen.
Nu zijn melkveehouders nog in gesprek met veevoervertegenwoordiger. Straks gaan zij in gesprek met natuurbeheerders en ecologen om een hun verdienmodel te verstevigen. Om dat goed te kunnen doen is basiskennis van ecologie nodig. Een ecoloog als docent; in Schotland zag ik dat het kan. Ik zie er meerwaarde voor de hogeschool in Dronten. Durven zij dit pad in te slaan en een ecoloog aan te nemen?
Landbouwleerdicht van Vergilius en ethiek
Wat is écht belangrijk? Dat is de vraag die ik mijzelf stelde tijdens het schrijven van mijn scriptie over het landbouwleerdicht van Vergilius, de Georgica. De dichter laat in dit leerdicht zien hoe de mens zich tot de natuur verhoudt en hoe hij dit ervaart en onder ogen komt.
In het leerdicht komt naar voren hoe mensen op het platteland verschillen van de mensen in de stad. Stedelingen streven volgens hem niet naar de goede dingen. Ze zoeken roem, macht en genot. Het klinkt veroordelend, maar Vergilius houdt zijn lezers een spiegel voor en stelt hen de vraag wat ze nastreven. De landbouwer ziet Vergilius als het ideaaltype van de hardwerkende en nuchtere man die zijn plaats in de schepping kent.
Ook de Aeres Hogeschool vraagt studenten binnen het afsluitende vak ethiek wat zij écht belangrijk vinden. Ethische dilemma’s in de praktijk en normen en waarden komen bij dit vak ter sprake. Maar is het einde van de opleiding wel het juiste moment om na te denken over wat je als mens nastreeft? Wie die belangrijke vragen eerder stelt, laat studenten anders met het vergaren van kennis tijdens hun opleiding omgaan.
Het niet zien van eigen fouten of negatieve patronen in de bedrijfsvoering heet 'bedrijfsblindheid'. Tijdens de opleiding word je er voor gewaarschuwd. Door kengetallen te analyseren en te beoordelen is dat deels te voorkomen. Toch vraag ik mij af of we er als gehele sector niet een beetje bedrijfsblind zijn geworden. We halen het kalf direct weg bij de koe; dat is het beste voor de gezondheid van koe en kalf, dat weet ik ook. Toch is het voor veel mensen van buitenaf een vreemde gewaarwording. Ik twijfel dan wel eens waar ik goed aan doe en ik vind het ook niet altijd zo gemakkelijk uit te leggen. Onszelf de vraag stellen hoe we vee houden en landbouw bedrijven is belangrijk. Het idee dat we als sector alleen maar beter uit moeten leggen hoe goed we het doen houd ik niet zo van. We moeten beter nadenken óf we het goed doen. Ik vind Tjeerd de Groot’ plan om de veestapel te halveren ook te rigoureus en ondoeltreffend. Toch moeten we, lijkt mij, met dergelijke mensen in gesprek kunnen gaan. Beter uitleggen en met de trekker naar Den Haag rijden helpen niet. Dat is letterlijk en figuurlijk een blokkade in het gesprek dat je moet voeren om samen tot een oplossing te komen.
Rentmeesterschap
Het visiedocument Ons IDee van de Aeres Hogeschool beschrijft volgens welke normen en waarden de hogeschool onderwijs verstrekt. Een document dat de lezer het gevoel geeft dat de mens centraal staat binnen de opleiding. Zelf heb ik dat ook mogen ervaren gedurende mijn studietijd. Veel docenten hebben hart voor de zaak en staan open voor persoonlijke vragen en gesprekken.
In het visiedocument komt de term rentmeesterschap aan de orde. Dit wordt uitgelegd als een gezonde balans tussen geven en nemen. Deze balans wil de hogeschool vinden tussen het levensdoel, levensbehoefte en de leefomgeving. Dat deze thema’s belangrijk voor hen zijn, blijkt wel uit het opnemen er van in ‘ons Idee’.
In het voorwoord is rentmeesterschap gekoppeld aan ondernemerschap. Dat voelt voor mij niet kloppend. Het gaat wat te snel. Ondernemerschap is op verschillende manieren te interpreteren en daar zit de crux.
Duurzaamheid richt zich naar mijn idee op het gezond houden van de aarde en de leefomgeving. Rentmeesterschap gaat daarin verder. Daarin past ook de vraag over balans tussen geven en nemen, over of je het goede doet. Wat heb je als mens nodig om van te leven en hoe wil je leven? Het zijn wilsbesluiten die vragen om een morele benadering.
Van ondernemerschap naar rentmeesterschap
De positie van de boer in de maatschappij en de effecten van landbouw op de maatschappij en de omgeving vragen om meer kennis van ecologie. Een beter en eerlijker verhaal van de boer zullen uiteindelijk ook zorgen voor een beter inkomen. Het idee dat boeren alleen maar beter uit moeten leggen wat ze doen, houdt geen stand. We moeten beter nadenken over wat we doen en wat we nastreven. Zo'n denkproces begint bij uitstek op een hogeschool die boeren opleidt.
Om tot denken aan te zetten lijkt het mij een logische stap om de opleiding die ik volgde, van naam te veranderen. Agrarisch Ondernemerschap maakt dan plaats voor Agrarisch Rentmeesterschap. Moralistisch denken en het zoeken naar balans zouden zo een prominentere plaats krijgen binnen de opleiding dan nu. Het wordt dan de rode draad. Zo kan de Aeres Hogeschool te Dronten het verschil maken in de studenten die de opleiding aflevert.
Leidt de hogeschool studenten op tot agrarisch ondernemer of tot rentmeester? Aeres kan een verschil maken in de toekomst, willen ze dat?
Dit artikel afdrukken
Ecologische principes
Ten tijde van de boerenprotesten in Nederland eind 2019, leerde ik in Schotland over ecologie en begon ik de achtergronden van de stikstofcrisis te begrijpen.
Het boerenlandschap en het verdienmodel gaan veranderenTijdens het laatste jaar van mijn opleiding volgde ik vier vakken aan het Scotland’s Rural College als invulling van mijn minor. Ik leerde er over ecologie en het belang van biodiversiteit. Stikstof kan ik daardoor niet alleen als bemesting maar tegelijk ook als een vorm van vervuiling zien. Bij het schrijven van een essay over ammoniak, ontdekte ik hoeveel stikstof er in die vorm (NH3) in de lucht en de natuur komt en wat voor effecten dat heeft. De veehouderij zal zich aan moeten passen en misschien wel moeten krimpen om minder nadelig te zijn voor het milieu. Het boerenlandschap en het verdienmodel gaan veranderen. Ik ben er van overtuigd dat boeren en melkproducten maatschappelijk gewenst zijn, maar dat ze een andere rol in gaan nemen.
Nu zijn melkveehouders nog in gesprek met veevoervertegenwoordiger. Straks gaan zij in gesprek met natuurbeheerders en ecologen om een hun verdienmodel te verstevigen. Om dat goed te kunnen doen is basiskennis van ecologie nodig. Een ecoloog als docent; in Schotland zag ik dat het kan. Ik zie er meerwaarde voor de hogeschool in Dronten. Durven zij dit pad in te slaan en een ecoloog aan te nemen?
Landbouwleerdicht van Vergilius en ethiek
Wat is écht belangrijk? Dat is de vraag die ik mijzelf stelde tijdens het schrijven van mijn scriptie over het landbouwleerdicht van Vergilius, de Georgica. De dichter laat in dit leerdicht zien hoe de mens zich tot de natuur verhoudt en hoe hij dit ervaart en onder ogen komt.
In het leerdicht komt naar voren hoe mensen op het platteland verschillen van de mensen in de stad. Stedelingen streven volgens hem niet naar de goede dingen. Ze zoeken roem, macht en genot. Het klinkt veroordelend, maar Vergilius houdt zijn lezers een spiegel voor en stelt hen de vraag wat ze nastreven. De landbouwer ziet Vergilius als het ideaaltype van de hardwerkende en nuchtere man die zijn plaats in de schepping kent.
Ook de Aeres Hogeschool vraagt studenten binnen het afsluitende vak ethiek wat zij écht belangrijk vinden. Ethische dilemma’s in de praktijk en normen en waarden komen bij dit vak ter sprake. Maar is het einde van de opleiding wel het juiste moment om na te denken over wat je als mens nastreeft? Wie die belangrijke vragen eerder stelt, laat studenten anders met het vergaren van kennis tijdens hun opleiding omgaan.
Ik vraag mij af of we als gehele sector niet een beetje bedrijfsblind zijn gewordenGoed doen of beter uitleggen?
Het niet zien van eigen fouten of negatieve patronen in de bedrijfsvoering heet 'bedrijfsblindheid'. Tijdens de opleiding word je er voor gewaarschuwd. Door kengetallen te analyseren en te beoordelen is dat deels te voorkomen. Toch vraag ik mij af of we er als gehele sector niet een beetje bedrijfsblind zijn geworden. We halen het kalf direct weg bij de koe; dat is het beste voor de gezondheid van koe en kalf, dat weet ik ook. Toch is het voor veel mensen van buitenaf een vreemde gewaarwording. Ik twijfel dan wel eens waar ik goed aan doe en ik vind het ook niet altijd zo gemakkelijk uit te leggen. Onszelf de vraag stellen hoe we vee houden en landbouw bedrijven is belangrijk. Het idee dat we als sector alleen maar beter uit moeten leggen hoe goed we het doen houd ik niet zo van. We moeten beter nadenken óf we het goed doen. Ik vind Tjeerd de Groot’ plan om de veestapel te halveren ook te rigoureus en ondoeltreffend. Toch moeten we, lijkt mij, met dergelijke mensen in gesprek kunnen gaan. Beter uitleggen en met de trekker naar Den Haag rijden helpen niet. Dat is letterlijk en figuurlijk een blokkade in het gesprek dat je moet voeren om samen tot een oplossing te komen.
Rentmeesterschap
Het visiedocument Ons IDee van de Aeres Hogeschool beschrijft volgens welke normen en waarden de hogeschool onderwijs verstrekt. Een document dat de lezer het gevoel geeft dat de mens centraal staat binnen de opleiding. Zelf heb ik dat ook mogen ervaren gedurende mijn studietijd. Veel docenten hebben hart voor de zaak en staan open voor persoonlijke vragen en gesprekken.
In het visiedocument komt de term rentmeesterschap aan de orde. Dit wordt uitgelegd als een gezonde balans tussen geven en nemen. Deze balans wil de hogeschool vinden tussen het levensdoel, levensbehoefte en de leefomgeving. Dat deze thema’s belangrijk voor hen zijn, blijkt wel uit het opnemen er van in ‘ons Idee’.
In het voorwoord is rentmeesterschap gekoppeld aan ondernemerschap. Dat voelt voor mij niet kloppend. Het gaat wat te snel. Ondernemerschap is op verschillende manieren te interpreteren en daar zit de crux.
Leidt de hogeschool studenten op tot agrarisch ondernemer of tot rentmeester?Bij het schrijven van het ondernemersplan wordt gekeken naar de mogelijkheden om grond aan te kopen, het bedrijf uit te breiden of de melkproductie ter verhogen. Meer verdienen is daarin het doel. Het zien van kansen is ook ondernemerschap maar heeft niet altijd direct een hogere winst als gevolg. Hoe ondernemerschap wordt geïnterpreteerd is dan ook van belang, ook voor de door mij gevolgde opleiding.
Duurzaamheid richt zich naar mijn idee op het gezond houden van de aarde en de leefomgeving. Rentmeesterschap gaat daarin verder. Daarin past ook de vraag over balans tussen geven en nemen, over of je het goede doet. Wat heb je als mens nodig om van te leven en hoe wil je leven? Het zijn wilsbesluiten die vragen om een morele benadering.
Van ondernemerschap naar rentmeesterschap
De positie van de boer in de maatschappij en de effecten van landbouw op de maatschappij en de omgeving vragen om meer kennis van ecologie. Een beter en eerlijker verhaal van de boer zullen uiteindelijk ook zorgen voor een beter inkomen. Het idee dat boeren alleen maar beter uit moeten leggen wat ze doen, houdt geen stand. We moeten beter nadenken over wat we doen en wat we nastreven. Zo'n denkproces begint bij uitstek op een hogeschool die boeren opleidt.
Om tot denken aan te zetten lijkt het mij een logische stap om de opleiding die ik volgde, van naam te veranderen. Agrarisch Ondernemerschap maakt dan plaats voor Agrarisch Rentmeesterschap. Moralistisch denken en het zoeken naar balans zouden zo een prominentere plaats krijgen binnen de opleiding dan nu. Het wordt dan de rode draad. Zo kan de Aeres Hogeschool te Dronten het verschil maken in de studenten die de opleiding aflevert.
Leidt de hogeschool studenten op tot agrarisch ondernemer of tot rentmeester? Aeres kan een verschil maken in de toekomst, willen ze dat?
Gedurende 4 maanden liep Chris stage bij Foodlog. Inmiddels zitten zijn studie en stage erop. Een passend moment om terug en vooruit te kijken. Hij is tevreden en ervan overtuigd de basiskennis in huis te hebben om het bedrijf van zijn ouders over te nemen. Maar sluit de opleiding aan bij de maatschappij en het verdienmodel dat we over 10 of 25 jaar zullen hebben? Reden om het er juist nu eens goed over te hebben.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#18 Ron, dank voor je bijdrage en uiteenzetting. Goed om dat ook hier te doen.
De vraag of ik ook voor de opleiding had gekozen als de opleiding Agrarisch Rentmeesterschap had geweest is een terechte vraag. Ik denk het wel maar daarbij heb ik ook het idee te moeten zeggen dat er in 3 jaar (en met name het laatste jaar) veel is verandert.
Ik ben in Dronten gaan studeren omdat ik veel positieve verhalen hoorde over de opleidingen en omdat het mij zou voorbereiden op het overnemen van het melkveebedrijf. De praktische en zeker financiële kennis trokken mij hierin. Toen ik aan de opleiding begon zat de afschaffing van het melkquotum nog vers in het geheugen. Logisch(er) dat de opleiding zich er toen op richtte om dat te benutten en vooral te kijken naar groeimogelijkheden.
Nu hebben we de stikstofcrisis en andere maatschappelijke druk die de landbouw in een ander daglicht plaatsen. Juist daarom denk ik dat dit het moment is om de koers daarop te richten. Dat vraagt ook om een passende opleiding. Agrarisch Rentmeesterschap is daarom vandaag urgenter dan toen...
Ook daarom goed om te horen dat ecologische basisprincipes onderdeel van de opleiding uit te laten maken.
Hogescholen leiden niet op tot ondernemerschap. Tenminste dat hoop ik van niet. Ik hoop dat een hogeschool -ook een agrarische- een set aan kennis (vooral dat!) en vaardigheden meegeeft waardoor jong talent een mooie start kan maken. Ondanks mijn polderachtergrond (ik heb in Dronten zelfs een paar jaar middelbare schooltijd doorgebracht), ken ik Aeres niet.
Ik heb wel een sterke mening over ondernemerschap (een opinie ontwikkelt in de laatste 25 jaar zou ik moeten zeggen). Eerst maar een persoonlijke toelichting: ook ik ben jaren lang op zoek geweest naar 'de blueprint voor de toekomst', wat is nodig, wat gaat in de toekomst nodig zijn. En hoe kan je purpose geven aan het leven. Zelf weet ik wat meer dan 25 jaar geleden, maar ik weet vooral dat je nooit alles ooit zult weten.
Ondernemerschap gaat over 'richting leven van je eigen leven', het gaat over 'iets opbouwen of uitbouwen waar je trots op kunt zijn'. Als je het goed doet, dan kan je er ook een 'gezinsinkomen uit halen'. Doe je het super, dan werkt je ook aan betekenis en heb je de mogelijkheid om ander jong talent te kunnen vormen en te inspireren..
Zelf heb ik helemaal niks met agrarisch ondernemer vs natuurlijk rentmeesterschap (niet met de woorden, niet met het beeld erachter). Ik denk dat beide zelfs niet bestaan omdat er een gekke tegenstelling in zit. De meeste boeren zijn eigenlijk geen ondernemer, wel hebben ze een way-of-living waar ze zich fijn bij voelen. En een beetje 'goed doen' voor zijn of haar omgeving, nu en in de toekomst:
"Al draagt een aap een gouden ring het is en blijft een lelijk ding".
Wat ik bedoel, met mooie teksten en fijne woorden kom je er niet.
De kernvraag is vrijwel altijd: "Wat ga je doen." Althans, dat is mijn bescheiden opinie.
Wat ik wel sterk heb ervaren? Diversiteit is van groot belang. Laat je door verschillende mensen uit verschillende achtergronden vormen. Pas vooral op alleen met de eigen achterban om te gaan. De wereld is complex, brede kennis is het handvat voor een fraaie toekomst. Leer vooral elke dag.
Dag Chris, dank voor je bijdrage en je vraag. Waardevol om je visie te horen waaruit ook je betrokkenheid blijkt bij de sector en bij de opleiding. Goed ook om te horen dat je blij bent met de opleiding als geheel en dat je je goed voorbereid voelt om het thuisbedrijf de volgende generatie in te brengen.
Het is verleidelijk om veel te vertellen over onze opleiding, maar dat is hier niet de plek. Wat ik wil zeggen is dat de opleiding geen vaste route is met voor elke student dezelfde uitkomst. De uitdaging van de opleiding is om een redelijk vast (want organiseerbaar en betaalbaar) programma te organiseren met tegelijk voldoende ruimte voor eigen keuzes. In de klas die samen met jou afstudeerde is een hele grote diversiteit te zien, met name ontstaan door de keuzes in het vierde jaar. Dit is een bewijs dat die ruimte er is, de ruimte die jij bijvoorbeeld zocht bij een partner universiteit in Schotland. De ene student verdiept zich in fokkerij of voeding, een ander in ecologie en teksten van Vergilius (die laatste interesse is wat zeldzamer).
De studenten komen ook heel verschillend uit de opleiding door de verschillen in startpositie. Wat heb je als student van thuis meegekregen, hoe heb je je persoonlijk ontwikkeld, welke mensen ben je mee in contact? Maar ook heel sterk: hoe wordt er thuis gesproken over landbouw, toekomst, de maatschappij, over het leven. Dit geeft grote verschillen in mentale denkruimte. De studietijd is een tijd van loskomen van de visies van thuis en van het maken van je eigen visie. De ene student kan dit makkelijker dan de ander, de sfeer thuis is hierin sterk bepalend.
Moreel leiderschap noem je ook, je beschrijft daarin het belang van het vak beroepsethiek dat de student bevraagt op de persoonlijke motivatie, de drijfveren achter keuzes. Dat dit zoveel ruimte krijgt is een van de redenen waarom ik graag bij Aeres Hogeschool werk. Want iedere afgestudeerde geeft op de eigen manier vorm aan de toekomst. Daarom is het zo belangrijk om de drijfveren helder te hebben in wat je persoonlijk nastreeft. We geven dit gelukkig de hele studie door aandacht, maar dan meer tussen de regels door. Zo weet ik van een les in het tweede jaar waar expliciet het gebrek aan zelfreinigend vermogen van de veehouderijsector benoemd wordt. Allemaal kleine bijdragen die maken dat beroepsethiek aan het eind van de studie een goede plek is om de balans voor jezelf op te maken.
Dan je concrete vraag: ondernemerschap of rentmeester? Nog los van de associatie met het (mooie) beroep van rentmeester is het goed om in beeld te houden is dat we er nu over spreken als mensen aan deze kant van een diploma. De studenten die het nog gaan kiezen kijken met een andere bril. Een gedachte-experiment zou kunnen zijn: had jij toen gekozen voor deze opleiding als de titel was geweest: agrarisch rentmeesterschap?
Ik verwacht dus niet dat de titel volgend jaar anders wordt . Wel nemen we je oproep ter harte om de basis ecologische principes in het onderwijs in te brengen. De boer die in de natuur werkt in plaats van de natuur die om de boerderij heen zit. Bij het voorstellen van nieuwe collega’s begin deze week hoorde ik meerdere keren het woord natuur en biodiversiteit als professionele achtergrond. Dit is dus precies de kant op die jij wijst. Met de cursus Natuurboeren en de nieuwe minor Ondernemen met Natuur zijn al goede stappen gezet.
Waar we in Dronten aan bij willen dragen is een toekomst met een grote boerendiversiteit in een levendig en divers platteland. Jouw gedrevenheid Chris en met jou die van collega studenten geeft vertrouwen dat jullie als agrarisch ondernemer het bedrijf ontwikkelen in een goede en duurzame balans met de natuurlijke en sociale omgeving. In 2030 kom ik graag bij je langs om te zien hoe het gaat en nog eens een citaat van Vergilius van je te horen.
In de jaren '80 afgestudeerd aan de HAS waar ik op bedrijfskundig gebied veel geleerd heb van de lessen bedrijfseconomie. Later een vervolgstudie bedrijfskunde gedaan waar ik juist veel geleerd heb van het onderdeel strategisch management. Bij bedrijfseconomie gaat het vaak om het optimaliseren van het bestaande bedrijfsmodel. Bij strategisch management gaat het juist meer om het analyseren en vertalen van allerlei ontwikkelingen naar je eigen situatie en bedrijfsstrategie. Dit dwingt je ook om als (toekomstig) ondernemer na te denken over maatschappelijke ontwikkelingen zoals een algemene kritischere houding van buiten de agrarische wereld tegenover zaken zoals mest, dierenwelzijn en gewasbeschermingsmiddelen. Daar moet je als bedrijf strategisch wat mee en biedt soms als je het niet alleen als bedreiging ziet ook kansen voor ondernemerschap. Als ik je verhaal lees dan is er op de HAS, net als in mijn tijd, wat te weinig aandacht voor dit soort vraagstukken. Ecologie (en ook ethiek) is in mijn ogen niet als vak een soort los onderdeel binnen een opleiding als bedrijfskunde of agrarisch ondernemerschap. Het gaat juist in de landbouw om een goed bedrijf te runnen waar goed rekening wordt gehouden met ontwikkelingen die ecologie raken. Dat hoeft echt niet direct een biologisch bedrijf te betekenen. Maar voorkomt misschien dat je voor een op het eerste oog een bedrijfseconomisch geoptimaliseerd bedrijf kiest dat snel in problemen komt dat als een maatschappelijke druk om minder mest, meer dierenwelzijn, minder gewasbeschermingsmiddelen e.d. leidt tot bijvoorbeeld overheidsmaatregelen met veel impact op het bedrijfsresultaat.
Heel goed verhaal Chris! Je schrijft terecht dat kennis van ecologie én moreel leiderschap nodig is, waarbij je moreel leiderschap verbindt aan de term rentmeesterschap. In het visiedocument van de Aeres Hogeschool komt de term rentmeesterschap aan de orde, maar het vak ethiek wordt pas aan het eind van de opleiding gegeven, schrijf je. Rentmeesterschap is één van de mogelijke grondhoudingen naar de natuur en het zou inderdaad logischer zijn om grondhoudingen aan het begin van de studie te bespreken.
Ook in het partijprogramma van het CDA, vanouds een partij die boerenbelangen behartigt, staat het begrip ‘beheerder’ of ‘rentmeesterschap’ centraal. In de praktijk echter handelen de meeste CDA-stemmende boeren niet overeenkomstig deze grondhouding naar de natuur, anders zaten we nu niet - of althans in veel mindere mate - met de huidige problemen opgescheept. Blijkbaar hebben zij deze grondhouding niet daadwerkelijk geïnternaliseerd.
De eco-filosoof Wim Zweers onderscheidt in zijn boek uit 1995 'Participeren aan de natuur. Ontwerp voor een ecologisering van het wereldbeeld' zes verschillende grondhoudingen: de almachtige heerser over de natuur, de verlichte heerser, de beheerder van de natuur (rentmeesterschap), de partner van de natuur, de participant aan de natuur, en eenheid met de natuur. Ik denk dat gezonde agro-ecosystemen op zijn minst een partnerhouding naar de natuur vereisen van boeren, oftewel een samenwerken met de natuur. Voor consumenten komt de grondhouding van ‘partner van de natuur’ niet overeen met bijvoorbeeld het kopen van ‘kiloknallers’.
Onze visie op de grenzen van de planeet wordt hoofdzakelijk bepaald door onze grondhouding naar de natuur. Daarom dienen we deze grondoorzaak aan te pakken, die nu eenmaal niet technologisch van aard is. In plaats van ‘meer van hetzelfde’, vaak resulterend in technologische symptoombestrijding, is meer aandacht voor het ‘ondergrondse worstelstelsel’ van grondhoudingen naar de natuur gewenst. De huidige N crisis laat zien dat het onvermijdelijke onderlinge gesteggel over cijfers tussen verschillende belanghebbenden ons niet verder brengt.
Alleen kennisnemen van meer ecologisch en maatschappelijk verantwoorde grondhoudingen is echter niet afdoende. Ze moeten ook daadwerkelijk geïnternaliseerd worden om effect te hebben, om in gedragsveranderingen te resulteren. Deze internalisatie vereist vooral proactief werken aan verandering van grondhoudingen (bijvoorbeeld door middel van wandelingen in de natuur of intensieve gesprekken aangaan met boeren die al langer meer ecologisch en maatschappelijk verantwoord werken).
Je vraagt: ‘Leidt de hogeschool studenten op tot agrarisch ondernemer of tot rentmeester?’. Ik denk dat het geen kwestie is van of/of, maar van en/en. Een grondhouding van partner of participant én een ondernemershouding kunnen samengaan. In deze context kan ik het boek van Fons van der Velden (ED.) ‘Towards a fair and just economy. Social business as a transformational approach’ (2018, LM Publishers) aanraden.
Dank voor je belangwekkende bijdrage.