Dat schrijft Boerderij. Royal Friesland Campina, verreweg de grootse boerencoöperatie van Nederland, wil dat boeren minder gaan melken. Leden van FrieslandCampina lijken hun coöperatie begin volgend jaar weer heel veel meer melk willen leveren. Dat blijkt uit een enquête die door ruim 4.000 leden is ingevuld. De coöperatie wil deze melkvloed niet afwachten, zegt het boerenbestuur van de coöperatie in een brief aan de leden. Daarin legt het de boeren uit dat nu al remmen in het belang van zowel de leden zelf als hun zuivelonderneming is. Overaanbod zorgt voor slechte prijzen en niet toegestane milieudruk. Nederland zit aan zijn grenzen voor wat betreft de productie van melk en zal moeten proberen geld te verdienen aan producten en grondstoffen met meerwaarde. Daarom wil FrieslandCampina meer koeien met weidegang. Dat zou hun melk waardevoller maken.

De boeren willen niet aan minder melk of geringere groeiplannen. Dat komt niet omdat ze dom of koppig zijn, maar omdat ze fors geïnvesteerd hebben en hun geld terug willen kunnen verdienen. Kunnen ze dat niet, dan verliezen ze vermogen. De banken zitten ermee omdat ze door hun financieringsbeleid hebben gezorgd voor de overcapaciteit waar de boeren mee zitten. Foodlog berekende eerder dat er vermoedelijk voor een miljard euro aan waardeloos geworden productiecapaciteit moet worden afgeschreven. Dat geld is de onderliggende factor in de discussie en machtsstrijd tussen de leden en het bestuur van FrieslandCampina. Iemand moet er namelijk voor opdraaien. Er zijn drie kandidaten: de boer, de bank of de coöperatie. De overheid speelt geen rol in dit spel. Overheden mogen van de EU geen staatssteun geven aan ondernemers als compensatie voor verkeerde investeringen.

Op dit moment verdienen de boeren de gedane investeringen nog terug door hun koeien, waarvan ze er een fors aantal hebben ingeleverd, meer melk te laten geven. Die oplossing dwarsboomt FrieslandCampina.

Naschrift: om 18:00 uur vanavond waarschuwde ook het ministerie de boeren. Ze moeten hun productie inperken of zullen er voor boeten, zegt waarnemend minister Henk Kamp.
Dit artikel afdrukken