Het kwam bij de haringtest van het Algemeen Dagblad al ter sprake. Als een visboer merkt dat de krant zijn haringen wil beoordelen, kan hij medewerking weigeren. Het komt hem dan op een zuur stukje in de krant te staan. Dat vreest in elk geval ook de Groningse Grietje Kooistra die niet mee wil doen aan de AD-oliebollentest. Zij beet alvast lekker terug.
"Grietje Kooistra (60) van de oliebollenkraam op het Overwinningsplein in Groningen vindt de AD-smaaktest zo’n smeerlapperij dat ze haar bollen heeft teruggehaald", schrijft het Dagblad van het Noorden. De oliebollenbakster werd door een collega ingeseind dat de AD-keurmeester op pad was. Toen ze de keurmeester herkende liep ze naar zijn auto toe, gaf een tik op het raam en haalde haar oliebollen terug.
Grietje heeft het niet zo op de jaarlijkse oliebollentest van het Algemeen Dagblad. "Het gaat er niet om dat ze onze oliebollen niet lekker vinden. Dat kan. Het gaat om de teksten die ze erbij schrijven. Die zijn verschrikkelijk." Als voorbeeld citeert het Dagblad van het Noorden de beoordeling die een Groningse collega-oliebollenbakker vorig jaar kreeg: "Vettig aanvoelend bolletje, prima geschikt om een fietsketting mee te smeren. Dit moet je niet willen eten. De korst is knagen op een stuk scheepstouw. Waar is het teiltje?". De Groningse oliebollenbakkers hebben meer grieven. Ze vinden de test "oneerlijk" omdat bakkers te horen krijgen wanneer het AD langskomt. En 'noorderlingen' houden nu eenmaal van andere oliebollen: "In het westen eten ze liever zware bollen. Groningers houden van luchtige oliebollen. Het is een kwestie van smaak.” Toch doen ze mee. Want, zegt Mariëlle Smook, die vorig jaar een 1,5 scoorde, "Wie weet wat ze schrijven als je ze weigert."
Hoofdredacteur Hans Nijenhuis geeft toe dat de teksten van vorige edities een soms wel erg negatieve toon hadden. Voor de 25e (jubileum)editie van de Oliebollentest, waarvoor dit jaar maar liefst 250 kramen bezocht worden, zal het er anders aan toe gaan. "Het gaat om het vinden van de beste oliebol, niet de slechtste.”
Of de 'ik-bijt-terug'-actie van Grietje is ingegeven door de berichten over de Haringtest van het AD, weten we natuurlijk niet zeker. Maar onwaarschijnlijk is het niet.
Dit artikel afdrukken
Grietje heeft het niet zo op de jaarlijkse oliebollentest van het Algemeen Dagblad. "Het gaat er niet om dat ze onze oliebollen niet lekker vinden. Dat kan. Het gaat om de teksten die ze erbij schrijven. Die zijn verschrikkelijk." Als voorbeeld citeert het Dagblad van het Noorden de beoordeling die een Groningse collega-oliebollenbakker vorig jaar kreeg: "Vettig aanvoelend bolletje, prima geschikt om een fietsketting mee te smeren. Dit moet je niet willen eten. De korst is knagen op een stuk scheepstouw. Waar is het teiltje?". De Groningse oliebollenbakkers hebben meer grieven. Ze vinden de test "oneerlijk" omdat bakkers te horen krijgen wanneer het AD langskomt. En 'noorderlingen' houden nu eenmaal van andere oliebollen: "In het westen eten ze liever zware bollen. Groningers houden van luchtige oliebollen. Het is een kwestie van smaak.” Toch doen ze mee. Want, zegt Mariëlle Smook, die vorig jaar een 1,5 scoorde, "Wie weet wat ze schrijven als je ze weigert."
Hoofdredacteur Hans Nijenhuis geeft toe dat de teksten van vorige edities een soms wel erg negatieve toon hadden. Voor de 25e (jubileum)editie van de Oliebollentest, waarvoor dit jaar maar liefst 250 kramen bezocht worden, zal het er anders aan toe gaan. "Het gaat om het vinden van de beste oliebol, niet de slechtste.”
Of de 'ik-bijt-terug'-actie van Grietje is ingegeven door de berichten over de Haringtest van het AD, weten we natuurlijk niet zeker. Maar onwaarschijnlijk is het niet.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#5 Astrid,
In de supermarkt heb ik nog nooit iets van oliebollen, appelflappen of appelbeignets gekocht.
Hier in het dorp komt de muziekvereniging altijd langs. Eerder met zelfgebakken oliebollen (keuze tussen met of zonder rozijnen/krenten), maar sinds een jaar of 2 halen ze die bij de warme bakker.
Op verzoek van mijn echtgenoot koop ik dan altijd een zak oliebollen, maar omdat het daar altijd bij blijft kan hij niet vergelijken.
"In het westen eten ze liever zware bollen. Groningers houden van luchtige oliebollen. Het is een kwestie van smaak."
Dit is wel een rare opmerking. Ook deze westerling prefereert luchtige oliebollen. Ik zou eerlijk gezegd niemand weten die 'zware bollen' wil. Ik woon op vijf minuten lopen van de bij AD altijd hoog scorende kraam van Richard Visser en zijn oliebollen blinken uit in luchtigheid.
Ja dat zei je wel al min of meer, maar ik bedoelde er meer mee te zeggen dat heel veel, teveel mensen, het tegenwoordig appelflappen noemen, maar ze zijn het niet. Als ik in een bakkerij zou werken en die beignets zijn weer te koop en men besteld appelflappen, dan zou ik die ook geven........"nee ik bedoel die"......."maar mevrouw, dat zijn geen flappen"......Volgens mij heb ik het zelfs al in de reclamefolders en op de schappen/manden waarin ze uitegstald liggen elk jaar zien staan.
Die je in de winkel kan kopen zijn niet eens lekker, dat is bladerdeeg met stukjes appel erin gefrituurd, veel te veel kaneel, gewoon scherp smaken ze daardoor en dan suiker erbovenop. Alleen bij de kramen koop je nog echte volgens mij, maar die zijn mij veeeeeeeeeeeeeeeels te duur.
#3 Astrid,
Dat het geen appelflappen waren dat weet ik, maar dat maakte ze niet minder lekker...
Ja, die appelbeignets gingen erin als koek, appelflappen zijn die gesuikerde bladerdeeg gevallen(driehoeken). Was mijn vader de oliebolllen aan het doen en mijn moeder 2 kilo goudreinetten schillen en op een schaal met op elke laag kaneel en suiker. Maar tegenwoordig vind ik een gebakje of zelfs plak cake net zo lekker op zo'n avond, ik kook zelfs gewoon normaal, maak er niks bijzonders van, we zijn toch maar met zijn 2 en dan vanaf 12 uur aan het aftellen of we al naar bed kunnen, ofwel of de herrie al wat minder wordt zodat we kunnen slapen