We vroegen gedragswetenschapper dr. Ynte van Dam, universitair docent aan de WUR, zijn indruk te geven van het optreden van Ridley. 'Candide ontmoet Strangelove', vat hij het samen.
'Een schonere, groenere planeet'
In grote lijnen zegt Lord Ridley:
A. De meeste mensen geloven dat de extreme armoede in de wereld de laatste decennia is verdubbeld, terwijl in feite de extreme armoede juist is gehalveerd. Kindersterfte is teruggedrongen, en wereldwijd gaat de levensstandaard omhoog. Sociaal gaat het goed met de wereld. Berichten over toenemende ongelijkheid in de wereld zijn eenvoudigweg niet waar: Mensen in ontwikkelingslanden worden steeds makkelijker rijk. Pessimisme is echter een sterkere emotie dan optimisme, en daarom geloven we slecht nieuws eerder dan goed nieuws.
De zaal werd het dominante sociale paradigma van de Verlichting verkocht. Mensen zijn de meest succesvolle levensvorm en vindingrijk genoeg om alle denkbare en ondenkbare problemen op te lossen. De aarde verschaft de mens onbeperkt wat nodig is en kan best tegen een stootjeB. De jaren 70 van de vorige eeuw werden gekenmerkt door angsten over de nabije toekomst die zwaar overdreven of domweg fout waren. Er is een goede reden optimistisch te zijn, want optimisme motiveert meer dan pessimisme. Bovendien is er bij de huidige toestand in de wereld geen reden voor pessimisme:
1. De luchtkwaliteit in het Verenigd Koninkrijk is verbeterd
2. Het aantal rampen met olielekkages is gedaald
3. De groei van de wereldbevolking neemt af, dus totale wereldbevolking zal zich stabiliseren
4. De landbouw heeft steeds minder land nodig voor gelijke of groeiende opbrengsten
- Grotendeels dankzij agrochemie, in mindere mate door GM
- Kassen en andere vormen van ‘indoor’ landbouw
5. Dit maakt land vrij voor andere bestemmingen, zoals natuurontwikkeling
6. Ontbossing in ontwikkelingslanden is een probleem, vooral vanwege inheemsen die brandhout verzamelen (en bedrijven met hun belangen), maar herbebossing in de Westerse landen toont aan dat economische groei uiteindelijk het milieu ten goede komt
7. Er zal nooit een tekort zijn aan niet-hernieuwbare grondstoffen, blijkens de weddenschap tussen Ehrlich en Simon. Hernieuwbare grondstoffen leiden echter constant tot tekorten.
8. Water wordt vooral verspild in de landbouw, maar niet grondgebonden landbouw en/of correcte prijssignalen zorgen voor minder waterverbruik
9. Verlies aan biodiversiteit is direct gerelateerd aan welvaart: in de rijke landen komen meer wolven, in de arme landen minder leeuwen, en tijgers blijven stabiel in de landen met een midden-inkomen.
C. Al met al is de wereld er niet half zo slecht aan toe als in de jaren zeventig werd voorspeld. Er is geen, en er was nooit, reden voor pessimisme of doemdenken. Zelfs het uitsterven van soorten wordt vooral veroorzaakt door invasieve exoten (bijvoorbeeld ratten of muggen) en niet door klimaatverandering. En daarnaast evolueren er ook nieuwe soorten dankzij de mens, zoals de appelvlieg in USA en de Italiaanse mus in Europa. GM kan mogelijk gebruikt worden om soorten te beschermen, aangezien de Hawaii suikervogel door malariamuggen bedreigd wordt en aangezien denguemuggen in Brazilië dankzij Genetische Modificatie onder controle gebracht zijn. Zuid Georgia (zuidelijke Sandwich-eilanden) is en prachtig voorbeeld hoe de fauna herstelt wanneer deze beschermd wordt, en we kunnen zelfs dromen van het herintroduceren van uitgestorven soorten.
D. Klimaatverandering is een realiteit en tenminste gedeeltelijk door de mens veroorzaakt, maar klimaatverandering gaat langzamer dan voorspeld. De economische schade in %BNP neemt af, en het aantal weer-gerelateede doden neemt af. Het aantal cyclonen lijkt toe te nemen, maar de energie van cyclonen fluctueert over langjarige cycli zonder een stijgende trend. Klimaatverandering is reëel, maar niet noodzakelijk dodelijk voor de mensheid. Veel aannames over klimaatverandering zijn gebaseerd op een dramatische toename van het gebruik van steenkool, en het is twijfelachtig of steenkool het voorspelde aandeel in fossiele brandstof gaat halen. Het is waarschijnlijker dat er meer gas en minder steenkool verstookt gaat worden.
E. Hernieuwbare energie is domweg niet haalbaar omdat windmolens of zonnepanelen veel te veel landoppervlak eisen. Biobrandstof verdringt voedsel en is slecht. Hout zou een continent aan bos vereisen, en mensen sterven aan het stoken en koken op hout binnenshuis. Fossiele brandstof kost weinig grond, spaart de natuur, en stoot CO2 uit – maar CO2 laat planten groeien. De planeet wordt steeds groener, en 70% hiervan komt door CO2.
Kortom, het gaat goed met de wereld en het zal beter gaan. Pessimisme is onnodig en slecht want dat verlamt mensen. Wat wij nodig hebben is wetenschappelijk optimisme.
Het gehoor kreeg de conclusie voorgespiegeld dat doemscenario’s onzin zijn die de vooruitgang van wetenschap en technologie belemmerenCandide ontmoet Strangelove
Tot zover Ridley, sprekend op eigen gezag vanaf het podium van de WUR. Ik zag er een ontmoeting in tussen Voltaire's karakter Candide en Kubrick's Dr. Strangelove.
Ridley's opening van het Wageningse academisch jaar trakteerde het publiek op een razendsnelle aaneenschakeling van zorgvuldig aaneengeregen feiten, gelardeerd met kwinkslagen. De spreker toonde zich een zeer ervaren, in een zorgvuldig shabby maatpak geklede, verkoper.
Kwinkslagen omdat gelach in de zaal het publiek op zijn gemak stelt. Feitjes zodat het publiek blijft geloven dat er contact met de werkelijkheid is. En de snelheid van een rollercoaster zodat het publiek continu moet kiezen tussen het verhaal volgen of zelf nadenken. Diegenen die kritisch luisteren missen de helft van het verhaal: de enige manier om het verhaal mee te krijgen is het onnadenkend over je heen laten komen. Elk van de feitjes klopt namelijk wel: het is de interpretatie waarmee ze aan elkaar geregen worden die ter discussie kan staan, maar alleen als het publiek tijd voor reflectie heeft.
De zaal werd het dominante sociale paradigma van de Verlichting verkocht. Mensen zijn de meest succesvolle levensvorm en vindingrijk genoeg om alle denkbare en ondenkbare problemen op te lossen. De aarde verschaft de mens onbeperkt wat nodig is en kan best tegen een stootje. Wetenschap en technologie hebben tot fantastische vooruitgang geleid en zijn daarom de beste wetenschap en technologie, want ‘tous les événements sont enchaînés dans le meilleur des mondes possibles’ ('alles beweegt zich naar de beste van alle mogelijke werelden)'. Die woorden hoort Candide een wijze oude heer zeggen. In gewoon Nederlands: 'Hoor mij en vertrouw mij. Technologie, bedrijfseconomie en wetenschap hebben de wereld gered en zullen de wereld redden.'
Op een aantal punten is de toestand van de wereld inderdaad lang niet zo dramatisch slecht als in de meest negatieve scenario’s uit de jaren zeventig van de vorige eeuw voorspeld werd. Een kritische interpretatie zou kunnen zijn dat het vroegtijdig onderkennen van een naderende crisis leidt tot een ongekende investering in wetenschap en technologie om die crisis af te wenden.
Drie jonge academici brachten een weerwoord. Een ander perspectief op het thema ‘optimisme’ leidt tot een heel andere benadering. Ze maakten subtiel duidelijk dat fundamenteel onderzoek tot meer revolutionaire toepassingen leidt dan toegepast onderzoekHet gehoor kreeg echter de conclusie voorgespiegeld dat doemscenario’s onzin zijn die de vooruitgang van wetenschap en technologie belemmeren. Uiteraard kwam hierbij een aantal verplichte nummers voorbij. De Ehrlich-Simon weddenschap werd breed uitgemeten om aan te tonen dat bedrijfseconomen de wereld beter begrijpen dan biologen. Planten binden CO2, dus meer CO2 emissies leiden tot meer plantengroei en grotere oogsten. En de fauna op South-Georgia toont aan dat het goed gaat met de natuur en Antarctica. En de toename van het aantal miljardairs in ontwikkelingslanden laat zien dat de economische ongelijkheid afneemt in de wereld.
Meer of minder intellectuele vrijheid
Drie jonge academici brachten een weerwoord. Een ander perspectief op het thema ‘optimisme’ leidt tot een heel andere benadering. Ze maakten subtiel drie dingen duidelijk. Fundamenteel onderzoek leidt tot meer revolutionaire toepassingen dan toegepast onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek vanuit een visie op doelen en wat we daarom willen weten kan de vicieuze cirkel doorbreken waarin de lapmiddelen van morgen de lapmiddelen van vandaag moeten corrigeren. En tot slot: als je behoudend bent, behoud dan cruciale ecosystemen en kijk veel progressiever naar sociaal-economische systemen. Als wetenschap zo kan functioneren, krijgen we meer intellectuele vrijheid om kritisch te kijken naar de lange termijn gevolgen van onze korte termijn keuzes. Het is het verschil tussen wetenschap die vanuit nieuwe doelen denkt en wetenschap die haar competenties inzet om de status quo te behouden.
De keuze van mijn universiteit om die wezenlijke discussie aan te zwengelen via een open podium voor behoudend neoliberalisme, heeft me verrast. Het is ironisch om te zien hoe die manier van denken het relatieve succes van de milieu- en duurzaamheidsmaatregelen van de afgelopen 40 jaar kan inzetten om de keuze voor een vernieuwende, samenhangende logica van verduurzamende maatregelen - een andere 'mogelijke wereld', om met Candide te spreken - onder tafel te poetsen. Met succes; de zaal was enthousiast en er waren kritische geluiden. De toon voor een goed gesprek is gezet.
Ben op de @WUR voor opening collegejaar, één van de sprekers is Matt Ridley, zijn visie op het klimaat wordt niet door iedereen gedeeld pic.twitter.com/DcTLdPqu2d
— Martijn vander Zande (@vanderzande) September 4, 2017
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Uitstekend verslag. Dank Ynte. En natuurlijk gaat het weer om houden wat je hebt en dat voor een kleinere groep proberen te vermeederen. Moet je wel over wat verplichte nummers beschikken om de boel een beetje te sussen. Of doe je wat stappen verder. Dit heeft weinig met optimisme of pessimisme te maken. Wel met een positief perspectief. Geef mij die jonge academici maar.
Ynte's tekst treft me als bijzonder. Ik probeer het bondig te zeggen: opeens moet een ecomodernist zeggen of hij nieuwe doelen stelt of de status quo zolang mogelijk wil volhouden.
Ik heb die indruk al langer: er zijn twee soorten ecomodernisten. En dat betekent dat er dus drie smaken in 'groen doen' zijn die we helder kunnen onderscheiden:
- ecomodernisten type Ridley: conservatief (behoud bestaande welvaart en het economische groeimodel van na WO II omzetgericht verder uitponden)
- ecoconservationisten type Greenpeace: conservatief (donkergroene natuurbeschermers die het primair om de natuur te doen is)
- ecomodernisten type ?? (er is nog geen archetypische naam voor; misschien de Wageningse professor Ken Giller?): progressief (nieuwe balans tussen menselijke belangen en natuurlijke mogelijkheden waarin welvaartsconservatisme en ononderhandelbaar ecoconservationisme dingen uit het verleden zijn
Dat is een interessant resultaat van zo'n academische opening.
Dick, hoezo: "status quo behouden"? Ik geloof niet dat er enig moment in de wereldgeschiedenis is geweest waarin veranderingen en verbeteringen zich sneller voltrekken dan nu het geval is. Verder schrijf je over een "nieuwe balans tussen menselijke belangen en natuurlijke mogelijkheden". Kun je misschien voorbeelden geven van culturen of samenlevingen die op enig moment deze ideale balans hadden gevonden?
Dat is een interessante vraag Enno. Het is een politieke kwestie:
- er zijn mensen die denken dat we ons bestaan op aarde beter vanuit een samenhangend beeld kunnen vormgeven (progressieven: ze hebben een beeld van een doel waar ze heen ('pro') willen lopen ('gressief').
- er zijn mensen die denken dat je beter vanuit de (zelfs heel kleine) onderdelen kunt werken omdat het geheel veel te onzeker en groot is (neoliberalen als ze zeggen: zo vrij mogelijk; liberalen als ze zeggen: maar wel vanuit publieke waarden die ook via regelgeving geborgd wordt)
- er zijn mensen die denken dat je alles maar het beste kunt laten zoals het is omdat je anders teveel overhoopt haalt: conservationisten.
Helpt het een beetje als ik het zo uit elkaar trek? Daarmee zeg ik dus ook: iedere pleidooi voor de manier waarop we science inzetten is naar zijn aard politiek. Het heeft niets te maken met wie gelijk heeft, maar alles met wat we willen en hoe we denken.
Er is nog een groep mensen die ik onbenoemd liet: de mensen die net doen alsof dat niet zo is. Sociale wetenschappers moeten daar altijd een beetje om glimlachen, maar dat kunnen ze beter niet doen: het is de kern van het debat dat Ynte hier eigenlijk neerzet en dat het bestuur van de WUR dus ook zo goed heeft opgezet - op het scherpst van de snede.
NB: met 'status quo' bedoelde ik onze politiek-economische opvatting. Die bevindt zich in praktische zin dominant in gedachtenstreepje 2, versie neoliberaal. De versie liberaal is overigens heel anders: die zorgde onder meer voor de Kinderwet van Van Houten in Nederland en heeft zorgende (vanuit een doel en opvattingen over waarden denkende) progressieve kanten.
Woensdag schreef Louise Fresco, bestuursvoorzitter van de WUR, in haar NRC-column over optimisme en pessimisme.
Slotparagraaf: Pessimisme is ten diepste moralistisch, optimisme is inherent technocratisch. De pessimist heeft gelijk met een deel van zijn zorgen, net als de optimist met zijn vertrouwen in vooruitgang. Maar beiden overschatten hun oordeelsvermogen: de pessimist ziet te veel gevaren, de optimist denkt te makkelijk over oplossingen. De pessimist wil een maatschappij waarin elk risico is uitgebannen, de optimist noemt risico’s kansen en denkt dat negatieve neveneffecten te overkomen zijn. De mens heeft altijd gebalanceerd tussen angst en vernieuwing. Angst alleen werkt verlammend, maar blinde vernieuwing leidt tot chaos. Mensen, partijen, instellingen zelfs landen zijn in te delen langs de as optimist – pessimist. Een dialoog is dringend gewenst: wat zijn reële gevaren, wat zijn haalbare oplossingen? Het lijkt de kabinetsformatie wel.
Interessante vraag: is progressief ecomodernisme nou optimistisch (technocratisch) of pessimistisch (moralistisch)? Of misschien wel allebei en dus - net als bij de formatie - misschien wel de juiste basis voor een kritisch en creatief bestuur van de toekomst?
Nog iets aardigs dat deze week in het nieuws kwam. Zoon Pieter Duisenberg (VVD) van vader ex-minister van financiën Wim Duisenberg (PvdA) is wat de universiteit van Amsterdam betreft ongewenst als voorzitter van de VNSU, de koepel van universiteiten. Reden: hij zou universiteiten zien als 'geldfabriekjes'. Wetenschap als business model dus. Als het waar is, is het een vorm van technocratisch optimisme - in de woorden van Fresco - en schakelt hij vanuit een belangrijke positie het moraliserende pessimisme teveel uit.
Daar geldt dus de vraag: als een dialoog nodig is en de kritiek op hem klopt, is hij dan de geschikte man?
Duisenberg vertelt dat hij ná zijn benoeming in gesprek gaat met zijn critici.