Wakker Dier protesteert tegen sterfte onder zojuist uitgekomen slachtkuikens. De dieren worden uitgebroed in machines, een soort couveuses in de vorm van rolcontainers waarbinnen temperatuur en vochtigheidsgraad nauwkeurig gereld wordt. De overheid vindt dat ze pas na 60 uur eten nodig hebben. Door de kuikens direct te voeden, beperk je niet alleen de 'uitval' maar worden de dieren ook sterker, groeien ze sneller naar hun slachtgewicht en worden ze minder snel ziek.
Wakker Dier constateert terecht dat verreweg het grootste deel van de kuikens dat uitkomt in Nederlandse broederijen daar geen eten of drinken krijgt. Dat krijgen ze pas nadat ze in de stal aankomen waar ze worden afgemest tot slachtkip. Gemiddeld duurt het in Nederland 24 tot 48 uur voordat de kuikentjes eindelijk kunnen eten en drinken. Volgens nieuwe wettelijke eisen moeten uitgekomen kuikens binnen 60 uur (tot voor kort gold de grens van 72 uur) kunnen eten en drinken. Die regeling is gebaseerd op het traditionele inzicht dat kuikens overleven op hun zogeheten dooierzakje, een natuurlijke voorziening van het jonge dier waarop het in de natuur overleeft.
Steekhoudend economisch argument voor campagne Wakker Dier
Wakker Dier wil dat deze grens significant verder omlaag gaat en voert daarom niet alleen een campagne tegen door broeders van hun dooierzakje afhankelijk gemaakte kuikens, maar kiest ook voor een gerechtelijke procedure tegen de geldende regelgeving. De jonge dieren moeten zoveel mogelijk direct kunnen eten en drinken. Dat zorgt voor minder uitval, een vakterm voor dieren die hun beginperiode niet overleven.
Directe voeding zorgt bovendien voor robuustere kuikens die minder ziektegevoelig zijn en harder groeien. In de modernste en meest intensieve 'plof'pluimveehouderij - veelal buiten Nederland - wordt dan ook gekozen voor broederijen die kuikens meteen voeden en drenken. Een recent Nederlands rapport bevestigt de lagere uitval van dergelijke systemen.
Te constateren valt dat ook grote plofkippenondernemingen in het buitenland voor het door Wakker Dier voorgestane systeem kiezen. Dat betekent dat er naast een welzijns- op zijn minst ook een steekhoudend economisch argument is voor het direct voeden en drenken van uitkomende kuikens. In de plofkuikenindustrie streven ondernemers naar bevordering van de groeisnelheid van het kuiken en het terugdringen van uitval en ziektedruk. Op alle drie aspecten blijkt direct voeden en te drinken geven voordelen te hebben.
In Nederland koos Albert Heijn reeds voor directe voeding - early feeding in vakjargon - van kippen die door hun genetica sowieso al wat robuuster zijn dan plofkuikens. Early feeding is ontwikkeld voor de allermodernste plofkuikenindustrie ter vergroting van de economische efficiency. Minder uitval, snellere groei en lagere ziektedruk zijn economisch immers voordelig; tegelijk zorgen ze voor welzijnswinst. Uiteraard kunnen die voordelen ook beter uitwerken voor traditionelere, traaggroeiende kuikens zoals Albert Heijn die in de schappen heeft.
Dit artikel afdrukken
Steekhoudend economisch argument voor campagne Wakker Dier
Wakker Dier wil dat deze grens significant verder omlaag gaat en voert daarom niet alleen een campagne tegen door broeders van hun dooierzakje afhankelijk gemaakte kuikens, maar kiest ook voor een gerechtelijke procedure tegen de geldende regelgeving. De jonge dieren moeten zoveel mogelijk direct kunnen eten en drinken. Dat zorgt voor minder uitval, een vakterm voor dieren die hun beginperiode niet overleven.
Directe voeding zorgt bovendien voor robuustere kuikens die minder ziektegevoelig zijn en harder groeien. In de modernste en meest intensieve 'plof'pluimveehouderij - veelal buiten Nederland - wordt dan ook gekozen voor broederijen die kuikens meteen voeden en drenken. Een recent Nederlands rapport bevestigt de lagere uitval van dergelijke systemen.
Te constateren valt dat ook grote plofkippenondernemingen in het buitenland voor het door Wakker Dier voorgestane systeem kiezen. Dat betekent dat er naast een welzijns- op zijn minst ook een steekhoudend economisch argument is voor het direct voeden en drenken van uitkomende kuikens. In de plofkuikenindustrie streven ondernemers naar bevordering van de groeisnelheid van het kuiken en het terugdringen van uitval en ziektedruk. Op alle drie aspecten blijkt direct voeden en te drinken geven voordelen te hebben.
In Nederland koos Albert Heijn reeds voor directe voeding - early feeding in vakjargon - van kippen die door hun genetica sowieso al wat robuuster zijn dan plofkuikens. Early feeding is ontwikkeld voor de allermodernste plofkuikenindustrie ter vergroting van de economische efficiency. Minder uitval, snellere groei en lagere ziektedruk zijn economisch immers voordelig; tegelijk zorgen ze voor welzijnswinst. Uiteraard kunnen die voordelen ook beter uitwerken voor traditionelere, traaggroeiende kuikens zoals Albert Heijn die in de schappen heeft.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Bert, het is zeker knap dat er zoveel dierlijk eiwit tegen de laagst mogelijke energetisch kosten uit een kilo voer kunnen worden gehaald.
De enige echte uitvinder van de term is - en dat weet ik zeker - Wouter Klootwijk, niet Wakker Dier. Wouter ging later het woord racegroeiers gebruiken, meen ik.
Zeker Dick, als hoofredacteur mag je heel veel. Maar je begrijpt misschien wel dat de term plofkippen een Wakker Dier etiket is. Onze kippen (ont)ploffen niet, groeien alleen heel snel en heel duurzaam. Duurzamer geproduceerd dierlijk eiwit is er niet. Die hoge productieniveaus gelden ook voor onze koeien en varkens. Een beetje respect is wel terecht.
Dat wil ik met alle plezier Bert. Mag ik wel een verschil maken tussen snelle en trager groeiende vleeskuikens?
Dick, doe mij en mijn collega's een plezier en noem onze dieren gewoon vleeskuikens.
#17, Bert, dank voor je reactie!
Het systeem is ontwikkeld voor plofkip. Ik dook er lang geleden al eens in en ontdekte dat toen ook. Weer veel later ontdekte ik de operationele winst die juist grote bedrijven (maar niet zo in Nederland inderdaad) ermee behalen. Ik ga verder op onderzoek uit en meld me in het najaar met verder nieuws.